De Hollandsche Lelie. Jaargang 17
(1903-1904)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdAntwoorden op ‘Een Noodkreet.’Naar aanleiding van ‘een Noodkreet’ (zie Hoofdartikel Holl: Lelie van 23 Dec. l.l., door Anna de Savornin Loman), ontving ik, behalve het bovenstaande artikel van den heer Van Vleuten, verscheidene voorstellen, en ook een paar aanvragen. Wat dit laatste betreft, maak ik er de inzendsters op attent, dat het mijn bedoeling niet is particulier als bemiddelaarster op te treden, tusschen werkgevers en werkzoekenden. Immers, door dit te doen zou ik, zoowel tegenover de werkgevers als tegenover de werkzoekenden, een groote verantwoording op mij nemen. Ik zou dan aan den éénen kant diegenen, die ik voor de aangeboden betrekking aanbeval, genoeg moeten kennen, om voor hare bekwaamheden en karakter in te durven staan; anderdeels zou ik haar, die ik aanraadde de aangeboden betrekking te aanvaarden, moeten kunnen waarborgen dat zij, om 't kort uit te drukken, ‘niet wordt beetgenomen,’ wat de haar voorgespiegelde positie betreft. - Het spreekt vanzelf dat van zulk een verantwoording geen sprake kan zijn, waar aan den eenen kant iedereen zich bij mij aanmeldt om ‘werk,’ (dames die ik absoluut niet ken), en anderzijds betrekkingen worden aangeboden, eveneens door menschen die ik in 't geheel niet ken. - Onder die omstandigheden kan ik voor 't oogenblik niets anders doen, dan de Lelie als middel gebruiken, om deze aanbiedingen van werk over te brengen. Reflecteerenden kunnen dan aan mij schrijven, met postzegel voor doorzending; en ik zal hun brief doorzenden, of hun, desverlangd, het adres van de aangeboden betrekking opgeven. | |
I.Eene huismoeder uit Rotterdam schrijft mij van de volgende, door haar aangeboden betrekking: ‘Zooeven neem ik kennis van Uw hoofdartikel in No. 26 van de ‘Lelie’: ‘Een Noodkreet’. Ik heb n.l. tegen Febr. e.k. een beschaafd meisje noodig, die genegen en bekwaam is, met behulp van mijne dienstbode, die reeds vijf jaar bij mij woont, de huishouding te besturen. Mijne huishouding is hoogst eenvoudig ingericht. Ik moet derhalve iemand hebben, die er niet tegen opziet zelf flink de handen uit de mouw te steken, zooals ik dat vroeger zelf heb gedaan; maar waarvoor ik na de geboorte van mijn jongste kind, nu 5 jaar, niet sterk genoeg meer ben; kortom iemand die de meid niet beschouwt, als degene die alles moet verrichten, maar als haar getrouwe hulp in alle voorkomende huiselijke bezigheden. Brieven, met postzegel voor doorzending, aan mijn adres. | |
II.Een andere dame, die zelve haar brood verdient met een druk pension voor meisjes, die een school bezoeken, schrijft mij, dat zij een juffrouw zoekt om haar daarbij behulpzaam te zijn: ‘De werkzaamheden der juffrouw zijn: bedden opmaken, de dienstbode helpen aan de waschtafels, en stofvegen, mij behulpzaam zijn aan de droge wasch (daaronder is begrepen 10 à 12 boezelaartjes per week strijken), verder behulpzaam zijn met ontbijt en koffietafel klaarmaken en opruimen, en hetgeen verder in een burgerhuisgezin gedaan moet worden, daaronder is ook naaiwerk begrepen. | |
[pagina 477]
| |
Daar ik geen dochters thuís heb, zou ik gaarne een beschaafde, opgeruimde juffrouw willen hebben, waar ik ook mede praten en wandelen kan. De leeftijd moet wezen, niet jonger dan 30 jaar, want, bij afwezigheid van mij, moet de juffrouw toezicht op de meisjes houden. Aan deze betrekking is verbonden een vacantie van ongeveer negen weken per jaar, verdeeld in drie tijdvakken. Het salaris is f 110. - per jaar. Brieven, met postzegel voor doorzending, aan mijn adres. | |
III.De Inspecteur van een Levensverzekering-Maatschappij alhier, vestigt mijn aandacht op de gelegenheid, die zich voor beschaafde dames aanbiedt, hun eigen brood te verdienen, door agente te worden van zulk een Maatschappij. - Ik ben gaarne bereid het adres van den Heer Inspecteur aan dames, die met hem in aanraking willen komen, op te geven; opdat zijzelf, bij hem persoonlijk, de noodige inlichtingen kunnen gaan inwinnen. Ik teeken hierbij aan: In de Holl. Lelie verscheen onlangs het portret van mejuffrouw Mary Fleischmann te Haarlem, Inspectrice eener zeer groote, lange jaren bestaande Levensverzekering-maatschappij. Deze dame, die mij persoonlijk bekend is, en voor wier flinke wijze van zichzelve door de wereld te slaan, en daardoor een zoo goede positie te veroveren, ik gróóte achting voel, is wel een bewijs hoe er in deze richting voor welbespraakte en beschaafde dames een levensweg is te vinden. - Ik ken ook een agente, bij dezelfde maatschappij, die het vak op meer dan middelbaren leeftijd moest kiezen, en toch, na eenige jaren, een zelfstandig bestaan daarin veroverde. Echter wijs ik er nadrukkelijk op, dat m.i. lang niet iedereen tot dit soort werk is geschikt. | |
IV.Een koopman biedt aan dames, op volgens hem zéér gunstige voorwaarden, gelegenheid tot den alleen-verkoop van Schrijfmachine, Rekenmachine, Vulpenhouder en perpetual-potlood. Het adres van dezen heer wil ik gaarne aan reflecteerenden mededeelen. Ik kan echter niet optreden, als overbrengster van zijn voorwaarden en voorstellen, omdat ik hem in 't geheel niet ken, en dus in dezen geen de minste verantwoording op mij wil nemen. Dames die zich met zoo iets als zaken inlaten, moeten zelf uit hun oogen zien. Het is een zeer ongelukkige hebbelijkheid van de mééste dames, dat zij, zonder zakenkennis of nadenken, contracten sluiten, handteekeningen zetten, en andere domheden van dien aard doen; en, als zij dan later het slachtoffer-zijn hunner eigen goedgeloovigheid, zichzelve verwonderen dat zij er zóó ‘inliepen’. - Een allereerste vereischte om in de wereld te slagen, is een gepaste mate van voorzichtigheid, desnoods wantrouwen, waar het zaken-doen geldt. Want, waar men te doen heeft met een werkelijk-solide, werkelijk-éérlijke tegenpartij, zal deze zelf de éérste zijn, om de noodzakelijkheid van zulk een voorzichtige houding te erkennen en te waardeeren. Als men elkaar dan van lieverlede kent, komt vanzelf de aangename verstandhouding, van goed vertrouwen, en weten-wat-men-aan-elkaar-heeft. Ik dank het aan den omgang met juristen, waaronder ik groot werd, dat ik het gevaar van handteekeningen zetten, verbintenissen sluiten, contracten teekenen, en wat dies meer zij, beter ken, dan de meeste dames. En ik heb er mij dikwijls over verbaasd en geërgerd, hoe dom de meeste vrouwen zijn, waar het geldt dingen te teekenen die ze maar half lezen, of niet-gehéél begrijpen, of in het ondoordacht afgaan op mondelinge beloften, mondelinge afspraakjes, enz., enz.!... Er zijn ook heel veel dames die zich, uit domme goedkoopte, in zoo'n geval gaan bediènen van twijfelachtigen rechtskundigen bijstand, en niet begrijpen, dat de meneer die het een of twee gulden goedkooper doet dan het gewone tarief van een eerlijk advocaat, gewoonlijk behoort tot dat soort menschen, dat leeft van het oplichten van anderen, door hen processen aan te praten, waarvan het leeuwenaandeel in betalen dan ten slotte glijdt in den zak-zelf van den oogenschijnlijk zoo-goedkoopen rechtskundigen raadsman. - Staaltjes hiervan ken ik zóó vele, dat ik vrouwen niet genoeg kan wáárschuwen, zich in dit opzicht van eerlijken, algemeen-erkend eerlijken, rechtskundigen bijstand te voorzien, in questies van contracten, enz., enz.! - Al is zoo iets dan in het begin duur, het is beter dan ten slotte te worden beetgenomen door een slimmert. Want dan, - als het te laat is, - kan ook de knapste advocaat Uw domheid niet meer ongedaan maken, en wordt gij uw eigen slachtoffer! | |
V.Ik druk nu nog eenige méér algemeene | |
[pagina 478]
| |
wenken af, die mij werden aangeboden door verschillende lezers of lezeressen van ‘Een Noodkreet’.
Een abonnée schrijft:
‘Ik meen toch werkelijk, dat verschillende dames, die ernstig streven naar een fatsoenlijken werkkring, dien kunnen vinden, als zij zich eenige moeite willen getroosten. Aan de zaak, waar ik zelf werkzaam ben, is eene copieerinrichting verbonden, en zie ik wat daar omgaat, niettegenstaande de enorme concurrentie op dit gebied. Dagelijks worden ter overschrijving aangeboden brieven; van sommige moet één copie, van andere moeten meerdere copiën door middel van carbonpapier, van nog andere honderd of meerdere copíeën door middel van de cyclostyle geleverd worden. Behalve brieven zijn het vooral circulaires, waaraan de oplaag te klein is om ze bij den drukker te geven, bestekken, statuten, waarop de Koninklijke goedkeuring wordt gevraagd, verschillende soort gerechtelijke stukken, acten, huurcontracten enz. enz. waarvan copieën gevraagd worden. Naar mijne ondervinding behoeft men níet overdruk werk te hebben, om er een paar gulden daags mede te verdienen. Is de zaak goed aan den gang, dan kan men het meer machinale werk aan eene mindere hulp overlaten, en daardoor tijd vinden om zelve het werk te verrichten, waartoe meerdere ontwikkeling noodig is. Werkelijk, de behandeling van de schrijfmachine is niet moeielijk, en bij het vele slordige werk door sommige inrichtingen geleverd, is het niet zoo lastig, indien men er voor zorgt, dat het afgeleverde steeds netjes is, als men maar eens een begin heeft gehad, verdere clientèle te krijgen. In de groote steden als Amsterdam, Rotterdam en Den Haag, zal dit door de concurrentie allicht het bezwaarlijkste zijn, maar wij krijgen hier bijv. werk uit Arnhem, Haarlem, Delft enz., plaatsen van genoeg belang om, bij eenige bekendheid, dat het werk ook ter plaatse kan geschieden, het vermoeden te wettigen, dat daar voldoende werk te vinden is. Voor dames die enkele goede connecties hebben, is het m. i, met veel kans op succes, wel te beproeven. Allicht vinden ze iemand die haar steunt bij het aanschaffen van schrijfmachine en cyclostyle, en de leverancier is ook wel genegen ze op afbetaling te leveren, of in huur; en circulaires te verschaffen om de zaak bekend te maken. Ik wil zelf eventueel gaarne inlichtingen verschaffen, maar, zooals reeds boven gezegd, is een ernstig willen noodig, en moet de opvoeding goed zijn geweest, voorkomende vreemde woorden moet men kunnen ontcijferen (als ze onduidelijk geschreven zijn) en zoo mogelijk copie in Fransch, Engelsch en Duitsch kunnen overschrijven. Aangezien hiermede natuurlijk niet alle om geschikt werk vragende dames geholpen kunnen worden, stel ik mij eventueel beschikbaar voor het schrijven van brieven, en het doen vervaardigen van circulaires, die in een niet te groot getal (bijv. een paar honderd stuks) noodig mochten zijn, indien een comité, als door U bedoeld, mocht worden opgericht.Ga naar voetnoot*) Het adres van deze dame is bij mij te verkrijgen. | |
VI.Eene beschaafde dame, die f 360 verdient, en deze betrekking opgeeft, is bereid daarover te correspondeeren, en inlichtingen te geven. Haar adres is bij mij verkrijgbaar. | |
VII.Een abonnée schrijft:
Hooggeachte Freule.
‘Zoo juist Uw hoofdartikel in de Holl. Lelie 23 Dec. gelezen hebbend, schiet 't mij te binnen dat ik, vanmiddag naar.... fietsend, daar in den nieuwen winkel van.... een sergeant-fourier achter de toonbank zag schrijven. Men was blijkbaar de balans aan 't opmaken; hij noteerde wat men hem opgaf. Onwillekeurig dacht ik hoe weinig zoo iemand in een damesmodewinkel thuisbehoort, en hoe menig meisje of vrouw er naar zou snakken zijne plaats te kunnen innemen. Zou 't kunnen gebeuren, dat ik, door U dit mede te deelen, iemand indirect aan eene betrekking als boekhoudster help? Deze abonnée noodig ik uit, te gaan zien in den uitsluitend voor dames-bestemde coöperatieven winkel ‘De Wekker,’ alhier, welke in de Holl: Lelie onlangs door een paar dames is aanbevolen, als zulk een mooie inrichting tegen hongerloonen. In de Wekker, opgericht door de geldzorgen-als- ‘spoken’-beschouwende ‘nuttige’ juffrouw Meijboom, staat, onder al de bedienende dames,.... een man-boekhouder! - Deze, bij uitstek voor beschaafde dames geschikte betrekking, heeft men gegeven | |
[pagina 479]
| |
aan een.... man. Zóó doen deze ‘nuttige’ dames achter de schermenGa naar voetnoot*). Ik ben noch ‘nuttig’ noch mannenhatend; maar ik vind dat een zaak in dames-goederen, reformkleeding, enz., dus uitsluitend voor dames, en waar dames bedienen, een zaak is voor een vrouwelijke boekhoudster, en niet eene voor een jongen man. Ik verwijs hierover naar mijn artikel in de Holl: Lelie van 22 April 1903. En ik voeg hierbij, dat ik den bewusten boekhouder niet ken, en dus niets tegen hem heb, maar de zaak alleen als zaak meedeel, onpartijdigheidshalve; niet om den boekhouder-in-questie tegen te werken, maar om er op te wijzen hoezeer deze ‘nuttige’ dames, die zoo mooi schreeuwen over ‘de vrouw’, en zich zoo ‘lief’ op den voorgrond stellen, als voelend voor ‘de vrouw’, achter de schermen meehelpen om de vrouw te verdringen uit die bij uitstek voor-vrouwen-geschikte zaken, waarin juist de vrouw thuishoort, en niet de man. | |
VIII.Een andere abonnée schrijft: ‘Gisteren hoorde ik van iemand, dat een zéér geschikte betrekking voor dames is: correspondente van een courant. Toen kwam dit idée bij me op: U zegt in het artikel, dat er onder de werkzoekende dames onderwijzeressen waren met aktes voor talen. Nu staan in het Nieuws van den Dag’ telkens zulke aardige ‘praatjes, onder den titel “Brieven uit Parijs.” Als die dames nu goed op de hoogte zijn van die talen, en een prettigen verhaaltrant hebben, zouden ze dan niet op dezelfde wijze geregeld een “causerie” over Holland, Den Haag, aan Buitenlandsche bladen kunnen opzenden? Zoo'n Hollandsche correspondente wordt goed betaald, heb ik gehoord. De Belgische couranten b.v. nemen bijzonder graag zulke artikeltjes op; de Belgen zijn tuk op nieuws uit Holland, vooral als er zoo nu en dan iets verteld wordt over “la petite reine”. Een Belg kan niet met een Hollander spreken, zonder belangstellend te vragen: “Et la petite reine? Comment va-t-elle? Et son mari?” etc. Ik kan U tot mijn spijt niet veel Buitenlandsche bladen noemen, maar door een vraag daarover in de Lelie zouden misschien wel inlichtingen te bekomen zijn..... Een weduwe zonder middelen zou kostkinderen, Indische kinderen, in huis kunnen nemen. Ja, ik weet wel, dat dit al door héél veel menschen gedaan wordt, maar er worden verbázend veel kinderen naar Holland gestuurd voor hunne opvoeding! En als die dames een advertentie laten zetten in het Bataviasch Nieuwsblad, een druk gelezen blaadje (vooral te Batavia) zal 't haar allicht lukken een paar kinderen te krijgen. Dit wordt goed-betaald.’ Ik teeken hierbij aan, dat men, om goede-causerieën voor een Blad te kunnen leveren, bepaald een gave daartoe moet bezitten. Kennis van talen enz. is niet-voldoende. Men moet een bepaalden aanleg tot dit vak hebben. En zelfs dan nog geloof ik niet, dat het zoo gemakkelijk gaat zoo'n correspondentie aan een Buitenlandsch Blad te krijgen. | |
IX.Naar aanleiding van mijn idee een comité in het leven te roepen, stelt S.M. zich daarvoor beschikbaar in de stad harer inwoning, en schrijft daaromtrent: ‘Als in elke stad een of meer van de Lelie-abonnées u eens hielpen? Als u deze werkverschaffing eens als volgt indeelt: In iedere stad één of meer meisjes of vrouwen, die nauwkeurig opletten wanneer in hunne courant hulp gevraagd wordt, of als er een betrekking open en te vergeven is, als stenographiste, apothekeres enz. U voorziet ieder meisje in hare stad van eene opgave van beroepen, die u kan laten vervullen als ‘vertaalster, typewriter, huishoudster enz. enz.’Ga naar voetnoot*) Zoodra wij een aanvraag in onze courant lezen, schrijven wij op de advertentie, dat wij iemand weten, en schrijven u dan wat gevraagd wordt, waarop de bewuste persoon zich verder in verbinding zet met steller der advertentie.... Hiermede heb ik mijn verslag beëindigd. Ik dank allen hartelijk die mij schreven hieromtrent, en verheug mij zeer over de groote belangstelling die ik van beide geslachten heb ondervonden. Mocht het helpen! ANNA DE SAVORNIN LOHMAN. Bericht naar aanleiding van het bovenstaande. Van zeer gewaardeerde zijde, - omdat de schrijver iemand is wiens inzichten op 't gebied van de Vrouwenquestie ik veelal deel, en in elk geval hoogst belangrijk acht, - ontving ik, toen dit alles reeds was afgedrukt, nog een brief over deze questie. Ik hoop dien in het volgend nommer mee te deelen, en te behandelen |
|