Maar in dit boek niet alléén. Ook in haar volgende, in ‘Tragedie’.
In dezen roman wordt ook een man geteekend, die ‘de teekenen des tijds’ begrepen heeft. Het is de predikant Frans. Maar hij meent, dat het verkeerde in de maatschappelijke inrichting nog wel terecht gebracht kan worden door de prediking der naastenliefde uit het Evangelie en van hetgeen de Heilige Schrift verder over het onderling verkeer der menschen leert. De geest van het Evangelie moet z.i. in de maatschappij zegevieren, om het verloren geluk terug te brengen.
Maar hij komt bedrogen uit; telkens en telkens komt hij tot de désillusioneerende ontdekking, dat hoe schoon de voorschriften uit den Bijbel ook wezen mogen, ze geen toepassing meer kunnen vinden in de huidige maatschappij, die de genezing van haar kwaal bij een ander medikament zoeken moet. En dat geneesmiddel is h.i. natuurlijk het socialisme.
Het boek eindigt dan ook, dat de predikant op zijn ouden dag, wanneer hij thuis is bij zijn getrouwde dochter, die evenals haar man socialiste is, en gezien heeft, hoe zijn genezingspogingen met den geest van het Evangelie schipbreuk hebben geleden, zich de bekentenis laat ontvallen: ‘Ik moet erkennen, dat ik mijn leven lang gestreden heb voor een waan’. En als zijn dochter dan zegt: ‘Maar nu voortaan gaat u met ons meewerken; wat heerlijk,’ dan antwoordt hij: ‘Ja, voor den tijd, die me nog overschiet.’
Den volgenden morgen wordt hij door zijn kinderen dood in bed gevonden.
Dit is het tragische uiteinde van een man, die goed wilde en zijn heele leven lang gestreefd heeft dat goede ook in toepassing te brengen ter bevordering en verhooging van het geluk zijner medemenschen, maar daarin faalt omdat hij het verkeerde middel tracht aan te wenden. Dit is dan ook de reden dat de schrijfster haar boek ‘Tragedie’ heeft genoemd.
En in zooverre heeft ook deze roman een propagandistische tendenz, dat Anna Van Gogh-Kaulbach ons in haar boek laat zien, hoe de pogingen van den predikant om door middel der voorschriften van het Evangelie aan misstanden een einde te brengen, mislukken, zoodat hij zelf uitroept: ‘Ik moest eerst weten, dat ik 't goede niet had, omdat ik geen resultaten zag!’, terwijl zijn schoonzoon bij wien hij inwoont, met zijn socialisme wel ‘resultaten ziet’.
Maar ook haar derde boek, ‘Mammom’, legt getuigenis af van de socialistische levensen maatschappelijke beschouwing van deze schrijfster. Want gelijk de titel al half vermoeden doet, wordt er de slechtheid in behandeld, die de macht van den Mammom stichten kan en hoe er in ons maatschappelijk samenstel, in onze samenleving, juist door de macht van dien geldafgod, dingen worden gedaan, welke het geluk van anderen in de waagschaal stellen of vernietigen.
Dit alles had Anna Van Gogh-Kaulbach te vertellen, en om dàt te verkondigen, daar waar deze zaken van dien kant niet zoo beschouwd en beoordeeld worden, heeft ze de novelle en den roman gebruikt. En de drang, om daar in het openbaar getuigenis van af te leggen, heeft haar tot schrijfster gemaakt.
Anna Van Gogh-Kaulbach is dus een malkontente. Ze is niet tevreden met de hedendaagsche maatschappelijke en ekonomische inrichting; ze is ook kritisch aangelegd, en spaart van uit haar sociaal-demokratisch standpunt haar oordeel niet aan hetgeen zij verkeerd vindt.
Maar het mooie en aantrekkelijke in den geest van haar werk is nu, dat zij - niettegenstaande de ontgoochelingen, die haar het Leven zelf ook geschonken moge hebben - niet bitter, niet sarkastisch tegenover het heden is geworden.
In dit opzicht steekt haar werk af bij dat van Henriette Roland-Holst, die, o.a. in haar brochure over de Pers, het hoog-stemmige, eenigszins faussetachtige in haar geluid heeft van de driftige neofiet; men mist in haar werk dat mooi-bezonkene, dat rustigzekere, dat égaal-hooge en dat sereinsublieme, hetwelk men vindt in boeken van menschen, die lang geworsteld en gezocht hebben, maar nu ook op een hóógte gekomen zijn, van waaruit ze met onverstoorbare kalmte wachten kunnen op de verwezenlijking van hun mooi ideaal; zij doet nog te veel mee, óók in haar werk van kunst, aan kleine passie.
Maar bij Anna Van Gogh-Kaulbach zal men dat tevergeefs zoeken.
Henriette Roland-Holst is de artieste en de socialiste van het heftige, driftige, opbruisende temperament: - een geboren kampvechtster.
Anna Van Gogh-Kaulbach is de artieste en de socialiste van het passieve, verdraagzame,