schen te spijzen. Van het kolossale menu noem ik u slechts 700 ton kolen, 2500 kil. rundvleesch, 1000 kil. varkens-dito, 200 kil. ham, 500 kil. spek, 5000 kil. beef, 1600 flesschen geconserveerde melk, 2000 eieren, evenveel kilo roggebrood, 120 vaten meel, enfin al 't andere schenk ik U, gesegnete Mahlzeit!
Om U een idee te geven van de ladingscapaciteiten van het om zijne werkkracht! beroemde, zijn stakingslust beruchte Hamburger havenvolkje, behoef ik u alleen maar in het oor te fluisteren, dat in 1900 ongeveer 1.479.000 tonnen gelost en 1.081.000 dito geladen werden. Dat geschiedde aan de 3000 meter lange kaden, natuurlijk met behulp van de nieuwste electrische kranen, onder welke de wijdvermaarde 150-tonnen kraan, de grootste ter wereld, welke geheele spoorwegwaggons als veertjes van den grond tilt en door het luchtruim doet vliegen.
Men zal intusschen met mij begrijpen, dat aan zulk een reusachtig lichaam duizenden en nog eens duizenden lieden arbeiden. Vooral met het oog op de slechte woningtoestanden en hooge huur, in Hamburg te betalen, besloot de directie in de buurt van Cuxhaven, soortgelijke inrichtingen te bouwen, als waarmede de Krupp'sche fabrieken te Essen zulk een succes hebben, nl. eenvoudige, soliede woningen voor het personeel, voor den geringsten sjouwer als voor den meest corpulenten kapitein. De geheele aanleg heeft een waarde van anderhalf millioen, ieder beambte heeft er zijn Heim en stukje land om te bebouwen, oudjes van dagen vinden er hun besjes-huis, zieken hunne moderne, comfortabele hospitalen.
Het geweldige leger, dat deels daar woont, deels op zee zwalkt, bestaat uit meer dan 16.000 menschen, wien jaarlijks ongeveer 14.000.000 mark moet worden uitbetaald. Deze uitgave is evenwel nog kinderachtig vergeleken bij de 62.450.000 markstukken, welke de maatschappij in 1902 alleen voor proviand etc. moest neertellen, voorts bij de 27.900.000 zilverlingen, aan diverse werven uitgekeerd, bij de 42.000.000, die men nog op het hoofd voor de in aanbouw zijnde schepen moest schrijven. Zijn 't geen bedragen om van flauw te vallen, de goudkoorts van te krijgen?
In 1903, toen de lijn al 9668 koppen aan zeepersoneel had, werden nog 20.863 mannetjes aangemonsterd. Hierbij bevonden zich 2395 matrozen, 1019 licht-matroosjes, 887 scheepsjongens, 1588 machinisten, 3206 stokers, 2859 trimmers, voorts 1171 bakkers, confiseurs en slagers, 539 koks, 419 kelners en kelnerinnen. Vooral het aanstellen van deze beide laatste groepen heeft natuurlijk veel voeten in de aarde, zeewaardige restaurant-grooten vindt men niet overal. 't Laat zich dan ook opperbest begrijpen, dat dergelijk soort volkje niet met weinig tevreden is. Zoo verdient b.v. de eerste kok aan een Schnelldampfer al gauw 3-400 mark per maand en een Obersteward aan boord der Amerika zal, dunkt mij, niet al te happig zijn op eene salaris-ruiling met een minister!
Buiten 126 kapiteins, 126 eerste, 139 tweede, 81 derde en 17 vierde-klasse officieren, 4 ingenieurs, 14 opper-, 113 eerste, 127 tweede, 154 derde en 99 vierde-klasse machinisten, 12 electriciens, 286 assistenten waren in het begin van 1904 ook 54 doktoren - staatlich geprüft - in dienst der maatschappij. En, waarde lezer, zulke ervarene lieden worden machtig graag royaal betaald.
Laat ik u dan nog eens doodwerpen met de rissen van cijfers in zake het kolen-verbruik. Dit bedroeg in 1863 39.000 ton, in 1903 of volgens Bartjes 40 jaar later ongeveer dertig maal zooveel.
Ook de proviand slaat jaarlijks een geducht gat in het spaarpotje onzer reederij. Niet alleen, wijl de qualiteit van het non plus ultra-genre moet wezen, doch ook de quantiteit moet daaraan evenredig zijn, frissche zeelucht maakt de magen bijzonder hongerig. Zoo schatten sommigen de kosten, verbonden aan eene overtocht der Deutschland, op ongeveer 200.000 marken.
Dan komen als slot van dit onvolledig uitgaven-staatje, nog de havengelden, welke ook niet voor de poes zijn, rekent men b.v. naar de jaarlijksche 635.518 mark voor de havens der staat, de 1.350.000 zilverlingen, die betaald worden voor het gebruik maken van de nieuwere Hafen-anlagen, waar ongeveer 26 van de 39 lijnen, die de Hamburg-Amerika-Linie in exploitatie heeft, haren oorsprong vinden.
Doch aan den anderen kant heeft de directie niet over het wegblijven der klanten te klagen. Het personen-vervoer neemt gestadig toe! Waar toch in 1899 slechts 101.975 personen op hare schepen over de oceaan dreven, bedroeg dit getal twee jaar later op 690 rondreizen 211.617 passagiers, terwijl de diverse ruimen met 4.252.000 kubieke meters aan goederen waren volgeladen.
Zeer eigenaardig is het, dat de Hamburg-Amerika-Linie ook hare eigene reparatieplaatsen bezit; hier werken 1600 man, wien jaarlijks 2½ millioen aan salaris moet worden uitgekeerd. Smeden, timmerlui, mandenvlechten, zeilmakers, behangers, o noem mij schier alle ambacht-vertegenwoordigers, doen daar iederen dag weer hunne sinfonie van bedrijfsgeluiden weerklinken. Vooral de inrichting tot het fabriceeren van matrassen, welke in de tallooze kajuiten en hutten worden