‘Ik kan toch niet den geheelen dag pianospelen, zingen, schilderen, lezen!’ klaagt het meisje; en in die klacht ligt zoo duidelijk zichtbaar het onvergeeflijk verzuim der moeder. Neen, zij kan niet den ganschen dag musiceeren, teekenen, handwerken, wanneer dat alles bij wijze van tijdverdrijf wordt gedaan, vooral niet, wanneer zij het eenmaal als zoodanig is gaan voelen. Maar waarom niet van de eerste jeugd af, een dezer ‘talents d'agrément’ als ernst beschouwd en de ontwikkeling daarvan het kind als doel voorgehouden; waarom haar niet geleerd, dat, wie van de natuur eene gave heeft ontvangen, ook daarbij de verplichting heeft naar de volmaking dier gave te streven?
En wanneer er nu geen aanleg is, noch voor het een noch voor het ander, - wanneer het niet gelukt eenigen zin voor studie op te wekken? - O, het is mogelijk, en ik heb van nabij zulk een geval gekend in een ruim met aardsche middelen gezegend gezin, waar de achttienjarige dochter na volbrachten kostschooltijd zoude thuiskomen, ook zonder eenig talent of liefde voor muziek of schilderen of kunstnaaldwerk of wat dan ook. En de ouders, die maar al te goed begrepen, dat, als de eerste opgewondenheid van het ‘uitgaan’ er af was, verveling, door gebrek aan ernstige bezigheid wel eens de bron van veel ellende zou kunnen worden, de ouders zochten hoe zij het kwaad konden voorkomen en - vonden.
Zij woonden op een buiten vlak bij de stad en nu kwamen zij op de praktische gedachte om aan hun dochter de zorg en administratie van den moestuin op te dragen. Het was eene heele verantwoordelijkheid en in het begin kostte het natuurlijk inspanning om er ‘in te komen,’ maar de tuinbaas had schik, dat ‘de juffer’ zich zoo van alles op de hoogte wilde stellen en hielp flink, en ik kan gerust verzekeren, dat dit meisje nimmer heeft gezucht ‘dat ze met haar leêgen tijd geen raad wist.’
Nu maar, iedereen heeft geen buitenplaats en een moestuin ter beschikking!.... ik hoor het zeggen, en 't is volkomen waar; maar er zijn nog vele andere belangen dan die van moestuinen en - finantieel-onafhankelijke ouders kunnen zoo gemakkelijk belangen scheppen, die in overeenstemming zijn met den smaak en aanleg van hun kind....
En wat is er b.v. tegen om het jonge meisje het bestuur over de huishouding te geven en haar zóó vertrouwd te maken met de taak, die haar naar alle waarschijnlijkheid eens zal worden opgelegd? Het afdoende: ‘mama doet zelve de huishouding,’ heeft toch geen recht van bestaan. Dáár, waar het kind om werk vraagt, moet de moeder desnoods terugtreden en afstand doen van hare eigen bezigheden ten behoeve van dat kind. Als zij ten minste zelve nog huishoudelijke bezigheden verricht!....
O, de ouderwetsche inmaaktijd, - de wasch, die thuis werd opgemaakt, de linnenkast, die eigenhandig werd verzorgd! - Het gaf alles zoo'n heilzame drukte en afleiding, het hield van zooveel ziekelijke zelfbeschouwing af....
‘Die tegenwoordige jonge meisjes, ik begrijp ze niet,’ heb ik laatst eens eene oude dame hooren zeggen, ‘ze zien en hooren veel meer, ze leeren veel meer, ze hebben veel meer afwisseling in haar genoegens, ze verplaatsen zich meer, ze genieten veel meer vrijheid, dan wij grootmoeders ooit hadden - en tòch hebben wij nooit die onvoldaanheid en ledigheid gekend, die ik nu telkens bij haar opmerk, en die wel in de lucht schijnt te zitten....’
Ja, zij koos het rechte woord, die grootmoeder: het zit in de lucht! - 't is een microbe, een ziekte, die van de eene naar de andere gaat, en die zoo snel kon voortwoekeren omdat bij de eerste gevallen het gevaar niet werd begrepen; en al de huismiddeltjes, die ik daar straks aan de hand deed, mogen, verstandig toegepast al voorkomen, - de kwaal, als die er eenmaal is, genezen, ik erken het gaarne, doen zij niet. Daarvoor is krachtiger medicijn noodig, de patiënt moet maatschappelijk werk hebben, bezigheid naar buiten....
Welnu, voor haar, die het ernstig meent, niet uit zucht tot meêdoen aan een modetje, dat na een poos geene bekoring meer heeft, maar met de eerlijke bedoeling zich te geven, voor haar is er nog genoeg te doen....
Laat zij zich wijden aan de kinderen van behoeftige ouders, laat zij den armendokter vragen haar een paar gezinnen aan te wijzen, waar de bleeke stumpertjes zoo heel dringend frissche lucht noodig hebben, maar waar èn vader, èn moeder den geheelen dag moeten sloven en tobben en geen tijd hebben om er voor een wandeling uit te breken. Laat zij de kleinen geregeld iederen dag gaan halen en hen in de buitenlucht brengen, hen onderweg hier of daar een flink glas melk geven en op die wijze trachten een heel