| |
Handschriftbeoordeeling.
I.
‘THEO.’ Is opgeruimd, tevreden en kent geen geldelijke zorgen. Zij heeft een flink moedig karakter, doch is in de hoogste mate met zich zelf ingenomen en zeer egoïstisch. Zij lijkt iemand, die in een smaakvol ingericht boudoir onder 't genot van een geurig kopje thee en een lekker koekje veel van theoretiseeren houdt, doch steeds eindigt met te zeggen, ‘niets gaat boven een goed leven.’ -
| |
II.
Deze vrouw schijnt een zeer goedhartige, medelijdende natuur te hebben. Zij lijkt iemand, die gaarne een ander helpt en altijd voor de menschen klaar staat. Zij is iemand, die zeer openhartig is en niets geeft om uiterlijkheden en vormen. Wanneer zij geen sympathie gevoelt voor iemand, zal zij hem dit openlijk zeggen. Zij lijkt nu kalm en tevreden te zijn, evenwel heeft zij een natuur, die bestemd is dikwijls melancholiek te zijn. Het is met recht een hartelijke, eerlijke vrouw, met wie allen, zonder onderscheid, gaarne omgaan, omdat allen haar eerlijkheid en goedheid waardeeren. -
| |
III.
‘IDA,’ heeft een gevoelig karakter. Zij schijnt bij 't minste te huilen en voelt zich dan diep ongelukkig, evenwel vergeet zij, dat wanneer zij de menschen bevit en bij de kleinste kleinigheid een aanmerking maakt, zooals zij
| |
| |
steeds gewoon is te doen, dezen vrijwat meer gegriefd worden dan zij. Zij is behalve kattig nog tamelijk omslachtig en zwaar op de hand.
| |
IV.
‘MARIE te Deventer,’ bezit een echt vrouwelijk toewijdend, zacht, gevoelig hart, wier karakter voor haar leeftijd reeds vrijwel gevormd is. Het is een resolute, flinke natuur, die reeds gewend schijnt te zijn op eigen beenen te staan. Zij is geloovig en haar zieleleven is zeer ontwikkeld. Zij schijnt een natuur te zijn, bestemd om veel lief te hebben en zich te wijden aan anderen. -
| |
V.
‘GRUNO,’ is zeer coquet en heeft een didactische manier van spreken. Zij is over 't algemeen nogal excentriek, altijd heeft zij iets bijzonders. Zij is flink en weet zich door alles heen te slaan. Maakt niet te veel werk van kleinere ondergeschikte zaken, doch zorgt niettemin, dat in alles orde is. Zij is dikwijls verstrooid en kan tusschenbeide wel wat grillig en weinig gezeggelijk zijn.
| |
VI.
‘JO D.’ is een jong meisje, dat een groote zucht naar bijval voor al haar handelingen bezit. Zij is zeer gesloten en laat niemand in haar hart lezen. Evenwel uit haar schrift is duidelijk te lezen, dat zij zéér goedhartig is, en zeer gul van aard. Idealistisch en zeer zuinig is ze. Veel wilskracht bezit ze. Het is een flink, moedig meisje, dat zich door alles weet heen te slaan. Een groote ondeugd bezit ze helaas: zij is van zeer zinnelijken aard. -
| |
VII.
‘LAURA'S’ schrift maakt den indruk afkomstig te zijn van een flink verstandelijk ontwikkelde persoonlijkheid. Zij is zeer huiselijk van aard en neemt gaarne anderen in bescherming. Een weinig eigenwijs is ze en kan niet erg goed dulden, dat een ander een meening, tegenovergesteld aan de hare verkondigt. Zij lijkt iemand, die veel met jongeren omgaat, waardoor zij een betrekkelijk predomineerende persoonlijkheid is.
| |
VIII.
‘HOMO’ heeft een lief, gevoelig, zacht karakter. Zij is dikwijls vergeetachtig, en over 't algemeen wat vluchtig en oppervlakkig. Zij schijnt iemand te zijn, van een eenvoudige normale ontwikkeling, in wie, wellicht onbewust, de vrouwelijke heerschzucht sluimert, om bij de eerste de beste gelegenheid te ontwaken. Haar karakter is door het leven, dat haar nog met rust liet, nog weinig gevormd.
| |
IX.
‘BERGBEWOONSTER’ schijnt een vroolijk, flink karakter te hebben, dat aan alles de lichtpunten ontdekt, en alles van den vroolijken kant beziet. Zij heeft een dankbaar, welwillend hart, dat gaarne een ander helpt. Zij schijnt een zeer eerlijke openhartige natuur te zijn, die voor alles rond uitkomt. Ze bezit geen sterke wilskracht, is zeer idealistisch, en schijnt een vrouw te zijn, die gaarne haar hoofd buigt voor den man harer keuze. -
| |
X.
‘HENNY.’ Dit schrift is afkomstig van een, die zeer vluchtig over alles heen loopt, weinig accuraat en zeer vergeetachtig is en die er graag netjes uitzet en wel een beetje coquet is. Zij is medelijdend van hart, en zeer gesloten, zoodat zij nooit zal zeggen, dat zij den een of ander geholpen heeft wat zij graag doet. Weinig wilskracht bezit ze. Zij lijdt veel aan melancholie. Het is een gevoelige, zachte innemende natuur, die spoedig terneergeslagen is. -
| |
XI.
‘PIETRO’ heeft een echte kantoorhand, waardoor zijn verschillende karaktertrekken bijna of in 't geheel niet uitkomen. Hij schijnt een normale ontwikkeling te hebben en een zeer normaal karakter, zonder sterk uitkomende karaktertrekken. -
| |
| |
| |
XII.
‘NIEUWSGIERIGHEID’ is dikwijls zenuwachtig en gejaagd. Tusschenbeide kan ze erg zwaar op de hand zijn, en kan ook weleens ongemerkt wat kattig zijn. - Zij doet evenwel gaarne iets voor een ander, en is in alles sympatiek; iemand, die velen door haar nobel karakter voor haar inneemt.
| |
XIII.
‘MARY’ is een flinke, rustige natuur, die over veel zaken los heen loopt en dikwijls vergeetachtig is. Ze is idealistisch en heeft een gevoelig, zacht vrouwenhart. Ze is huiselijk en eenvoudig en heeft een flink gezond verstand. Haar leven schijnt heen te vlieden zonder zorgen en zonder groote gebeurtenissen. Zij is soms wel wat beschroomd, en is dikwijls in zich zelf gekeerd. -
| |
VIX.
‘SIRROGA’, lijkt uit haar schrift iemand te zijn, die zich zeer nauwkeurig en stipt wil voordoen, in den grond is zij evenwel vergeetachtig en dikwijls verward in haar denkbeelden. Zij heeft veel last van grilligheid en kan tusschenbeide erg ongehoorzaam zijn. Ze kan dikwijls vroolijk en humoristisch zijn en origineele ideeën hebben. Een hooge ontwikkeling bezit ze niet, eer een mindere. Wanneer ze zich eenmaal iets in haar hoofd heeft gezet, kan niemand er haar van af brengen. Koppig en stug kan ze met recht zijn. Ze heeft veel eigenliefde, en heeft een erge zucht naar effect; is erg omslachtig en houdt veel van opschik. Ze is in staat buitensporige dwaze dingen te doen. - Ze wil graag gewichtig schijnen en quasi anderen in bescherming nemen. - De baas spelen vindt ze een genot; - Niettegenstaande dit alles is ze trouw en eerlijk. -
Mej. Naar aanleiding van Uw vraag heb ik de eer U op te merken, dat het U vrijstaat in de rubriek ‘ingezonden stukken’ in de Holl. Lelie te berichten of de beoordeeling van Uw karakter al of niet juist is. -
De handschrift-beoordeelaar.
| |
XV.
Deze is dikwijls onpractisch en weinig logisch Vergeet veel en is dikwijls vreesachtig en bang een besluit te nemen. Ze is trotsch en heeft over 't algemeen iets excentrieks. Heel weinig wilskracht bezit ze. Ze is dikwijls terneergeslagen en gevoelt zich bedroefd. Zij heeft een goedhartig, dankbaar en trouw hart, dat in staat is zich eerlijk en open aan iemand te wijden.
HANDSCHRIFT-BEOORDEELAAR.
(Wordt vervolgd.)
|
|