DE AUTO'S.
Hooggeachte Heer Redacteur,
Nu het zomerseizoen is aangebroken, en elkeen zich verheugt en hoopt op eenig zomergenot, van frissche lucht, open ramen, enz., om na het koude jaargetijde, heerlijke frissche lucht door zijn huis of kamers te doen stroomen, en, zoodoende, de winterellende, van bedompte en ongezonde toestanden te ontvlieden, worden, ten minste wat betreft de bewoners van Koninginnegracht en Kanaal, op verschrikkelijke wijze teleurgesteld. Niet zoodra ontwaakt de goede moeder natuur uit haar winterslaap, en tooit bloem en veld zich in lentegewaad, of eensklaps ziet men die helsche automobielen zich vertoonen, vliegende en lawaai makende, en stof met massa's opwerpende, wegen en menschen plagende voertuigen, zich geheel meester houdende van de heirwegen, al zijn er honderden voetgangers op den weg, zich niet schamend om met duizelingwekkende vaart alle bewoners en wandelaars in een stofwolk te hullen, dat de menschen, met doeken voor mond en oogen staan en hulpeloos en grijs van stof, die dingen vloeken en verwenschen naar de Mookerheide, of inde zee.
Dan vraagt een denkend mensch zich af, mag zoo een toestand nu bestaan, mag nu toch het groote, niet-auto-rijdende publiek door die enkele automobielbezitters, op zoo een barbaarsche manier worden geplaagd. Waarom wordt niet de wet geregeld zooals in Duitschland, waar ten strengste de hand aan wordt gehouden; daar gaat niet één auto harder in de bebouwde stadsgedeelten als een paard in draf - en, daar zijn de wegen in de steden en omgevingen oneindig beter voorzien door besproeiing dan hier, daar zal men de auto's niet zoo onhebbelijk zien rijden als hier, daar is respect voor het gezag. Al dikwerf hoorde ik de vergelijking, en ik moet het ten volle beamen, als een dienstbode een kleedje of mat op de straat uitklopt, voor of na daarvoor bestemden tijd, en een politieman attrappeert haar, dan wordt zij beboet, en moet betalen, of gevangenisstraf ondergaan, en als zoo een auto voorbij vliegt, en stof opwerpt voor duizenden matten of kleeden, zitten de passagiers der auto's, als zij dan hun monsterachtig versierd hoofd omwenden, en zien dan over een afstand van 1000 meter achter zich stofwolken, dat geen mensch zichtbaar is, ja, dat heb ik vaak gezien, dan zitten zij zich daarover te vermaken, en over de ellende, anderen aangedaan, te lachen; is dat billijk; moet daar geen eind aan gemaakt worden; staan die menschen boven de wet, omdat zij tot de rijke, bezittende klasse behooren, die zich daarmede vermaakt; is de strafwet voor hen niet toepasselijk; mogen zij doen wat zij willen, en kleintjes worden gestraft?
Toen verleden jaar, na langdurig verzoek, eindelijk 't politietoezicht op de Koninginnegracht en Kanaal de toestand wat beter werd, door vriendelijke bemoeiing van den weled. heer Commissaris der Koningin alhier, werden onderscheidenen beboet, maar hoeveel gestraft?? Ik geloof niet een; zou het versje ook hier toepasselijk zijn van: grooten vliegen er door, en kleinen blijven hangen. Waarom worden geen waarschuwingsborden geplaatst? Waarom besproeit men de straten niet beter? Ik hoop, dat er aan dezen vreeselijken toestand van willekeurig handelen een einde komt, en wij ook in