wandelingen, op een weerlooze en schuldelooze vrouw -. De dader, Marius Brouwers, werd ontdekt, en uit het geneeskundig onderzoek bleek dat hij wel is waar geleden heeft als kind aan een hersenziekte, maar overigens sexueel normaal is, en niet lijdt aan krankzinnigheid. Ook uit zijn vroeger leven blijkt geenszins, dat hij behoort tot de categorie der ontoerekenbaren, wel het veel-eer tegendeel. Wat eischt het Openbaar Ministerie voor dezen misdadiger, die gansch iets anders misdreef dan het stelen van een handkar? De gerechtigheid, zooals zij wordt vertegenwoordigd door het O.M. in den Haag, eischt... één jaar hoogstens opsluiting in een krankzinnigengesticht... niet eenmaal onteerende gevangenisstraf, neen, geneeskundige behandeling... en dan nog voor hoogstens één jaar...
Stel de feiten tegenover elkander...
Ginds een niet-eenmaal bewezen diefstal van een handkar. Daarop volgen drie lange maanden van onschuldig-gevangen-zitten, van oneer en schande, van denken aan broodeloosheid thuis, aan ellende van vrouw en kindje. Eindelijk vrijheid, omdat men den schuldige vindt, maar noch eer-herstel, noch finantieele vergoeding... slechts meedoogenloos terugwijzen met de wet in de hand, en veroordeeld-zijn daardoor tot het vernederende van aannemen-moeten publieke liefdadigheid.
Hier... een volkomen bewezen, zelf-in-details-beschreven koelbloedig beganen moord, niet uit haat of drift, of uit hebzucht van geldnood, neen, uit lage, afschuwelijke willoosheid, een moord begaan aan een weerlooze, onschuldige weduwe, de moeder van een kind... Daarop volgen alle mogelijke attenties van onderzoekingen door de beroemdste specialiteiten, om zoo mogelijk een achterdeurtje open te zetten voor verzachtende omstandigheden van ontoerekenbaar-zijn. Dan, een met de meest mogelijke welwillendheid geleid verhoor, een kalme, onverschillige houding van den beklaagde, die, zelf koelbloedig, waarschuwt dat hij het misschien niet kan laten nog eens weer zoo iets te doen, een rapport van de geneesheeren waaruit weinig blijkt van wezenlijke krankzinnigheid of wezenlijke ontoerekenbaarheid, en veel van zoeken naar verontschuldigingen en geleerde termen... en ten slotte een eisch, noch van onteerende gevangenisstraf, noch zelfs van voor-goed-onschadelijk-maken door opsluiting in een gesticht, neen, een logeerpartijtje als ‘proef’ van ‘hoogstens een jaar’ in een krankzinnigeninrichting...’
Is hier niet iets dat fout is? - -
Men heeft mij gezegd, toen ik voor het hierboven beschreven eerste geval den raad inriep van juristen, dat er inderdaad, met de wet in de hand, geen mogelijkheid was op schadeloosstelling voor den betrokkene. Men heeft mij gewezen op de moeilijkheden van die wet te wijzigen door wel-schadeloosstelling te geven aan preventief-gevangenen. Men heeft zich verdiept in lange beschouwingen over de dwalingen der justitie die menschelijk zijn, over een noodlottigen samenloop van omstandigheden, die hier waarschijnlijk de hand in het spel had, enz. enz. Ik wil dat alles gaarne aannemen, en ik heb daarom tot hiertoe over het bewuste geval gezwegen. Maar zie, als nu de justitie in een geval als dat van Marius Brouwers zóó mildelijk en zóó genadiglijk te werk gaat, als zij daar, waar zooveel reden is tot straf, zoo napluist of er ook verzachtende omstandigheden zijn te vinden, en of men die straf ook kan wijzigen tot een geneeskundige behandeling in een gesticht, daar dient de vraag te worden gesteld, of hier niet gemeten wordt met twee maten, en of de man die misschien een handkar stal niet oneindig harder en wreeder en... onrechtvaardiger is behandeld, dan hij, die, ontwijfelbaar-zeker, een van de laaghartigste en verachtelijkste moorden beging die men zich kan voorstellen, een moord op een weerlooze, hem vertrouwende vrouw, de moeder van een eenig-kind, dat haar thuis wachtte...
ANNA DE SAVORNIN LOHMAN.