Ingezonden stukken.
Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.
Over zenuw= en zielziekten.
In een feuilleton van de N.R.C. gaf Medicus Zondag 2 Aug. eene vluchtige, maar toch wel goede beschouwing over zenuwen. Hij besprak ook nog eene brochure waarin met veel aandrang den psychiaters is gevraagd toch in populaire voordrachten en geschriften hulp te verleenen aan duizenden, die onnoemelijk lijden. Medicus drong aan liefde en vertrouwen te beoefenen. En dan was de huisdokter de aangewezen man om hulp te verleenen. Dit alles komt mij voor zeer behartigenswaard te zijn. Maar toch wil ik wijzen op een element, dat Medicus niet aangeeft. Genoemde ziekte is meestal zwakte, uitputting, 't zij naar lichaam of ziel. En nu zal in vele gevallen een huisdokter, die met alle familieaangelegenheden op de hoogte is en tevens een goed mensch zal zijn, wel doeltreffende middelen ter genezing kunnen aangeven. Maar toch er is meer noodig om eene uitgeputte en moe-gemartelde ziel te troosten en te ondersteunen. Liefde en vertrouwen zijn heel goed. 't Is echter slechts de vraag van welk gehalte die liefde en dat vertrouwen zijn. Bedoelt men er mede gewoon-menschelijke liefde, dan zal dit medicijn niet blijvend helpen. Niemand meene, dat ik dweep. De kreet der brochure is volgens Medicus er eene uit diepten van lijden en smart. Ook schrijver dezes heeft in de benauwde donkerheden van zielsziekte verkeerd. Daarom kan hij door ervaring spreken van dien nood. En nu meent hij, dat er een middel is, beter dan het aangegevene van Medicus, en dit middel is eenvoudig het geloof. Speciaal het geloof in Jezus Christus, die den dood en ook de smarten en kille donkerheden der ziel heeft overwonnen en in licht doen verkeeren. Want hoe gaat het met menschelijk vertrouwen en met menschelijke liefde? Och, die zijn eindig. Er zijn ervaringen onzer ziel, die andere menschen niet zullen begrijpen en dus niet met ons kunnen dragen. Daarom is het van zoo groote waarde in deze een geneesmiddel te kunnen bieden, dat heel vaak heilend werkte. De arts Keuchenius schreef eens: ‘Tot genezing
van het lichaam zijn ons vele middelen geschonken, tot genezing van de ziel slechts één middel, en dat is het geloof in den Heere Jezus Christus.’ Een ander psychiater, prof. Eulenburg zegt: ‘Wij moeten het oog vestigen op het voelen en denken der menschen, op de geestelijke kracht, welke hun ten dienste staat, of behoort te staan bij de wijzigingen der verhoudingen, waaronder zij te leven hebben. In de verborgen diepten van ons intellectueele en gemoedsleven moeten de voornaamste bronnen te vinden zijn voor de moderne zenuwzwakte en levenssmart. Ons denken zelf en ons gemoedsleven zijn in de war geraakt in tegenovergestelden zin. Ons verstandsleven toch lijdt aan overmatige bedrijvigheid, aan hypertrophie, terwijl ons gemoedsleven armoediger en schraler is geworden; de maatschappelijke toestanden zijn voor het vormen en in stand houden van krachtige karakters ongunstig.’ En verder: ‘Men moet verbetering willen, en zal