naamd noodzakelijk kwaad. De straf, die een kind wordt opgelegd, d.i. het leed dat het wordt aangedaan, en de pijn, die een chirurg zijn patiënt aandoet, zijn niet anders dan onlustberokkeningen, die haar rechtvaardiging vinden in het goede doel, dat er aan ten grondslag ligt.
Natuurlijk evenwel billijkt een op zichzelf prijzenswaardig doel niet alle middelen, die tot zijn bereiking kunnen worden aangewend. Wil een op zichzelf niet begeerenswaardig middel gerechtvaardigd zijn, dan moet het m.i. voldoen aan twee voorwaarden: 1o. Het moet noodzakelijk en onvermijdelijk zijn, d.i. niet te vervangen door op zichzelf betere middelen, die evengoed tot het gewenschte doel voeren. 2o. Het doel, dat wordt nagestreefd, moet van meer waarde zijn dan de opoffering, die het middel vereischt.
Aan beide voorwaarden nu wordt m.i. voldaan, ingeval de vivisectie wordt toegepast, niet eenvoudig ter bevrediging van de nieuwsgierigheid van ongeroepenen, maar door ernstige en nauwgezette geleerden ter wille van de wetenschap en daarmede van de vermindering van het lijden der menschheid. Dat nu en dan van die vivisectie misbruik wordt gemaakt, zal ik allerminst ontkennen; maar dit betreurenswaardig feit doet niets af aan het goed recht harer toepassing in andere gevallen.
Dat alsdan die methode van onderzoek gewoonlijk onmogelijk door eene andere te vervangen is, zal wel niet betwijfeld worden. En of de ermede bereikte of te bereiken resultaten opwegen tegen de bezwaren, die aan het middel verbonden zijn, is een kwestie van waardeering, die uit den aard der zaak een subjectief karakter draagt. De objectieve vaststelling van den omvang dier resultaten evenwel, kan natuurlijk alleen door deskundigen geschieden.
Niemand kan meer van dieren houden dan schrijver dezes: wie mij kennen, kunnen dat getuigen. Volkomen ben ik het eens met het Boeddhisme en met Schopenhauer, dat 's menschen medelijden zich niet moet bepalen tot zijn eigen geslacht, maar zich evengoed moet uitstrekken over de dierenwereld. Maar dit neemt niet weg, dat wij daarom niet moeten vervallen in een ziekelijk-overdreven dierenliefde, waarbij wij ons laten meesleep en door ons gevoel en blind worden voor redelijke bewijsvoering.