kamer, de keuken, de meiden. Lieve hemel, wat een ernst!’
‘De mannen zijn niet beter gekleed,’ merkte de ander op.
‘Niet beter gekleed? De “heeren” in de Hollandsche groote steden zien er, jong of oud, uit als dorpsnotabelen: plompe schoenen, ook zij! De Hollanders hebben een voorkeur voor plompe schoenen; wat niet verhindert, dat ze evenveel aan likdoorns lijden als anderen.’
‘Misschien meer nog,’ merkte de dokter op.
‘Jassen zonder model, liefst een jacquetje, dat bij andere volken slechts door werklieden op hun Zondagsch wordt gedragen. Staande boordjes van voor dertig jaar; zwarte dasjes zoo klein en zoo stijf mogelijk; broeken zonder snit. Wat heb jelui in Holland voor kleermakers?’