laten, omdat ik het er te druk voor heb. Ik gaf U dat adres. Als die dame U niet wil opnemen, of als gijzelf geen lust hebt aan dat plan, dan moet gij-zelf uitkijken naar iets anders. Ik weet van geen andere gelegenheden, die ik onbepaald kan aanbevelen en die tevens voldoen aan al Uw vele eischen. Bovendien geeft Uw handelwijze jegens mij den indruk, dat de schuld van al Uw geruzie met iedereen óók wel bij Uzelf zal liggen, en niet alléén bij die anderen. Als gij zóó gauw en zóó redeloos kwaad wordt, is het geen wonder dat gij nergens een thuis kunt vinden. -
H.H. te S. - Ik dank U recht hartelijk voor Uw schrijven. De familie is zoo attent geweest mij reeds een bericht te zenden, zoodat ik al met het treurig nieuws was bekend gemaakt. Maar de nadere bijzonderheden verneem ik eerst uit Uw brief, waarvoor ik U dan ook werkelijk dankbaar ben, omdat de overledene mij, schoon onbekend, een sympathieke geestverwante is geweest uit hare correspondentie aan mij. - Ik mag U, na haar heengaan, wel vertellen, hoe buitengewoon-hartelijk zij steeds schreef over U, en Uw vrouw, en Uw huishouden, en hoe oprecht vriendschappelijk al hare uitlatingen over U en Uw gezin steeds waren. En zóó iemand, met zùlke denkbeelden en die zulk een zegen was blijkbaar voor heel haar omgeving, wordt zoo ineens weggenomen uit het leven, waarin zoovelen blijven, steeds blijven tot in lengte van dagen, die zichzelf en anderen tot last, ja helaas dikwijls zelfs tot groote schade zijn. Waar ik telkens weer opnieuw voor dit groote raadsel sta, komt mij het Waarom steeds van voren af aan op de lippen. Misschien zullen wij het antwoord ontvangen Hierna. Als men ouder wordt denkt men zooveel en zoo dikwijls aan hen die vóórgingen, en vraagt zich waar zij nu zijn! Toen ik de laatste maal hier in deze zelfde streken, aan de Riviera, ben geweest, was het met een die nu reeds lang van mij is heengegaan, en met wien ik zoo dikwijls sprak van de Overzijde, op menige lange, onvergetelijke wandeling. Als ik thans hier het licht, dat zoo wonderbaar-goddelijk-mooi tint over de rotsen en de zee, zie beschijnen deze zelfde eeuwig-schoone natuur, waarin ik nog wijl, terwijl hij reeds daarginds is, dan lijkt het mij zoo natuurlijk, zoo vanzelf sprekend, dat wij elkaar zullen wederzien, dat er ginds, als reeds héél dicht bij ons, lijkt het mij hier, een eeuwig-lichte hemel moet wezen, waarin wij allen opnieuw zullen
samenkomen. Hier, waar de aarde-zelf zoo paradijs-achtig mooi is, hier lijkt de hemel zoo van-zelf-sprekend, lijkt een dood zònder opstanding zoo onmogelijk-wreed!
G. Door mijn afwezigheid zult U een vergeefschen tocht gemaakt hebben. Het spijt mij wel zeer voor U, maar aan zulke mogelijkheden staat iemand die zijn werk inzendt natuurlijk wel eens bloot. En daarom zou ik U raden dien redacteur een of ander nieuw schetsje ter beoordeeling aan te bieden. Ik heb alles in orde ontvangen, maar het nog niet kunnen nazien. Uw laatste briefkaart is mij eveneens hierheen nagereisd.
Chr: v. A. Door mijn afwezigheid heb ik Uw verzoek te laat ontvangen, en nu hoop ik maar dat gij U op een andere wijze hebt gered. Voor U geldt trouwens hetzelfde, wat ik hierboven schrijf aan G, als gij inzendt aan een redactie, moet gij op zulke mogelijkheden rekenen. Want de meeste redacties zijn zelfs niet eens zoo bereidwillig als ik, in het weer-op-zoeken en heen-en-weer-zenden van aangeboden copie.
J.B.N. te S. Geef mij liever een ps: op, dan kan ik Uw schrijven uitvoeriger beantwoorden. Ik meen ten minste eruit op te maken, dat gij vertrouwen stelt in mij, en van mijn raad iets verwacht. Ik wil U ook gaarne van dienst zijn met de ervaring, die ik geloof zelve te hebben, maar tot particulier schrijven ontbreekt mij thans alle tijd. In elk geval hartelijk dank voor Uw vertrouwen.
G.M. Het stukje wordt geplaatst. Vriendelijk dank voor Uw schrijven. Neen, in hechte vriendschap kan, dunkt mij, nooit iets belachelijks zijn. Het is een niet genoeg te waardeeren geluk, wanneer twee menschen elkaar in lief en leed als vrienden trouw blijven. Het treft ons beiden, die zoo dikwijls reeds samen reisden, telkens, hoe de meeste menschen zoo weinig in staat zijn aan elkanders gezelschap genoeg te hebben. De meerderheid, zoowel getrouwden als ongetrouwden, sluit zich terstond bij de eerste de beste vreemde aan tafel aan, met de grootste spraakzaamheid; terwijl zij die bij elkander behóóren, man en vrouw, ouders en dochters, vriendinnen, zusters, niets tot elkander hebben te zeggen. Ons gaat het juist omgekeerd. Wij hebben niets geen lust tot de nietszeggende tafelgesprekken met vreemden, die men gewoonlijk niet eens bij name kent, noch tot ‘afspraken’ en dergelijke plotselinge intimiteiten met geheel-vreemde menschen. Wij houden te veel van elkander, om elkaars gezelschap niet te prefereeren boven zulk oppervlakkig maar héén-teuten. Want wat anders kan het praten met vreemden, op die wijze, zijn, dan oppervlakkig geklets! Vroeger, toen ik heel veel met mijn vader reisde, ging het ons beiden evenzoo. Wij verbaasden ons steeds over de lust van andere menschen, om zich terstond bij elkaar ‘aan te sluiten,’ en vroegen ons dikwijls af, waarover zij toch altijd terstond wisten te kletsen en te praten. Wij-beiden, hij-en-ik, gingen steeds onzen eigen gang, en vonden aan elkander genoeg. En op die wijze, met een geestverwant, is reizen een genot!
Amazone. Door afwezigheid ontving ik Uw schrijven eerst nu. Neen, Mignon bedoelde geen pension, maar een liefdadige instelling. Maar misschien zoudt U verstandig doen door Uw vraag per Ingez: stukje in de Lelie te herhalen. Wat een opstel over pensions betreft, ik wil dit wel plaatsen, doch dan liefst onderteekend. Anders alleen, als Ingez: stuk.
Hans. - Ik heb geen tijd U thans particulier te antwoorden; te meer omdat ik U niet veel bijzonders kan zeggen op het punt in questie. Zeker worden jonge meisjes op die wijze wel aangenomen in Engeland en Schotland. Maar ook dáárin gaat het als in vele dergelijke questies, er is méér, oneindig méér aanbod dan vraag. Gewoonlijk genieten duitsche en fransche meisjes, door hun taal, de voorkeur boven hollandsche. Ik zou U echter raden Uw vraag, per Ingez: stuk, in de Lelie te herhalen. Door relaties krijgt men zoo iets gemakkelijker dan door advertenties, en daar er zeer zeker wèl hollandsche meisjes zijn, die op die wijze een betrekking kregen, zullen zij U misschien kunnen of willen raden. Misschien zoudt U goed doen te schrijven aan de redactie van the Queen, afdeeling: Woman's employment. De uitgever van de Lelie zal U het juiste adres van de Queen-redactie, (uitgever), kunnen opgeven. - Neen, er was geen reden Uw brief ‘te lang’ te vinden. Ik wil U graag helpen en van dienst zijn.
ANNA DE SAVORNIN LOHMAN.