Nuttigheids-Apostelen. Dames-Vertaalsters.
Geachte Redactrice,
In mijn Antwoord op uw Noodkreet wees ik er onlangs op, dat in den laatsten tijd vele dames, om zich nuttig te maken, om wat te doen te hebben, met of zonder hoop op geldelijk voordeel, zich wijden aan vertaalwerk, alhoewel daarmede de markt al overvoerd is, en zij dikwerf de vreemde taal niet voldoende machtig zijn om daaruit juist, zuiver en begrijpelijk in het Hollandsch te vertalen.
Daarvan vind ik nu weder een bewijs, dat ik gaarne onder de aandacht wilde brengen van uwe abonnés, in het vóór mij liggend, pas verschenen boek: ‘Uit een kleine Garnizoensplaats,’ door Luitenant Bilse. Uit het Duitsch, door Annie Honcoop, Heusden, L.J. Veerman, 1904.
Annie Honcoop, laat ik beginnen met het te erkennen, is de Hollandsche taal vrij wel meester, en haar stijl en woordvoeging zijn over het algemeen goed.
Maar, waar zij in conflict komt met het Duitsche taaleigen, dus met z.g. germanismen, maar vooral met eigenaardig militaire uitdrukkingen, als natuurlijk in een zuiver militair werk als dit van Luitenant Bilse veelvuldig voorkomen, daar maakt zij zich dikwerf schuldig aan meestal geheel onjuiste, soms onbegrijpelijke, enkele malen waarlijk belachelijke uitdrukkingen.
Nu kan men wel zeggen, dat eene dame niet juist bekend kan of behoeft te zijn met z.g. militaire uitdrukkingen, maar daarop antwoord ik dan, dat wanneer iemand, dame of heer, een werk uit het Duitsch, zoo als nu, in het Hollandsch gaat vertalen, zij of hij dan ook maar het Duitsch voldoende machtig moet zijn, om den inhoud van het oorspronkelijke juist en verstaanbaar in het Hollandsch te vertolken, en zich, waar men stuit op niet geheel begrijpelijke uitdrukkingen in het oorspronkelijke, door deskundigen kan doen voorlichten, alvorens de vertaling in druk te geven.
Reeds bij de lezing van de eerste 25 pagina's stootte ik op de navolgende slechte vertalingen:
pag 7 ‘dan speelde hij oorlog met zijn negenjarigen zoon.’
De vertaalster heeft blijkbaar niet geweten, dat ook in het Nederlandsche leger het ‘krijgsspel’ wordt beoefend, wat nog heel iets anders is als oorlog spelen.
pag 9 ‘ten einde den kelder met enkele oude jaargangen te vullen.’
Oude jaargangen, van tijdschriften a.a. behooren niet te huis in een kelder; wel oude merken wijn, die dan ook hier worden bedoeld.
pag. 12 ‘Wat, erwten gelukken niet?’
Blijkbaar staat er in het Duitsch ‘gelingen’ dat echter in dezen zin niet door gelukken had mogen worden vertaald.
pag. 15 ‘men wenschte zich wederkeerig toe.’
een tastbaar Duitsche, maar geen Hollandsche uitdrukking.
pag. 16 ‘Ik heb hem een prachtige conduitelijst geschreven.’
idem.
pag. 18. ‘ik laat alles aan mijn neus voorbijgaan.’
idem.
pag. 23 ‘dan stopt hij hem drie dagen in