gij kunt in elkaars genegenheid vergoeding zoeken voor 't gemis Uwer ouders. Elkaar zoo hartelijk mogelijk liefhebben, is de beste troost. En al moest gij Uw vader ook vroeg missen, het is toch heerlijk dat gij zóó over hem kunt schrijven! Zulk een nagedachtenis aan een vader vergoedt veel. Overigens echter wil ik U geen banale vertroostingen opnoemen. Ik vind het hard voor U.
Mevr: D.V.-T. te Dt. Ik vind in Uw brief geen pseud: en veronderstel dat U zichzelf op deze wijze herkent. Het deed mij zeer veel genoegen te vernemen, dat Uw omstandigheden zich zoo veranderd hebben. De kleine baby zal ook wel veel van Uw tijd in beslag nemen. - Het was jammer dat ik Uw bezoek door dat misverstand miste.
Mevr: A.K. - In Uw laatsten brief geeft U geen voorletters aan. Ik hoop dat U zich hierin herkent. De beloofde particuliere brief komt te zijner tijd. U kunt er op rekenen. Maar het kan nog wel wat duren. - Ik schrijf met zoo'n genot dat zinnetje van U over: ‘Daar ik mijn twee kinderen nooit aan de meiden overlaat!’ - Hoevele Haagsche mama's kunnen U dat nazeggen? De meesten kunnen omgekeerd van zichzelf getuigen: ‘Daar ik mijn kinderen nooit zelf verzorg, en ze altijd aan de meiden overlaat.’ - Hartelijke groeten.
Martha. Ik heb intusschen, na mijn briefkaart op Uw brief, de tijding ontvangen van den goeden afloop Uwer verwachtingen. Nogmaals zeer geféliciteerd. En gaarne hoor ik eens van U, of alles goed blijft gaan? Ik kan mij zoo voorstellen welk een geluk dat voor U en uw man zal zijn. - Alles wat gij mij in Uw brief schrijft over die bewuste schrijfster is volkomen-wáár geoordeeld. Ik denk er evenzoo over.
Pim. Ik wacht nog steeds uw artikel. Dank voor uw vriendelijken brief. Gij behoeft nooit bang te zijn het mij lastig te maken.
Penserosa. Uw brieven zijn wat het zakelijke betreft indertijd reeds particulier beantwoord. Veel dank voor Uw goede wenschen voor, en belangstelling in mijn gezondheid. - Herinnert gij U nog mij geschreven te hebben dat gij iets ‘zoo jammer voor mij vondt’, en wat dat iets was? - Gij verontschuldigde U toen, dat zoo ronduit te schrijven. Maar dat was onnoodig. Ik waardeerde namelijk uw woorden zeer, en beschouw ze als een groot compliment.
Climatis. - Dank voor Uw brief over die dames. Ik ben, toen ik te O. was, dikwijls bij hen geweest in hun zaak; en ik zal er bij eventueele terugkomst aan blijven denken. - Vriendelijk dank voor Uw hartelijke woorden over de Holl: Lelie, enz. Is Uw zuster met Uw kleine nichtje weer vertrokken? Dan zult gij het 's winters te O wel stil hebben.
Enz. Ja, dat is de geest van onzen tijd, zichzelve drukmaken over een ‘werkkring’, en dan ondertusschen het eigen gezin en de naaste plichten verwaarloozen. - Ik ben blij dat gij U met zooveel overtuiging wijdt aan Uw náásten plicht, al is die uit den aard der zaak soms zwaar voor jonge schouders. - Gij hebt echter zonder twijfel van zulk een taak méér voldoening, dan van eene die gij buitenshuis zoudt zoeken. En welk een heerlijk vóórrecht bezit gij in zulk een moeder, die U zulk een voorbeeld geeft. Ik kan U niet zeggen hoeveel eerbied ik voel voor zulke moeders, die zóó hun weg gaan. - Het deed mij recht veel genoegen, dat mijn correspondentie aan U, U zulk een blijdschap gaf. Wees ervan overtuigd dat gij mij altijd gerust moogt schrijven, en het beantwoorden mij nooit te veel moeite is. - Neen ‘vervelen’ doen zulke brieven mij allerminst. Daarvoor doet de stemming van berusting, vrede, gezond verstand, en vrouwelijkheid, die er uit spreekt, mij veel te veel plezier.
- Gij wilt gaarne weten wat ik denk van de Kollewijnsche spelling? Lieve Enz., dat is een gevaarlijk chapiter. Want ik vind haar zoo leelijk en zoo onmogelijk - en ik weet dat ik daardoor iets zeg wat een onzer beste en grootste letterkundigen, Marcellus Emants, ten hoogste zou afkeuren. Hij is namelijk een voorstander van die spelling, en hij is zonder twijfel iemand die goede gronden heeft voor zijn meening.
- M.i. echter spreekt men niet, zooals Marcellus Emants en Kollewijn en anderen schrijven; tenminste wat sommige woorden betreft. - Dit is één mijner bezwaren tegen de bewuste spelling. Ik ben wel eens woorden tegengekomen in boeken in die spelling geschreven, die m.i. nooit gehoord worden, in die uitspraak, in beschaafde kringen, maar wèl in plat-Haagsch dialect. Verder verwijs ik U naar 't geen ik in een der Holl: Lelies onder de ‘ter bespreking toegezonden boeken’ schreef naar aanleiding van ‘Kollewijns Verzamelde opstellen.’
ANNA DE SAVORNIN LOHMAN.
Sluiting red: ged: