zekere Gerrie denkt of vindt.’ (zóó ongeveer luidden de woorden; de courant is niet meer in mijn bezit.)
- Welnu, ik dacht dat de heeren socialisten, die verklaren zoo vreeselijk veel te voelen voor ‘het volk’, minstens evenveel waarde zouden hechten aan de opinie eener ‘zekere Gerrie’, als aan de meening van ieder ander!
Waarschijnlijk zoude de socialistische schrijver in de Controleur inderdaad ook wel waarde gehecht hebben aan de meening eener ‘zekere’ Gerrie,.... als de ‘zekere Gerrie’ 't ééns ware geweest met hèm en met zijn Troelstra en van Kol! Dan ware zij natuurlijk geweest: ‘een “stem uit velen,” “eene der verdrukten”,’ etc. etc!
Maar nu zij een groot blijk geeft van gezond-verstand door zich niet te laten voor den gek houden door meneer-socialisten, die leven van het volk dat ze heeten te ‘dienen’, nu ‘komt het er absoluut niet op aan: wat een “zekere” Gerrie zegt.’
De ‘zekere Gerrie’ is in elk geval evengoed háár opinie waard als de anonyme aanvaller op haar in de Controleur, van wien ik toevallig van terzijde hoorde dat hij ‘een zeker’, gehéél-onbekend schoolmeestertje moet zijn.
Maar, de beduidenheid of onbeduidenheid van Gerrie doet er niets toe overigens.
't Teekenende in het geval is alléén de ‘onpartijdigheid’ van de socialisten, die zooveel heeten te voelen voor ‘iedereen’ ‘zonder aanziens des persoons’; maar die, zoodra iemand 't waagt met hen in meening te verschillen, klaar zijn met smalend spreken over de opinie van een ‘zekere’ Gerrie ‘die er niets op aankomt!’ -
In zulke schijnbare kleinigheden ligt een gróóte waarschuwing verborgen; een waarschuwing, dat de toekomst-heilstaat van zoogenaamde gelijkheid en broederschap een utopie is, en niets anders. 't Zal altijd 't zelfde blijven: elkaar verdrukken, minachten. Laten de van Kols en de Troelstra's en de ‘zekere’ schoolmeestertjes uit de Controleur maar eerst op hun beurt eens bovenaan zitten aan 't laadje, dan zullen we zien hoeveel van de vette brokken er overblijven voor ‘het volk’, dat nu zoo dwaas is hen aan dat laadje te helpen in het zweet huns eigen aanschijns en ten koste van hun dagelijksch brood. (zie o.a. de stakingsgeschiedenis.)
ANNA DE SAVORNIN LOHMAN.