De Hollandsche Lelie. Jaargang 19
(1905-1906)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdBericht over aangenomen en geweigerde bijdragen.Ga naar voetnoot*)Melanie. - Ik heb nu alles nauwkeurig gelezen. Heel veel hoop kan ik U niet geven. Want, al zegt gij nu en dan wel eens ware of juist-gevoelde dingen, Uw geheel ontbreekt het nog gansch en al aan literairen vorm, aan levenservaring en kennis van toestanden. Uw gesprekken zijn veel te boek-achtig. Uw stijl is vrij onbeholpen. En een eigenlijke inhoud ontbreekt gansch en al. Die schets ‘Uit het leven’, van die twee meisjes in betrekking, is nog 't beste, maar mist een slot, een gedachte erin. Uw verzen vind ik bepaald slecht; en welk een bombast over onze Koningin! Is dat omdat gij zulk een vereerster van haar zijt? Of is het Uw genre altijd? Laat U niet te gauw wijsmaken door anderen, dat gij ‘talent’ hebt. De menschen zeggen zoo gauw wat heen op zulke punten. Maar zendt mij nog eens opnieuw iets ter beoordeeling. Ik wil U graag helpen.
Maria II. - Uw gedichtje neem ik aan.
Annie N. te L. - Uw gedichtje neem ik aan.
M.L. - Ik vind Uw beschouwing niet geschikt als redactie-artikel; zij strijdt gansch en al met wat de Lelie nastreeft. Als Ingezonden stukje wil ik 't plaatsen; mits met Uw naam. Ik vind het omgewerkte stukje ook nog niet heel geschikt tot opname; 't is nog te droog en te dor. Hoe gij wilt met dat Ingez: stukje, moet gij mij even melden.
M. van H.D. - Stukjes die reeds in ‘de Telegraaf’ of wáár ook zijn geplaatst, kan ik niet herdrukken in de Lelie. Dat de Telegraaf of een andere redactie U gastvrijheid | |
[pagina 240]
| |
verleent, is natuurlijk een aanbeveling voor Uw werk; het manuscriptje, dat gij hebt bijgevoegd, is voor de Lelie wat onbeduidend.
Abonné Lausanne. - Ik vind Uw werk niet zonder belofte, maar ik stel U voor liever ‘Brieven uit Lausanne’ of ‘uit Zwitserland’ te zenden. Belletrie heb ik reeds zóóveel. Meldt mij even of gij hiertoe lust en gelegenheid bezit? Tegen honorarium natuurlijk.
Kokkie. - Uw idée is niet kwaad, maar de uitwerking is veel te onhandig. Dat slot is veel te boek-achtig-theatraal. Gij moet nog meer afkijken hoe het toegaat in de werkelijkheid. Dokters ‘vinden’ niet zulke toestanden als gij beschrijft. Ik herhaal, Uw idee-zelve vind ik goed en gevoelig.
G. van H. - Ik heb het gedichtje aangenomen.
Anna te Hilversum. - Uw inzending heb ik aangenomen.
J. van L. - Die sonnetten heb ik maar verscheurd, daar ze ongeschikt waren.
Willy II. - ‘Geluk’ nam ik aan. Het doet weldadig aan ook eens ‘geluk’ te vinden beschreven, bij al de hedendaagsche akeligheden, die mode zijn. 't Sprookje liever niet. Ik heb al zooveel van dien aard.
Nonny. - Ook op 't punt poezie heb ik al zóóveel, dat ik het gezondene liever niet plaats.
Lotos. - De vertaling over Edison gáárne. De andere kleine dingen zijn niet heel geschikt. 't Grootere laatstgezonden manuscript kwam te laat voor deze beoordeeling. Ik moet dat dus nog lezen. Gij zijt productief!
Jan van der L. - Dit versje plaats ik.
Mies te B. - Dit stukje van U is nog niet geschikt voor den druk; de vorm is nog te weinig zeggend.
Guido Rose. - Op Uw voorstel kan ik niet ingaan. Uw gedichtjes vernietigde ik.
H. (Javabode). - Zie wat ik hierboven schreef aan M. van H.D. Wat reeds door U in een ander tijdschrift of courant is geplaatst, herdruk ik niet in de Lelie.
L. de H. - Daar ik niet meer in den Haag woon, kan ik Uw verzoek mij de gedichten te komen voorlezen niet inwilligen. Ik ontving het alles toen ik uit de stad was. Tot particulier antwoord heb ik geen tijd, en zie ik ook geen reden. Daar er reeds zooveel poezie is onder mijn berusting, wil ik Uwe bijdragen liever niet plaatsen. Aan Jeanne van Leyden en Lotos zal het genoegen doen langs dezen weg te vernemen, dat zij U zooveel genot gaven door haar werk in de Lelie.
Kinderverdriet (De inzender is onbekend gebleven) neem ik aan, als hij of zij zich bekend maakt.
Weten en gelooven (H.H. te S.). Gaarne.
Hasemeyer. - Deze twee laatste stukjes van U zijn te onbeduidend voor opname.
Marah Lotos in Ned: Indië. - Zendt nog eens opnieuw iets ter beoordeeling. Wat ik hierboven schrijf aan M. van H.D. en H. geldt ook voor U. Ik kan over het gezondene nog geen definitief oordeel vellen, dat mij recht zou geven U aan te moedigen. Het is nog maar heel middelmatigbeginnerwerk. U helpen het onder dak te brengen, kan ik onmogelijk. ANNA DE SAVORNIN LOHMAN. | |
Nagekomen Correspondentie.Pim. - Mag ik die mij ter inzage gezonden brieven plaatsen; zonder naam natuurlijk?
Mej. M. te de B. - Ik heb den brief dóórgezonden.
Een briefkaart-(Ansicht-karte) uit Oeynhausen ontvangen, waarvan de afzender alleen de voorletters opgeeft. Ik weet daardoor niet wie mij aldus bedenkt met: Een vriendelijken groet. ANNA DE SAVORNIN LOHMAN. |
|