Het hofken der geestelycker liedekens
(1577)–Anoniem Hofken der geestelycker liedekens, Het– Auteursrechtvrij
[pagina lij]
| |
Staet op en weest bereyt
En wilt doch tot my comen
Toont ons v Goddelycheyt
V Godtheyt is soo schoone.
Wie clopt daer aen den muer
Om myne genaedichede
Die doot wort mij soo suer
Eer ick mocht maken vrede
Den thoren was soo groot
Hij dede den hemel sluyten,
Leert lijden totter doot
Oft ghij moet blyuen buyten.
O Iesus lieue Heer
Hoe sal ick by v geraken
Dat leuen lust my soo seer
Ick en can geen lyden smaken
Het dunckt mij swaer arbeyt
Om troost soo ben ic comen
Toont ons v Godlyckeijt
V Godtheyt
Ghij meynt dat ick den slapen
Ende dat ick v niet en kinne
Ghij moet v seluen laten
Ende lyden door die minne,
Ick moeste soo veel lijden
Soudick hemelrijck ontsluijten
In lyden moet ghij verblyden
Oft ghij moet blijuen buijten.
Iesus geminde Heere
Hoe mocht v steruens lusten
Dat cruys woech v soo seere.
| |
[pagina liij]
| |
Ende ghij en mocht niet rusten
Om onse salicheyt
Droechdij een doornen croone
Toont ons v Goddelycheyt.
V Godtheydt:
Al stondy daer tot morgen
Soo en meucht ghij niet versinnen
Oft in v herte voortbringen
Hoe dat mij dwanck die minne,
Dat ghij sout sijn ontlast
ende hemelrijck ontsluyten
Dus moet ghij lijden vast
Oft ghij moet blijuen buyten
Ick sie den lichten dach
Al door die wolcken dringen
Ick sie dat niemant en mach
Den wille Gods volbringen
Hy en hebbe verduldicheyt
En lyden hoe dat come
Toont ons v Godlijcheyt
V Godtheijt.
Ghij meynde met alder lost
Des vleeschs tot mij geraken
Het heeft my meer gecost
Dat hemelrijck te smaken.
Druck lijden ende seer
Doet dat hemelrijck ontsluyten
Ghij moet noch lyden meer
Oft ghij moet blyuen buyten
Och die liefste die ic weet
Die woont in hemelrijcke
Ick ben nv bereet
| |
[pagina liiij]
| |
Om te lijden blijdelijcke
Pyne, druck en leijt,
Op dat ick v hebbe te loone
Thoont ons v goddelijcheyt.
V Godtheijt.
|
|