| |
| |
| |
Handschriftbeoordeeling.
I.
D.D. van Y.’ bezit een zeer zinnelijke neiging. Heeft meer levendigheid dan wilskracht, en bezit een normale ontwikkeling. Hij is eenigszins diplomatisch. Pedant is hij vrij erg. Dikwijls is hij scherp en onaangenaam, hoewel hij toch van nature een goed en medelijdend hart heeft. Verkwistend is hij niet, doch wel lichtzinnig en grillig, en geeft zich over aan uitspattingen. Hieraan is nauw verbonden zijn zucht naar 't romantische. Practisch is hij niet. Hij is zeer op zijn uiterlijk gesteld, en zal zich derhalve veel spiegelen. Geschiktheid tot onderwijzen bezit hij. Hij heeft de gewoonte om dikwijls op eenigszins pralenden toon over gewichtige onderwerpen te spreken, waar hij in de meeste gevallen niet veel van afweet. - IJdel en omslachtig is hij. Voorzichtig en dikwijls zeer wantrouwend. Slim bij sluw-af is hij. Over 't algemeen geen zeer betrouwbare natuur.
| |
II.
‘Joh’ gevoelt zich dikwijls treurig en moedeloos, en heeft veel last van melancholie. Hij is over 't algemeen erg zenuwachtig, en heeft meer levendigheid dan wilskracht. Door zijn medelijdend hart zal hij dikwijls onpractisch en onzuinig zijn. Hij is iemand, die veel hersenarbeid verricht. Hij is idealistisch, en heeft schoonheidsgevoel en kunstzin. Hij kan dikwijls zeer omslachtig zijn. IJdel is hij helaas. Zeer voorzichtig is hij in 't nemen van besluiten. Een zekere voornaamheid in voorkomen en manieren heeft hij. Hij moest meer zin voor orde hebben. Hij bezit een onduldbaren geest tot tegenspraak. Eenvoudig, vol zelfbewustheid, doch zeer voorzichtig, gaat deze door 't leven.
| |
III.
‘M. te E.’ is over 't algemeen eer treurig en neerslachtig dan vroolijk. Hij is nogal erg burgerlijk, en tracht met een gemaakte deftigheid te imponeeren, wat hem in den regel slecht afgaat. Zin voor buitensporigheden en tot het romantische bezit hij. Voorzichtig, wantrouwend is hij, zoodat hij zelf zéér slecht te vertrouwen is. Verschillende teekens in zijn schrift duiden hem aan als sluw en valsch. In gezelschap gevoelt hij zich niet op zijn gemak. Hoogdravend en omslachtig is hij. Over 't algemeen maakt zijn schrift een beslist ongunstigen indruk. De mogelijkheid bestaat, dat hij zeer weinig schrijft, zoodat de ongunstige kenteekens meer uit onbedrevenheid in 't schrijven hun oorzaak vinden.
| |
IV.
‘P.S.H.’ heeft een gesloten, oprecht karakter. Over 't algemeen is zij eer treurig en neerslachtig, dan opgeruimd. Zij heeft een zenuwachtig gestel en bezit meer levendigheid dan wilskracht. Geschiktheid tot onderwijzen heeft ze. Zij spreekt gaarne tegen, en is dikwijls daardoor nogal kattig. Toch heeft zij een goed en medelijdend en dikwijls overgevoelig hart. Zij is zeer practisch, en weet door haar volhardendheid bijna altijd haar zin te krijgen. Zinnelijke neiging is aanwezig. De getallenzin is sterk bij haar ontwikkeld. Zij lijdt veel aan melancholie. Heel zuinig is zij niet. Zij heeft een idealistischen zin. Zij bezit energie en is trouw, en zal zich gaarne wijden aan éen. Eenigszins trotsch en zeer voorzichtig is ze. Of ze wel heel ordelijk is, wordt betwijfeld. -
| |
V.
‘Nelly’ heeft een lief, naïef karakter. Is echter zeer nieuwsgierig, en heeft een onduldbaren geest tot tegenspreken. Zij schijnt verwend, en is gewend altijd haar zin te krijgen. Gesloten en ingetogen van karakter is ze, huiselijkheid, goeden smaak en kunstzin en een zekere voornaamheid in voorkomen en manieren, maken haar tot een goede huisvrouw. Evenwel moest zij niet hoogmoedig zijn. Practisch is ze niet. Zij bezit meer levendigheid dan wilskracht. Is nogal erg met haar zelf ingenomen, en pruilt wanneer 't niet gaat zooals zij 't wil. Zij heeft steeds plannen in haar hoofd, evenwel worden er maar zeer weinige uitgevoerd. Egoïstisch is zij nogal. Voor harde woorden is zij erg gevoelig. Zij heeft iets liefs in haar karakter, dat steun zoekt bij een sterkere. -
| |
| |
| |
VI.
‘CACTUS’
Algemeene indruk:
eenvoudig, gevoelig, toewijdend karakter.
opgeruimd. - diplomatisch. - goedhartig, gevoelig. - schoonheidsgevoel en kunstzin. - genotzucht en vreugde bij stoffelijk bezit. - huiselijk. - eenvoudig, - romantisch. - geschiktheid tot onderwijzen. - niet geven om uiterlijkheden. - spaarzaam. - zucht tot tegenspraak. - kattig. - trouw. - gesloten, eerlijk. - idealistisch. - vasthoudend. - koopziek. - zenuwachtig. - niet zeer ordelijk. - nieuwsgierig.
| |
VII.
Algemeene indruk: ijdel, doch eerlijk karakter.
opgeruimd, hoewel soms zeer melancholiek. - steeds plannen maken, echter zonder ze uit te voeren. - egoïstisch. - lichtzinnig. - slordig - kattig. - hoogmoedig, trotsch. - getallenzin sterk ontwikkeld. - onpractisch, onlogisch. - coquet (in zeer sterke mate.) - zelfbewust. - zekere voornaamheid in voorkomen en manieren. - geschiktheid tot onderwijzen. - zinnelijke neiging. - meer levendigheid dan wilskracht. - zin voor geld. - terughoudend. - openhartig, eerlijk. - voorbarig. - idealistisch. - geestig. - koopziek. - eenzijdig. - zucht tot vitten.
| |
VIII.
Algemeene indruk: zelfbewust, lief, doch dikwijls al te geestig karakter.
ondernemend. - eerzuchtig. - vroolijk, hoopvol. - goedhartig, medelijdend, lief. - sterke werkzaamheid der hersenen. - idealistisch. - schoonheidsgevoel en kunstzin. - huiselijk. - reinheid van zeden. - vrijgevig - uiterlijke en innerlijke degelijkheid. - zekere voornaamheid in voorkomen en manieren. - geschiktheid tot onderwijzen. - zelfbewust. - meer levendigheid dan wilskracht. - coquet. - onduldbare geest tot tegenspraak. - gesloten, terughoudend, ingetogen. - trouw. - trotsch. - geestig, dikwijls scherp.
| |
IX.
‘NINE.’
Algemeene indruk: eenvoudig, lief karakter.
geringe hevigheid van het zieleleven en der hartstochten. - zenuwachtig. - geschiktheid tot onderwijzen. - geestig, dikwijls scherp. - medelijdend. - schoonheidsgevoel en kunstzin. - genotzucht en vreugde bij stoffelijk bezit. - huiselijk. - romantisch. - vrijgevig. - logisch, practisch. - reinheid van zeden. - zekere voornaamheid in voorkomen en manieren. - idealistisch. - zelfbewust. - meer levendigheid dan wilskracht. - gewone ontwikkeling. - spreekt dikwijls op eenigszins pralenden toon over gewichtige zaken, ook al weet ze er niet veel van. - Openhartig, eerlijk. - trouw. - Door 't aangewend-gewichtig-doen gaat veel van 't oorspronkelijk-lieve in het karakter te loor.
| |
X.
‘WILHELMINA.’
Algemeene indruk:
openhartig, doelbewust, gevoelig karakter.
geestelijke ontwikkeling. - diep zieleleven. - plannen maken zonder volhouden - wilskracht. - groote goedheid, zachtmoedigheid. - schoonheidsgevoel en kunstzin. genotzucht en vreugde bij stoffelijk bezit. - ondernemend, dapper. - getallenzin sterk ontwikkeld. - melancholisch. - niet logisch, niet practisch. - dikwijls schuchter in gezelschap. - zekere voornaamheid in voorkomen en manieren. - geschiktheid tot onderwijzen. - idealistisch. - spaarzaam. - ordelijk. - goede smaak. - zucht tot tegenspraak. - trotsch. - openhartig. - coquet. - vastberaden. - volhardend.
| |
XI.
‘A.’
Algemeene indruk: flink, doelbewust, doch brutaal, eigenzinnig karakter.
hooge ontwikkeling. - diep zieleleven. - ondernemend, dapper, eerzuchtig. - opgeruimd. - wilskracht, daadkracht. - groote goedheid. - eenigszins roekeloos, despotisch. - genotzucht en vreugde bij stoffelijk bezit. - niet practisch, niet logisch. - zinnelijke neiging. - spaarzaam. - zekere voornaamheid in voorkomen en manieren. - geschiktheid tot onderwijzen. - zelfbewust. - onduldbare geest tot tegenspraak. - spreekt dikwijls op gewichtigen toon over verschillende onderwerpen. - gesloten, terughoudend. - vastberaden. - brutaal en strijdlustig. - idealistisch (in vrij sterke mate). - groote eígendunk.
| |
XII.
Algemeene indruk:
trotsch, onbuigzaam, hartstochtelijk karakter.
groote eigendunk. - hooge ontwikkeling. - diep zieleleven. - groote wilskracht. - zinnelijke neiging (in sterke mate.) - tevreden, rustig (gemoedstoestand). - groote goedheid, medelijdend. - kracht-trotseerende gezondheid.
| |
| |
- roekeloos, despotisch, geweldig, gruwzaam (in sterke mate). - brutaal, hardnekkig, strijdlustig. - aanleg tot grootheidswaanzin. - stout, ondernemend, dapper, vastberaden. - onpractisch, onlogisch. - voornaamheid in manieren (in groote mate). - geschiktheid tot onderwijzen, - genotzucht en vreugde bij stoffelijk bezit, (in groote mate). - groote werkzaamheid des geestes. - terughoudend, gesloten, voorzichtig, wantrouwend, oprecht, trouw. - trotsch (in sterke mate).
(onder verwijzing naar beoordeeling van schrift van
‘Talijana’ in Holl. Lelie dd. 4 Nov. '03. no. 19.)
| |
XIII.
‘G.G.’
Algemeene indruk: trouw, gevoelig, doch eenigszins trotsch karakter.
diep zieleleven. - wilskracht. - groote goedheid. - gevoelig. - genotzucht en vreugde bij stoffelijk bezit. - huiselijk. - coquet. - ordelijk. - niet practisch, niet logisch. - geschiktheid tot onderwijzen. - spaarzaam. - gesloten, terughoudend. - zelfbewust. - onduldbare geest tot tegenspraak, zucht tot vitten. - sterke werkzaamheid der hersenen. - trotsch. - trouw. - idealistisch. - zekere voornaamheid in voorkomen en manieren.
| |
XIV.
‘T. te Z.’
Algemeene indruk: eenvoudig, gevoelig, kattig karakter. geringe hevigheid in 't zieleven onder hartstochten. - zenuwachtig. - egoïstisch. - kattig. - onduldbare geest tot tegenspraak. - gevoelig. - meer levendigheid dan wilskracht. - romantisch. - niet practisch, niet logisch, dikwijls schuchter in gezelschap. - spaarzaam. - slordig, geestig. - eenvoudig. - nieuwsgierig. - humoristisch. - gesloten, terughoudend.
| |
XV
‘LAURA.’
Algemeene indruk:
eenvoudig, gevoelig, toewijdend karakter.
diplomatisch. - opgeruimd. - zacht, goedhartig, gevoelig. - genotzucht en vreugde bij stoffelijk bezit (in vrij sterke mate). - schoonheidsgevoel en kunstzin. - eenvoudig. - huiselijk. - romantisch. - onpractisch, onlogisch. - geschiktheid tot onderwijzen. - niet geven om uiterlijkheden - spaarzaam. - zucht tot tegenspraak, kattig. - trouw. - gesloten, eerlijk. - vasthoudend. - idealistisch. - koopziek. - niet zeer ordelijk. - nieuwsgierig. - zenuwachtig.
HANDSCHRIFT-BEOORDEELAAR.
(Wordt vervolgd.)
|
|