Correspondentie van de redactie met de abonnés
C. van A. - Ik wensch U hartelijk geluk met Uw aanstaand huwelijk. Het stukje heb ik na rijpelijke overweging aan U laten terugzenden door de drukkerij. Ik vind den inhoud wat heel plat; vindt ge zelf ook niet?
Joh: van P. - Ik kreeg Uw briefkaart, met antwoord betaald, maar particulier antwoord zenden doe ik slechts bij hooge uitzondering. Ja, die correspondentie was voor U. Hartelijk hoop ik, dat gij nu uit den angst zijt, en de gewenschte betrekking hebt gekregen.
L.M. - Ja, dat vertaalde stukje plaats ik gaarne, omdat 't onderwerp zoo actueel is. Zelve heb ik, zooals gij misschien in de vorige Lelie hebt gezien, een bijzonder groote antipathie tegen de Japanners, met hun sluwe valsche tronies; en ik heb steeds met leedwezen gezien hoe de Russen het tegen hen moesten afleggen, niet omdat ik de Russen-zelf zoo sympathiek vind, maar alleen van-wege mijn bijzonder grooten afkeer van de Japanners. 't Flauwe modegedoe, vooral in Engeland gebruikelijk, om met de Japanners te dweepen en hun modes na te volgen, enz. enz., zal er ook wel toe hebben bijgedragen, om hen in mijn oogen nog minder aantrekkelijk te maken. Dergelijke mode-dweeperijen doen me altijd bijzonder onaangenaam aan. In den tijd van de Paul-Krüger achternalooperij was dat ook zoo weerzinwekkend, dat geleuter van jan en alleman over ‘De arme boeren,’ terwijl ze nu even hard loopen om den Koning van Engeland, of zelfs Chamberlain-zelf te gaan bekijken, als toen om den ex-president van Transvaal toe te wuiven. Als 't maar een mode-artikel is, komt het er niet op aan wat. Cornelie Noordwal heeft dat in haar ‘Winkeljuffrouw van L'oiseau d'or’ ook zoo goed gehekeld, met die dames die allemaal in dien bewusten winter ‘een chapeau-boër’ moesten hebben. Intusschen ‘elck wat wils’, daar de Japanners nu eenmaal een mode-artikel zijn, zal ik Uw vertaling maar gauw een plaatsje gunnen. -
Hotspur. - Particulier antwoorden is bijna uitgesloten. En gij vraagt wel eens dingen, die niet geschikt zijn tot beantwoording in hel openbaar; als ik dus niet altijd ‘alles’ beantwoord, ligt dat daaraan. Gij hadt, geheel overeenkomstig Uw pseudoniem, vergeten iets, wat ook, te zetten onder Uw stukje van den wedstrijd! De bewuste tweede bekroonde is dan ook een ander dan gij. Dat bewuste stukje was zoo bepaald een beschouwing naar aanleiding van dat hoofdartikel, dat het alleen kon worden opgenomen als Ingezonden, dus zonder honorarium; precies op dezelfde wijze als b.v. de verschillende artikelen naar aanleiding van Levensbeschouwing van Regina. - 't Vertaalde stukje neem ik op. Het door mij bepaalde honorarium beteekent kolom Holl. Lelie. Als gij wenscht, dat de uitgever Veen dat bewuste lange verhaal zal uitgeven à part, moet gij met hem daarover spreken. Ik heb niets daarmee te maken, of erover te zeggen. Ik zou U echter raden het hem hoe eer hoe beter te vragen.
- Ook over dien franschen roman moet gij U-zelf wenden tot den heer Veen; ik heb niets daarmee te maken. Voor zoover ik weet, komen er bij hem slechts zelden vertaalde boeken uit. Er zijn uitgevers, die bepaaldelijk hun werk maken van het uitgeven van vertaalde boeken; b.v. de heer Becht van Noorsche literatuur. Gewoonlijk hebben die heeren reeds dames en heeren genoeg, die voor hen werken. Zoo zie ik op de vertaalde uitgaven van den heer Becht gewoonlijk de namen van mej: Meyboom, en van mej: Jeannette E. Keyser. Mevrouw Logeman van der Willigen, die ook wel voor de Lelie vertaalt, brengt dikwijls uit het Deensch enz. over voor de Hollandia-drukkerij te Baarn. - Misschien kan een dier dames, of een dier uitgevers, U van raad dienen. ‘Aanbevelen’ van mij helpt U niets. Zulke dingen zijn zaken voor de uitgevers, en zij kunnen geen boeken laten vertalen om iemand ‘plezier te doen.’ - Dat er reeds een vertaalde roman van U wordt opgenomen in Het Nieuws, is zeer zeker een aanbeveling die U zal helpen; ook dat gij kunt verwijzen naar dat vroegere werk. - Wat het tweemaal in de Week uitkomen der Lelie aangaat, vraag dat óók maar aan den uitgever. -
A. Nieuwveldt. - Drukproeven zenden van een ingez: stuk is te omslachtig; van ander werk kunt gij de proeven voortaan zelf ter correctie krijgen.
ANNA DE SAVORNIN LOHMAN.