Het hofken der geestelycker liedekens(1577)–Anoniem Hofken der geestelycker liedekens, Het– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Hoort toe ghij sondaers alle ghemeyn] Een nieu Liedeken, op die wyse Den lustelycken Mey is nv inden tyt. Hoort toe ghij sondaers alle ghemeyn Wilt niet mistroostich wesen Gaet al tot Christum dat edel greyn Die mach onsen druck ghenesen Soo ons die schriftuere wtleyt Godt die is altijt bereyt Te vergheuen onse misdaden Christus sprect, compt alle die zijt beladen. God heeft ons soo lief dat hij ons bemint Esaias doet ons dat weeten Alwaert dat een moeder haer eyghen kint Soude moghen vergheten Hij en vergheet ons nemmermeer, Christus die almoghende Heer Want wij sijn alle sijn graden Christus spreect compt alle die zijt beladen. Magdalena diemen die sondersse heet Daer mochtmen wel aenschouwen Ende van Zacheus niet en vergeet, Daer hij maeltijt ghinck houwen [pagina ciiij] [p. ciiij] Noyt sondaer en quam daer soo groot Die hij zijn ionste niet en boot, Hij en thoonde hem sijn ghenaden Christus spreect, comt alle die zijt beladen. Hij is den wech als daer staet gheschreuen Een Heer bouen alle heeren Die waerheyt is hij, ende oock dat leuen Waer wilt ghij anders keeren Hij is die dore die open staet Daermen totten vader gaet Niemant wil hij versmaden Christus spreckt, compt alle die zijt beladen. Dus wilt betrouwen in Godt des vreden Wilt sijn gheboden houwen En wilt den buyten wech niet treden Soo sult ghij zijn rijck aenschouwen Ende houdt altijt accoort Ende sijn Goddelijck woort Wilt treden nae zijn paden Christus spreect, compt alle die zyt beladen. Godt worde voor ons aent cruyce gherect Met sijn ghebenedijde leden Die Ioden hebben hem soo seer begheckt Den moordenaer heeft hem ghebeden Met woorden seer soetelijck Beloofde hij hem sijn eewich rijck Noch en quam hij niet te spade Christus spreect, compt alle die sijt beladen, O Princelijcke Godt inder eewicheyt Roept, Heere compt ons te baten [pagina cv] [p. cv] Sijn armen heeft hij wijt wt ghespreyt Hij en wil ons niet verlaten Hij is eewich ghebenedijt Peyst dit altijt wie dat ghij sijt Ende wilt v wijsselijck beraden Christus spreect, compt alle die zijt beladen. Vorige Volgende