De Hollandsche Lelie. Jaargang 17

Handschriftbeoordeeling.

I.

Algemeene indruk:

fllink, doch erg met zichzelve ingenomen karakter.

kracht-trotseerende gezondheid. - neerslachtig. - wilskracht. - goedhartig. - coquet. - schoonheidsgevoel, kunstzin. - genotzucht, en vreugde bij stoffelijk bezit. - eenvoudig (in manieren). - huiselijk. - niet practisch. - eenigszins verlegen in gezelschap. - reinheid van zeden. - spaarzaam. - geschiktheid tot onderwijzen. - terughoudend, gesloten. - vol eigenliefde. - vastberaden, moedig. - brutaal. - idealistisch. - heerschzuchtig. - trotsch.

II.

A.A.B.

Algemeene indruk: gevoelig, trouw karakter.

diep zieleleven. - groote werkzaamheid der hersenen. - plannen maken zonder ophouden. - niet practisch. - eenigszins verlegen in gezelschap. - wilskracht. - goedhartig. - medelijdend. - genotzucht, en vreugde bij stoffelijk bezit, (in vrij sterke mate.) - schoonheidsgevoel, kunstzin. - huiselijk. - spaarzaam. - zinnelijke neiging (vrij sterk ontwikkeld). - geschiktheid tot onderwijzen. - terughoudend, gesloten. - vrijgevig. - energisch. - trouw. - hoogmoedig, trotsch. - zelfbewust.

HANDSCHRIFT-BEOORDEELAAR.

(Wordt vervolgd).