I.
‘BETTIE’ bezit over 't algemeen een goed oordeel. Met haar hand onder 't hoofd kan zij dikwijls ernstig zitten nadenken. Zorgen kent ze gelukkig niet, zoodat ze alle gelegenheid heeft rustig en veel te werken. Bij alles wat ze doet gaat ze beredeneerd te werk, wat evenwel het gevolg heeft, dat ze in de hoogste mate vitterig is, op alles aanmerkingen maakt en in haar zorgen niets deugt, wat weer een gevolg heeft, dat ze grillig, nukkig en coquet is. Haar plannen weet zij door haar wilskracht en volhardendheid ook uit te voeren. Flink, open en eerlijk komt zij voor haar ideeën uit en is over 't algemeen niet bang uitgevallen. Ondanks haar vitterigheid heeft zij een goed warmkloppend hart, dat spoedig meevoelt en gaarne helpt. Zij is tevreden, is dikwijls vroolijk en neuriet gaarne. Zelfbewust, levendig, evenwel voorzichtig doet ze wat ze wil. -
HANDSCHRIFT-BEOORDEELAAR.
(Wordt vervolgd.)