De Hollandsche Lelie. Jaargang 17
(1903-1904)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 615]
| |
16 Maart 1904.
| |
Een Waarschuwing door Anna de Savornin Lohman.Dezer dagen stond in de couranten het onderstaande berichtje: ‘Met het zoontje van prins Heinrich gaat het slecht. Het blijkt dat het prinsje bij het spelen met een stoel is omgevallen, en daarbij een hersenschudding kreegGa naar voetnoot*).’ - Hebben de Haagsche, kunstdoenerige, haar ‘Club’-bezoekende, Pulchri-naloopende, en vrouwenvergaderingen-presideerende moeders zich iets gedacht bij het lezen van dat nieuwtje? - Ik denk het niet; want ten eerste hebben die wezens hun hoofd zoo vol van zich-zelf, dat er in hun kleine hersentjes absoluut geen gelegenheid meer overblijft tot denken over iets anders; en ten tweede zijn zij zoo absoluut zeker van hun eigen voortreffelijkheid, dat zooiets als zelf-onderzoek hen niet invalt. Maar in dat berichtje klinkt een ontzettende waarschuwing. - Want, als wij eens nagaan hoe er, juist in Den Haag, zoo ontzettend geklaagd wordt over onbetrouwbare en slechte dienstboden, hoe, ook in de beste en rijkste diensten, de klachten van de mevrouwen over haar steeds verwisselend dienstpersoneel legio zijn, is het dan niet de moeite waard zich eens ernstig te verdiepen in de dingen die, achter den rug der uithuizige moeders om, voorvallen met hun kinderen? - Gelooven deze moeders werkelijk, dat hare, door haarzelve zoo weinigvertrouwde en weinig-gekende kindermeiden, het eerlijk zeggen zullen, indien er ongelukken, als b.v. het hierboven vermelde, voorkomen met de kleine kinderen? - Nalatigheden van allerlei aard zullen stelselmatig worden verzwegen door de dienstboden; en slechts noodgedrongen zullen zij later, (als het waarschijnlijk te laat is), de waarheid bekennenGa naar voetnoot†). | |
[pagina 616]
| |
Een moeder als prinses Heinrich von Preussen de moeder van het hierboven genoemde prinsje wordt, door hare vorstelijke positie, genoodzaakt tot telkens afwezig zijn van haar kinderen. Zij kan het niet helpen, dat zij hen moet overlaten aan andere zorg dan hare eigene. En daarom is zulk een moeder alleen te beklagen, van ganscher harte. Maar wat te zeggen van de wezens die het niet behoeven te doen, die 3, 4, soms meer kleine kinderen hebben, en die men, dag aan dag, op straat, uit dineeren-gaande, en 's avonds in concerten, comedies, enz., enz. kan zien? Terwijl ondertusschen haar eigen kleine kinderen onbeschermd zijn overgelaten aan geheel vreemde, onbetrouwbare, gehuurde hulp, van dienstboden en kinderjuffrouwen, die, ook in het meest gunstigste geval, toch niet die liefde en zorg kunnen hebben voor vreemde kinderen, die een ware moeder voelt voor haar eigene? Ik ken er zoo! Wat te zeggen van de moeder, die haar huis vrijwillig verlaat, om te gaan zwetsen, 't heele land door, over ‘verbetering van vrouwenkleeding’, en ‘zuigeling-voeding,’ en ‘kinderbescherming,’ terwijl ondertusschen haar eigen kleine kinderen thuis.... (zie hierboven....) Ik ken er zoo. Wat te zeggen van de moeder, die, omdat ze een ‘talent’ bezit van den zooveelsten rang, den godganschelijken dag dat talent ‘ontwikkelt’, met gejank bij, en gezaag op de piano, met geklodder op een stuk doek, of gepennelik op een stuk papier, en alle concerten, schilderijen-tentoonstellingen, en damesleesmusea afdraaft, om dit talent gelegenheid te geven zich aan ‘kunstgenot’ te verkwikken, terwijl ondertusschen de kleine kinderen thuis.... (zie hierboven....) Ik ken er zoo. Ik geneer mij niet te zeggen, dat ik zulken moeders, en den kinderen zelf, toewensch, dat ze hun kinderen door den dood verliezen. Want, voor die egoiste moeders is dat de gemakkelijkste oplossing; en voor de kinderenzelf is dat het gelukkigste. Immers, van hoeveel verkeerde voeding, verkeerde straffen, verkeerde opvoedingsmethoden, gemakshalve, door de met de minste moeite gediende dienstboden, zijn zulke kinderen niet stelselmatig het slachtoffer? 't Is maar heel zelden dat het uitkomt, zooals in 't bovenvermelde geval, wat er achter den rug om gebeurt. - In de meeste gevallen komt het niet uit. Bij een weinig nadenken echter, laat het zich begrijpen, hoe het toegaat achter den rug om, wanneer de moeder nooit thuis is.Ga naar voetnoot*) Maar ik herhaal, 't soort waarvan ik hierboven spreek, is te onnoozel-eigengerechtig, om te kunnen nadenken. Ze kunnen wel zwetsen, maar niet denken. 't Bovenstaande is dan ook niet voor hen geschreven, maar voor die zeer velen, die gelukkig nog niet zoover zijn, die slechts van tijd tot tijd een waarschuwing van noode hebben om zich niet te laten meesleepen. En die waarschuwing is hier ernstig genoeg. De ‘lichte ongesteldheid’ is geëindigd in.... sterven....
P.S. Zoo juist ontving ik het programma van 't a.s. Congres voor Kinderbescherming. - - Hoevele moeders, moeders van kleine kinderen, zullen haar eigen kinderen verwaarloozen bij deze gelegenheid, om te gaan zwetsen over, of te gaan luisteren naar Kinderbescherming in 't algemeen.... Tegen het congres heb ik niets.... Ik heb onder de aangekondigde onderwerpen allerlei gevonden, dat belooft heel nuttig, heel interessant te zijn. Maar het blijft een open vraag, of de Kinder‘bescherming’ van vele dezer congres-afjagende dames niet leidt tot godgeklaagde kinderverwaarloozing. |
|