Het hofken der geestelycker liedekens
(1577)–Anoniem Hofken der geestelycker liedekens, Het– Auteursrechtvrij
[pagina ccxi]
| |
Int huys Godts willen wij springhen
Dat hij ons heeft bereyt
Hier soo moeten wij lyden
Strijden int iammer dal
Als wij ten hemel comen
Dan eest vergeten al.
Nv looft den heer almachtich
Hij is ons vader seer goet
Hij helpt die sijne warachtich
Daerom hebt goeden moet
Hier soo moeten wij lijden, strijden int. &x.
En wilt v niet verslaghen
Maer vromelijck strijden aen
Op Godts woort willen wij waghen
Hij sal ons wel bystaen
Hier soo moeten wij lijden
Strijden int iammer dal.
Wat souden wij meer begheren
Dan kinderen Godts te sijn
Wij sal ons moghen deiren
Met dreyghen oft met pijn.
Hier soo moeten wij lijden, strijden.
En hebben wij dexellente spijse
Wat behoeuen wij dan meer
Laet ons hem liefde bewijsen
Ende dancken onsen heer
Hier soo moeten wij lijden
Strijden int iammer dal
Als wij ten hemel comen
Dan eest vergheten al.
|
|