De Hollandsche Lelie. Jaargang 17
(1903-1904)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd‘Reform-kleeding... und kein Ende.’De onderstaande plaatjes neem ik op, omdat mevrouw Wijnaendts Francken - Dyserinck het mij zeer bepaald verzocht. Mijnerzijds echter verklaar ik uitdrukkelijk, dat ik ze zeer onjuist vind. Want in de werkelijkheid ziet men in Parijs, in Londen en in Weenen, en hier en daar ook in Den Haag, zeer vele toiletten die wel degelijk beantwoorden aan de ontwerpen ervoor. - Daarenboven vind ik de beide teekeningen in dit geval even smakeloos; zoowel het model als de uitvoering ervan. Our Curious Artist wants to know why it is that, although the fashion plate looks like this -
The dress is seldom more like it than this.
Aan het verzoek der redactrice om toe te lichten wáárom ik haar verzocht bijgaande clichés uit 'n Engelsch blad over te drukken, voldoe ik gaarne. W.W.F. - D. Zelve sedert 7 jaar genietende van de reform-onderkleeding, ging ik verleden jaar slechts tot reformjaponnen over op verzoek van m'n naaister. 'k Vond een gewone op elkaar geknoopte blouse of taille en een rok, tot op dat oogenblik niets ongemakkelijk. 't Is waar, 't was niet zoo erg mooi, maar de toiletten die men op straat te zien kreeg waren bij lange na zoo elegant niet als de modeplaten voorspiegelden en ik deelde m'n lot dus met velen. Toen kwam m'n eerste reformjapon met 't resultaat dat iedereen me 't compliment te hooren gaf dat me 't liéfst was: ‘he, jij bent lang zoo dik niet meer als vroeger.’ Bovendien bleek me de verwijdering van den laatsten band (bovenstuk japonrok en ceintuur) om 't middel verrukkelijk comfortabel, terwijl ik nu door de zeer spaarzame reformplaatjes werd gedwongen zelf te gaan bedenken, waarbij veel duidelijker bleek hoe gek en zinneloos vele kantjes en oprijgsels en passementen worden aangebracht. Dat ik daarmee de reformkleeding heel lief kreeg, spreekt vanzelf en eveneens | |
[pagina 280]
| |
dat uitingen van frl. Lohman dat dit of dat ‘om bij te huilen was’ me erg hinderden.Ga naar voetnoot*) Niet omdat ik 't er niet vaak mee eens was, o jawel, maar omdat speciaal reform werd aangewreven wat gerust mag slaan op de gemiddelde vrouwenkleeding in ons land. Zeker, ik heb afschuwelijke fladderende zakken op 't Kurhaus gezien, 'k heb zelf ook wel eens gezucht onder 'n mislukkertje. Maar in even sterke mate geldt dit van de gewone japon, en ik was erg in m'n schik die meening gedeeld te zien en zoo scherp en sarcastisch geïllustreerd in bovenstaand plaatje, afkomstig uit 'n land waar men aan geen reform denkt, en dus geheel zonder tendenz in die richting geteekend. En nu durf ik beweren dat de ergste hobbezak minder 't aesthetisch gevoel kwetst dan een zóó uitziende modieuse juffer. Misschien ben ik bevooroordeeld, maar een poos geleden hebben nog een paar prachtig zittende kostbare lichte zijden valschkleurige japonnen, vol plakjes kant, nauwgetrokken over even vette als respectabele figuren, me zóó naar gemaakt, dat ik van superieur tooneelspel over dien dam heengezien niet kòn genieten. Waren de dames in 'n wijd witwollen kleed à la Annie Besant of 'n zwarte hobbezakjapon gehuld geweest, ze hadden er m.i. behoorlijk kunnen uitzien, nù was 't widrig. Al zulke verbeteringen stel ik me van 't reformbeginsel voor. Freule Lohman moge beweren, dat 't voor mooie figuren een weelde is maar voor anderen onbruikbaar,Ga naar voetnoot†) ik kan 't niet met haar eens zijn: want de leelijke kan in de plooien van een reformjapon meer verbergen dan in een gewoon kostuum, daar zelfs 't mooiste corset op ouderen leeftijd de uitpuilende vetmassa's niet kan doen verdwijnen. Ten slotte zou ik op 'n verschijnsel willen wijzen dat misschien alleen in m'n verbeelding bestaat, maar ik verbééld 't me dan toch héél vast. De meeste hoeden, de èrge modehoeden, de dernier cri staat er idioot bij. Sedert ik reform draag heb ik 20 maal meer moeite 'n passend hoofddeksel te vinden, de meeste stáán niet. Wijst dat niet er op dat 'n juist-aesthetisch princiep aan 't reformkleed ten grondslag ligt? Zijn niet de meeste hoeden vooral op met-weinig-zorg-gekapte hoofden gezet òndingen? Men beware ze maar eens 'n jaar of wat!! En indien de reform bewerkte dat op den duur alleen de matelot en de picture-hat overleefden, zou daarmee niet èn aan onze beurzen èn aan 't aspect onzer straten een enormen, onschatbaren dienst zijn bewezen? W. Wijnaendts Francken - Dyserinck.
20 Oct. '03. |
|