den Koning en zijn lijfarts en vriend: dr. Georgevitch. Milan nam 't gezegde ook niets kwalijk, maar verzekerde integendeel, dat dr: Georgevitch groot gelijk had, en hij zijnerzijds zijn zoon al lang ‘standesgemäss’ zou hebben uitgehuwelijkt, ware de moeder, de ex-Koningin Natalie, er niet tusschen gekomen, om hem, Milan, te plagen. - De poging, door dr: Georgevitch hierop aangewend om een verzoening tot stand te brengen tusschen de ouders, mislukte. Milan wilde 't ‘offer’ aan zijn zoon brengen, maar Natalie bleef halsstarrig. - En ondertusschen speelde de huwelijks-candidaat-zelf de meest dubbelzinnige rol denkbaar, door den schijn aan te nemen van wel gaarne een prinses te willen huwen, als er maar eene te vinden zou zijn, die hem en Servië wilde hebben; terwijl ondertusschen zijn gansche hart vervuld was met zijn maîtresse en latere echtgenoote Draga Maschin, die hem reeds toen gansch en al in haar macht had, en die hij van plan was tot Serviës Koningin te maken, zoodra hij er de kans toe zou schoon zien. -
Dat nu ging vooreerst niet gemakkelijk. Zijn vader haatte de ex-hofdame van Natalie, de veelbesproken vrouw, die, veel ouder dan Alexander, een noodlottigen invloed op hem uitoefende. En zijn vader was, juist in die jaren van 1897-1900, onafgebroken bij hem, zijn raadsman, zijn opperbevelhebber, dien hij niet durfde weerstreven door iets zoo opzienbarends als zijn huwelijk met Draga. - Daarneven heerschte, vrij-almachtig, de eerste minister dr: Georgevitch, die natuurlijk niet dacht in de verste verte aan iets zóó onmogelijks, als het Koningin-worden der oude, door gansch Belgrado besproken Draga, en die allerijverigst speurde aan alle Koningshoven naar eene voor Servië passende aanstaande Koningin; welke dame echter zóóveel deugden in zich moest vereenigen, dat het allerwaarschijnlijkst was hoe eene, die aan al die vereischten zou beantwoorden, harerzijds hooger eischen zou stellen aan een Koninklijken echtgenoot, dan waaraan Alexander, zoowel persoonlijk als wat zijn kroon betreft, zou kunnen voldoen. -
Zoo koos dan Alexander, met een doorzicht, dat bewijst hoe het hem niet ontbrak aan ingeboren scherpzinnigheid, den weg van uitvluchten zoeken, om te ontkomen aan het hem door dr: Georgevitch steeds opnieuw voor oogen gehouden huwelijk. -
Vermakelijk is de manier, waarop hij den minister een paar jaar lang voor den gek houdt. Komt er uit Berlijn bericht, dat Keizer Wilhelm, in zijn allerhoogste goedgunstigheid, zich voor de zaak in-questie interesseert, dan geeft hij-zelf zijn gezant aldaar de noodige geheime instructies om daarop in te gaan; maar nauwlijks wordt het geval ernstig, en komt dr: Georgevitch hem vragen waarom hij niet wil trouwen, nu alles ten slotte zoo mooi lijkt, als men zou kunnen wenschen, of hij verklaart brutaal-weg, dat de gezant buiten zijn boekje ging, dat de tusschen hen beiden gewisselde brieven in den grond niets beteekenen, in één woord, dat hij van Keizer Wilhelms nichtje niets wil weten, omdat hij al ‘elders klaar is.’ - Zet men hem dan weer in Weenen het mes op de keel, in een onderhoud met den minister: Graaf Goluchowski, dan geeft hij aan dezen zooveel hoedanigheden op, welke zijn uitverkorene zou moeten bezitten, dat Graaf Goluchowski terecht opmerkt, hoe het onmogelijk zal zijn een zóó volmaakte prinses te vinden, die, met al die volmaaktheden uitgerust, zich zal willen vergenoegen te gaan zitten op den bescheiden troon van het verafgelegen Belgrado, naast den niet zeer schoonen Alexander! - En ondertusschen loopt dr: Georgevitch met een ‘lijstje’ in den zak, waarop de prinsessen ‘die zouden kunnen in aanmerking komen’ zijn aangeteekend door baron Wacker-Gotter, den duitschen gezant in Belgrado, als waren 't koeien die worden verkocht; (die, welke 't méést geschikt zouden zijn, had de attente gezant nog extra ‘onderstreept’). - Men ziet, bij het uithuwen van vorstinnen, gaat het niet precies kiesch toe. Er is iets tegelijk belachelijks en toch ook weerzinwekkends in zich voor te stellen, hoe die oude afgeleefde diplomaten daar, onder een fijne sigaar en bij een fijne flesch, en waarschijnlijk met een dubbelzinnig aardigheidje er tusschen in gegooid, hebben
onderhandeld over 't voor en tegen van een zóó nauwe verbintenis als een huwelijk, tusschen twee menschen, die elkaar nooit gezien hadden, en die aan elkaar moesten worden gekoppeld uit politieke redenen, éénerzijds om een nietgefortuneerde, niet gemakkelijk onder dak te brengen prinses ‘standesgemäss’ aan een man te helpen, anderzijds om Servië deftige vorstelijke relatieën te bezorgen. En, hoofddoel van alles: 'n kindje, een erf-opvolger voor den Servischen troon, thans bezet door den laatsten Obrenovitch, en waarop de Karaggorgje dientengevolge begeerig hun oogen vestigden.
(Wordt vervolgd).
ANNA DE SAVORNIN LOHMAN.