De Hollandsche Lelie. Jaargang 19
(1905-1906)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdCorrespondentie van de redactie met de abonnésDe redactrice van de Holl: Lelie brengt ter kennis van de lezers van dit Blad, dat zij géén manuscripten, of brieven, haar naar aanleiding der redactie-aangelegenheden toegezonden door niet-abonnés, kan beantwoorden langs particulieren weg. De correspondentie in dit Blad dient zoowel tot de beantwoording van brieven, als tot de mededeelingen betreffende aangenomen en geweigerde bijdragen, en zij, die zelve geen abonné of abonnée zijn, kunnen dus niet verwachten langs een anderen dan de correspondentie-weg te worden beantwoord. Wanneer zij door leesgezelschapkring, of samen-lezen, of op welke wijze dan ook, gelegenheid kunnen vinden de correspondentie-rubriek te volgen, dan is de redactrice bereid hen dáárin te beantwoorden. Op dezen regel wordt voortaan géén uitzondering meer gemaakt, en afzonderlijke nommers, correspondentie-antwoorden aan niet-abonné's behelzend, worden niet meer toegezonden. Redactrice. P.S. Het spreekt van zelf, dat deze regel alleen geldt voor eerstbeginnenden, èn voor briefschrijvers die in de corr: rubriek thuishooren.
Mevr: B. - van R. - U geeft geen pseudoniem op. Ik dank U hartelijk voor Uw schrijven naar aanleiding van moeder en dochter. Het is zoo heerlijk als juist ook moeders-zelve me zoo schrijven! En weest U ervan overtuigd, dat zulke brieven als de Uwe mij het meest helpen tot dien moed-behouden, die U in me waardeert. - Ziet U, ik ben ervan overtuigd, dat U-óók op Uw ouden dag van sommige dingen zult denken, ik had ze anders moeten doen. Want alleen dom-verwaande, in hun eigen onfeilbaarheid als in een evangelie geloovende menschen kunnen wanen, dat ze altijd alles goed deden in de opvoeding van hun gezin. Maar juist dat U zich wijdt daaraan, dat U het beste te goeder trouw hebt gewild, dat zullen Uwe kinderen later bedenken, instinctmatig voelen; ik-voor-mij geloof, dat dit het eenige is, wat ouders bij de zoo moeilijke en dikwijls zoo ondankbare taak van kinderen-groof-brengen kan troosten over vervreemding, misverstand, in-verzet-raken. - Want, dit geloof ik wèl, dat het in den hedendaagschen tijd een zeer ondankbaar iets is volwassen kinderen te hebben. - Het prediken van recht op eigen geluk, van: je bent er om je zelf, niet om je ouders, heeft op de meestal bekrompen, onervaren jonge menschen zulk een noodlottigen invloed gehad, dat zij vertrappen en stuk rijten alle banden tusschen vader, moeder en kinderen, die vroeger heilig waren. Zij weten het; de ouders weten het niet. Die hoogmoeds-idee van het jong-zijn is er misschien altijd geweest. Maar vroeger werd zij in bedwang gehouden door liefde tot onze ouders. Nu wordt die weggeredeneerd. ‘Ik ben er om me zelf’. Dat is het wachtwoord geworden. Er wordt niet meer gedacht aan het gevoel, aan het leed, aan de behoeften der achterblijvende ouders, alleen aan het eigen-ik. Dat wordt gediend, aangebeden, en het komt er niet op aan wat het lot is van hen, die dóór zoo'n handelwijze lijden. - U schrijft: ‘Houdt me mijn schrijven ten goede’! Lieve mevrouw, ik heb U voor Uw vertrouwelijken, hartelijken brief heel oprecht te danken.
- Mevr: D. V - T. - Mijn antwoord aan U was juist afgedrukt toen Uw laatste schrijven kwam. - Lieve mevrouw, wat is me die zinsnede van U uit het hart geschreven: ‘Menschen die eenmaal moeten, die moeten dan maar aanpakken wat ze krijgen kunnen’ Juist vrouwen kunnen ook mij altijd zoo ergeren met dat: Ja maar, daarvoor ben ik niet opgevoed; hiervoor zou ik me toch geneeren; dat geeft toch geen pas in mijn stand, etc. M.i. geeft maar één ding geen pas, en dat is liever te teren op stille, weldadigheid van bloedverwanten, inplaats van je er onafhankelijk door heen te slaan, zoolang je je-zelf kunt redden. Ik kan geen ‘dames’ uitstaan, die eeuwig en altijd hun fatsoen, afkomst, vaders-betrekking, enz. in den mond hebben, en ondertusschen loopen met geleende sieraden, en door rijke famielie ‘toegestopte’ kleeren, en zich een air van voornaamheid geven door aldus te leven op een andersmans zak! - Ik begrijp heel goed, dat het hebben van verscheidene dienstboden tegelijk eigenaardige moeilijkheden oplevert; wij hadden thuis drie meiden, en ik heb mijn moeder dikwijls als bezwaar daarvan hooren zeggen, dat er steeds twee ‘vriendin’ waren, die zich dan gezamenlijk tegen de derde keerden. - - Ja, zooals U over het dokterberoep schrijft, zoo ook beschouw ik het. Maar hoe meer je helaas ziet op dat punt, hoe méér je wordt teleurgesteld. Natuurlijk, alles wat U aanvoert tot hun excuus zie ik-óók wel in, maar toch geloof ik niet, dat de ondankbaarheid der patienten even zóó groot is, als het onverschillige, dikwijls misdadig-lichtzinnige gedrag van heel veel doktoren ten hunnen opzichte. - 't Boeddhisme vind ik in veel opzichten mooi; dat ben ik met U eens. Maar ik voel mij altijd het meest | |
[pagina 368]
| |
van alles geboeid door spiritisme en spiritualisme, en wenschte dat ik meer tijd had om mij in deze bovenzinlijke dingen te verdiepen. Hartelijk dank voor Uw lang, gezellig schrijven lieve mevrouw, en ‘knuffel’ Uw ‘stouten’ bengel eens extra voor me. Ik houd over 't algemeen méér van het stoute dan van het zoete brave-Hendrik-genres.Ga naar voetnoot†)
Jeannette (Ned: Indië). - Hartelijk dank voor Uw toelichting betreffende het anonyme schrijven. Natuurlijk noem ik nooit een naam voluit; wel gebruik ik soms de voorletters van hen, die geen pseud: opgeven. Daarom is het altijd het verstandigst beide te noemen: den eigen naam en het pseudoniem. Anonyme brieven beantwoord ik principieel niet; en ik geloof, de meeste redacties houden zich aan dien stelregel, maar de naam blijft redactie-geheim. Ja het lijkt me veel aardiger samen ‘uit te komen’ dan met den handschoen te trouwen; natuurlijk is daaraan soms niets te doen, maar als het te vermijden is, lijkt het me veel wenschelijker. - Dat U het aankomen in Indië tegenviel, begrijp ik best; 't is mij net zoo gegaan; het aankomen dèsillusioneert bepaald. - Kent gij Singapore reeds, dat is oneindig Europeescher, en drukker dan Batavia! - Het hotel-leven ook is er veel meer Europeesch dan in ons Indie. - De Preanger zal U wel bevallen; daar is de natuur magnifique. En hoe langer men is in de tropen, hoe méér men 't geheimzinnig-bekorende er van gaat voelen. - Toch kan ik Uw verlangen naar onzen winter, onze gezelligheid, ons leven in Europa best navoèlen. Ik heb altijd zoo'n heimwee gehad naar de lange schemeringen van 'n zomeravond, en naar 't vallen van de bladeren in onzen stemmenden herfst! - Voor nog eens opnieuw van U te hooren, houd ik me aanbevolen!
P. te S. (Ned: Indië) - Ik hoop dat gij dit schrijven langs dezen weg onder de oogen zult krijgen. - Gij geeft geen adres op. - Ja, het spreekt van-zelf, dat ik alleen zóó schrijven kan als ik doe, uit ondervinden, uit veel hebben doorgemaakt. En dat ook heeft me jong al geleerd, niet te steunen op 'n ander dan op me-zelf. - Ik geloof U met zekerheid te kunnen beloven, dat ik nooit anders zal schrijven dan ik 't tot hiertoe deed. - En zonder twijfel is het me daarbij een groote steun, te weten dat er zijn die ik daarmee help, en die me begrijpen.
G. te Lausanne. - Ja, mij ook speet het zeer Uw kaartje te vinden; ik waardeer Uw bezoek dubbel bij het vele dat gij in dien korten tijd te doen had. - Uw ‘brief’ is al afgedrukt, maar wacht nog op de plaatsruimte, die in deze St: Nicolaas-dagen extra-beperkt is door de boek-aankondigingen.
Duritia. - Ik vind dat het nog al voorspoedig gaat met Uw werk tot hiertoe, ofschoon ik er eerlijk bijzeg, dat ik aan al die praatjes niets hecht, zoolang ik niet zie wat die heeren voor U doen. Gij zult wel gezien hebben, dat gij U met den inhoud van dat bewuste stuk hebt vergist. - Als er een van U wordt opgevoerd, zult gij mij zeker zien opdagen, want dan is het immers een première. -
Mevr: A.C. F - G. - Dank voor Uw toestemming. - Ja zooals gij schrijft zoo is het inderdaad; hier is veel meer ècht lèven dan in den Haag, dat voel je dagelijks. Neen, Scheveningen mis ik zeer zeker niet. Ik kwam er bijna nooit, ook niet in 't voor- of na-jaar, want de zeelucht zelf vind ik onaangenaam, en bovendien is de vischstank ondragelijk soms. - Van luxe-plaatsen houd ik op z'n tijd heel veel, juist op de menschen dáár kan je zulke verrukkelijke studies maken! Maar ik geef U wèl toe wat U er overigens van schrijft; daarin is zooveel wáárs. - Ook in hetgeen U schrijft over die zaak Bähler, en Jezus en Buddha. Ik zou 't werkelijk prettig vinden, als U die dingen eens onder de aandacht bracht in een artikel. U kunt het; U hebt het getoond. - Daarvan gesproken, vertelt U me toch eens of het wáár is, dat er in 't vak van Uw man zoo weinig vooruitzicht bestaat voor dames? Ik hoor daarvan zoo dikwijls van meisjes, die dan later veranderen van vak om die reden; wat mij steeds zoo bezwaarlijk lijkt, en zulk een risico! Andere vakken zijn óók niet zóó veelbelovend in vooruitzichten, dunkt me. Nili. - Over m'n woonplaats-verandering heb ik 't al gehad tegen G, in 'n vorig nommer; dus daarop kom ik maar niet terug. Overigens vind ik, als je prettig thuis maar 't zelfde blijft, dan moet je je maar schikken waar je dan ook wonen moet; een man wordt om z'n betrekking soms zoo dikwijls verplaatst, en als z'n vrouw dan 'n zuur gezicht zet ‘om haar vrienden en kennissen’, dan vind ik haar een lamlendige egoïste. - Natuurlijk kunt gij U op De Telegraaf abonneeren, adres Raadhuis-str: 1. - Ik weet zeker dat ik U wel geantwoord heb op die vraag, of ik Uw portretje wilde hebben met Uw Toynbee-clubje. Gij hebt het zeker overgeslagen; natuurlijk héél gaarne.
Hanni. - Misschien hebt ge reeds in de vorige Lelie gelezen het antwoord aan ‘Hotspur’, dat de prijsvraag berijmd moet worden beantwoord. -
Droom van... - Ik neem U Uw nieuwsgierigheid niets kwalijk naar het lot van het stukje, maar gij moet afwachten tot ik de manuscripten allen te samen beoordeel, zooals dat mijn gewoonte is van tijd tot tijd. Daar gij de Lelie leest, zult gij die gewoonte wel reeds hebben opgemerkt. -
Hotspur. - Ik plaats het laatst gezondene. - Hoe ‘dom’ van U, van dien 6den Dec: - Ik moest er om lachen! 29 Nov: is nog vergeeflijk! - Ja, dan zult U 't druk hebben.
Noord. - 't Pseudoniem vind ik net zoo goed als elk ander, dus laten we dat maar houden. Als Inleiding lijkt me het gezondene niet kwaad, maar ik vind dat het dan duidelijk moet uitkomen dat het een inleiding is; want nu lijkt het een afgerond artikel, en maakt daardoor een oppervlakkigen indruk. Het beste is, dat gij mij eerst de vervolgen zendt, en dat ik daarna zie of en wat er te veranderen is. - De stijl en de inkleeding vind ik volstrekt niet kwaad. -
Mevr: P. te A. - Nu moet ik U toch eens vertellen hoe heerlijk Uw ‘zakjes’ me dezer dagen te pas zijn gekomen. Ze hebben uitstekende diensten gedaan. Ik hoorde in zoo lang niets van U. Zijt gij geslaagd in het examen? Waar woont gij nu? Hoe gaat het den kleine?
ANNA DE SAVORNIN LOHMAN. | |
Nagekomen Correspondentie.Heelsum. - Zal Uw vraag in de Vragenbus zetten. Het adres van mevr: Baart de la Faille moet gij bij den uitgever vragen.
Mevrouw Dora te L. - Zoudt U de Vragenbusvraagster niet kunnen helpen?
ANNA DE SAVORNIN LOHMAN. |