| |
| |
| |
Bibliografie
Adema, H. (ed./vert.), Renout van Montalbaen. De vier Heemskinderen. Tekst en vertaling. Leeuwarden 1998. (Vertaalde tekstuitgaven Middelnederlands, 15) |
Albering, L.A.H., Vergelijkend-syntactische studie van den Renout en het Volksboek der Heemskinderen. Groningen/Den Haag/Batavia 1934. - [Proefschrift Groningen] |
Bastert, B. (red.), Karl der Große in den europäischen Literaturen des Mittelalters. Konstruktion eines Mythos. Tübingen 2004. |
Beckers, H., ‘Frühneuhochdeutsche Fassungen niederländischer Erzählliteratur im Umkreis des Pfalzgräflichen Hofes zu Heidelberg um 1450/80’, in: E. Cockx-Indestege en F. Hendrickx (red.), Miscellanea neerlandica. Opstellen voor Dr. Jan Deschamps ter gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag. Leuven 1987, dl. 2, p. 237-249. |
Bender, K.-H., König und Vasall. Untersuchungen zur Chanson de geste des XII. Jahrhunderts. Heidelberg 1967. (Studia Romanica, 13) |
Berg, E. van den, Middelnederlandse versbouw en syntaxis. Ontwikkelingen in de versifikatie van verhalende poëzie ca. 1200 - ca. 1400. Utrecht 1983. - [Proefschrift Utrecht] |
Berg, E. van den, ‘De Karelepiek. Van voorgedragen naar individueel gelezen literatuur’, in: A.M.J. van Buuren e.a. (red.), Tussentijds. Bundel studies aangeboden aan W.P. Gerritsen ter gelegenheid van zijn vijftigste verjaardag. Utrecht 1985, p. 9-24, 326-329. |
Berg, E. van den, ‘Van wiganten, onvervaerde helden en fiere ridders: epithetische persoonsaanduidingen in de Middelnederlandse ridderepiek’, in: De nieuwe taalgids 81 (1988), p. 97-110. |
Berg, E. van den, ‘De ridderliteratuur in het veertiende-eeuwse Vlaanderen: epos of roman?’, in: Queeste 1 (1994) 2, p. 126-138. |
Berg, E. van den en B. Besamusca (red.), De epische wereld. Middelnederlandse Karelromans in wisselend perspectief. Muiderberg 1992. |
Berg, E. van den en B. Besamusca, ‘Middle Dutch Charlemagne romances and the oral tradition of the “chansons de geste”’, in: E. Kooper (red.), Medieval Dutch literature in its European context. Cambridge 1994. (Cambridge studies in medieval literature, 21), p. 81-95. |
Besamusca, B., Repertorium van de Middelnederlandse Karelepiek. Een
|
| |
| |
beknopte beschrijving van de handschriftelijke en gedrukte overlevering. Utrecht 1983. |
Bijbel met deuterocanonieke boeken. De Nieuwe Bijbelvertaling. Heerenveen/'s-Hertogenbosch 2004. |
Bilderdijk, W. (ed.), ‘Fragmenten des romans van den ridder, naderhand heiligen, Reynolt’, in: W. Bilderdijk, Nieuwe taal- en dichtkundige verscheidenheden. Rotterdam 1824-1825, dl. 1, p. 111-198. |
Brink, J. ten, Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. Amsterdam 1897. |
Calin, W.C., The Old French epic of revolt: Raoul de Cambrai, Renaud de Montauban, Gormond et Isembard. Genève/Paris 1962. |
Castets, F. (ed.), La Chanson des Quatre fils Aymon. Montpellier 1909. (Publications de la Société pour l'étude des langues romanes, 23) - [Repr.: Genève 1974] |
Claassens, G., ‘De Historie van Godevaert van Boloen’, in: G.R.W. Dibbets en P.W.M. Wackers, Wat duikers vent is dit! Opstellen voor W.M.H. Hummelen. Wijhe 1989, p. 106-119. |
Combarieu du Grès, M. de en J. Subrenat (vert.), Les Quatre Fils Aymon ou Renaud de Montauban. Saint-Amand (Cher) 1983. (Collection Folio, 1501) |
Conscience, H., Geschiedenis mijner jeugd. Brussel [z.j.]. |
Debaene, L., De Nederlandse volksboeken. Ontstaan en geschiedenis van de Nederlandse prozaromans, gedrukt tussen 1475 en 1540. Antwerpen 1951. - [Ongew. herdr.: Hulst 1977] |
Dembowski, P.F. (ed.), Ami et Amile. Chanson de geste. Paris 1969. (Les classiques français du Moyen Age, 97) |
Diermanse, P.J.J. (ed.), Renout van Montalbaen. De Middelnederlandsche fragmenten en het Middelnederduitsche fragment. Leiden 1939. - [Proefschrift Leiden] |
Dijk, H. van, ‘De vriendschap van Roelant en Olivier’, in: B. Besamusca, F. Brandsma en D. van der Poel (red.), Hoort wonder! Opstellen voor W.P. Gerritsen bij zijn emeritaat. Hilversum 2000. (Middeleeuwse studies en bronnen, 70), p. 51-55. |
Duijvestijn, B., ‘Niederländische Dichtung in der Privatbücherei der Pfalzgräfin Mechthild (1418/19-1482)’, in: E. Cockx-Indestege en F. Hendrickx (red.), Miscellanea neerlandica. Opstellen voor Dr. Jan Deschamps ter gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag. Leuven 1987, dl. 2, p. 251-261. |
Duijvestijn, B.W.Th., ‘Zur Quelle des frnhd. “Reinolt von Montelban” (cpg. 340). Eine Stellungnahme’, in: Amsterdamer Beiträge zur älteren Germanistik 27 (1988), p. 103-110. |
| |
| |
Duijvestijn, B.W.Th. (ed.), Madelgijs. De Middelnederlandse fragmenten en de overeenkomstige Hoogduitse verzen. Brussel 1989. (Verhandelingen van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België. Klasse der Letteren, jaargang 51, nr. 130). - [1989a] |
Duijvestijn, B.W.Th., ‘Middelnederlandse litteratuur in Duitse overlevering. Een arbeidsveld voor neerlandici’, in: F.P. van Oostrom en F. Willaert (red.), De studie van de Middelnederlandse letterkunde: stand en toekomst. Symposium Antwerpen 22-24 september 1988. Hilversum 1989. (Middeleeuwse studies en bronnen, 14), p. 153-168. - [1989b] |
Duijvestijn, B., ‘“Reinolt von Montalban”, eine niederländische Dichtung in deutschen Landen’, in: Amsterdamer Beiträge zur älteren Germanistik 47 (1997), p. 49-64. |
Duijvestijn, B., ‘Des romans en prose, victimes de la censure ecclésiastique; un exemple: Les Quatre fils Aymon’, in: S. Luongo (red.), L'épopée romane au Moyen Âge et aux temps modernes. Actes du XIVe Congrès International de la Société Rencesvals pour l'Étude des Épopées Romanes. Naples, 24-30 juillet 1997. Napoli 2001, vol. 2, p. 655-664. |
Duinhoven, A.M. (ed.), Karel ende Elegast. Diplomatische uitgave van de Middelnederlandse teksten en de tekst uit de Karlmeinet-compilatie. Zwolle 1969. 2 dln. (Zwolse drukken en herdrukken, 62) |
Duinhoven, A.M., ‘Drie kopiistenfouten in de Renout van Montalbaen’, in: De nieuwe taalgids 66 (1973), p. 284-289. - [1973a] |
Duinhoven, A.M. (ed.), ‘De Haagse fragmenten van de Renout van Montalbaen’, in: De nieuwe taalgids 66 ( 1973), p. 177-201. - [1973b] |
Einhard, Het leven van Karel de Grote. Vert. en toegel. door P. De Rynck. Amsterdam 1999. (Baskerville serie) |
Eykman, K. (vert.) en A.M. Duinhoven (ed./inl.), Karel ende Elegast. Amsterdam 1998. (Nederlandse klassieken) |
Franssen, P.J.A., ‘Tekstpresentatie als spiegel van stedelijke mentaliteit (1470-1540)’, in: H. Pleij e.a., Op belofte van profijt. Stadsliteratuur en burgermoraal in de Nederlandse letterkunde van de middeleeuwen. Amsterdam 1991. (Nederlandse literatuur en cultuur in de middeleeuwen, 4), p. 302-317, 426-431. |
Franssen, P.J.A., ‘17 augustus 1479: Gerard Leeu voltooit te Gouda het drukken van Die hystorie van Reynaert die vos. Oude verhalen voor nieuwe lezers’, in: M.A. Schenkeveld-van der Dussen (hoofdred.), Nederlandse literatuur, een geschiedenis. 2e dr. Amsterdam/Antwerpen 1998, p. 109-115. |
Gautier, L., Les épopées françaises. Étude sur les origines et l'histoire de la littérature nationale. 2e éd. Paris 1878-1892. 4 dln. |
| |
| |
Gerritsen, W.P. en A.G. van Melle (red.), Van Aiol tot de Zwaanridder. Personages uit de middeleeuwse verhaalkunst en hun voortleven in literatuur, theater en beeldende kunst. 2e herz. dr. Nijmegen 1998. (Van A tot Z) |
Haan, M.J.M. de, ‘Lezen en luisteren in de 13e en 14e eeuw’, in: A. Demyttenaere e.a., Literatuur en samenleving in de middeleeuwen. Wassenaar 1976, p. 83-99. |
Haase, A. e.a. (ed.), Der deutsche Malagis. Nach den Heidelberger Handschriften Cpg 340 und Cpg 315. Berlin 2000. (Deutsche Texte des Mittelalters, 82) |
Have, B. van der, ‘De Middelnederlandse Karelepiek: de fragmenten en het geheel’, in: B. Besamusca en J. Tigelaar (red.), Karolus Rex. Studies over de middeleeuwse verhaaltraditie rond Karel de Grote. Hilversum 2005. (Middeleeuwse studies en bronnen, 83 ), p. 77-92. |
Heintze, M., König, Held und Sippe. Untersuchungen zur Chanson de geste des 13. und 14. Jahrhunderts und ihrer Zyklenbildung. Heidelberg 1991. (Studia Romanica, 76). - [Diss. Göttingen] |
Hellinga, W. en L. Hellinga, The fifteenth-century printing types of the Low Countries. Amsterdam 1966. 2 dln. |
Herwaarden, J. van (vert.), Op weg naar Jacobus. Het Boek, de legende en de Gids voor de pelgrim naar Santiago de Compostela. Hilversum 1992. (Publikaties van de Faculteit der Historische en Kunstwetenschappen, 6) |
Hogenelst, D. en F. van Oostrom, Handgeschreven wereld. Nederlandse literatuur en cultuur in de middeleeuwen. Amsterdam 1995. |
Hogenhout-Mulder, M.J., Proeven van tekstkritiek. Een onderzoek betreffende de tekstgeschiedenis van de Renout van Montalbaen en de Perceval. Groningen 1984. - [Proefschrift Groningen] |
Jacob van Maerlant, Het boek der natuur. Samenst. en vert.: P. Burger. Amsterdam 1989. (Griffioen) |
Jacob van Maerlant, Naturen bloeme. [Uitgeg.] door E. Verwijs. [Arnhem] 1980. 2 dln. in 1 bd. (Bibliotheek van Middelnederlandsche letterkunde). - [Ongew. herdr. der uitgave van 1878] |
Jacob van Maerlant, Spiegel historiael. Met de fragmenten der later toegevoegde gedeelten, bewerkt door Philip Utenbroeke en Lodewijc van Velthem. Utrecht 1982. 4 dln. - [Ongew. herdr. van de uitgave te Leiden 1861-1879] |
Jongen, L. en N. Voorwinden (ed./vert.), Vanden levene Ons Heren. Hilversum 2001. (Middelnederlandse tekstedities, 8) |
Kienhorst, H., De handschriften van de Middelnederlandse ridderepiek. Een codicologische beschrijving. Deventer 1988. 2 dln. (Deventer Studiën, 9) |
| |
| |
Klein, H.-W. (ed./vert.), Die Chronik von Karl dem Grossen und Roland. Der lateinische Pseudo-Turpin in den Handschriften aus Aachen und Andernach. München 1986. (Beiträge zur romanischen Philologie des Mittelalters, 13) |
Kok, C.H.C.M., De houtsneden in de incunabelen van de Lage Landen 1475-1500. Inventarisatie en bibliografische analyse. Amsterdam 1994. 2 dln. - [Proefschrift Universiteit van Amsterdam] |
Kronenberg, M.E., ‘Lotgevallen van Jan Seversz., boekdrukker te Leiden (c. 1502-1524) en te Antwerpen (c. 1527-c. 1530)’, in: Het boek 13 (1924), p. 1-39. |
Kronenberg, M.E., ‘Een onbekende 15e eeuwsche druk van Sinte Kunera's leven en passie’, in: Het boek 20 (1931), p. 331-344. |
Kronenberg, M.E., Verboden boeken en opstandige drukkers in de Hervormingstijd. Amsterdam 1948. (Patria, 44) |
Künzel, R., ‘Mondelinge overlevering in verhalende bronnen uit middeleeuws West-Europa’, in: M. Mostert (red.), Communicatie in de Middeleeuwen. Studies over de verschriftelijking van de middeleeuwse cultuur. Hilversum 1995. (Amsterdamse historische reeks. Grote serie, 23), p. 21-38. |
Lange, W.-D., ‘Chanson de geste’, in: Lexikon des Mittelalters. München [etc.] 1977-1999, Bd. 2, kol. 1703-7. |
Lejeune, R. en J. Stiennon, The legend of Roland in the Middle Ages. London 1971. 2 dln. |
Lie, O.S.H., ‘“Alsoe leerde Madelghijs sine const”. Magie in de Middeleeuwen: fictie of werkelijkheid?’, in: B. Besamusca en J. Tigelaar (red.), Karolus Rex. Studies over de middeleeuwse verhaaltraditie rond Karel de Grote. Hilversum 2005. (Middeleeuwse studies en bronnen, 83), p. 181-192. |
Linden, R. van der, 't Ros Beiaard doet zijn ronde. Dendermonde 1990. |
Marnix, Philips van, Heer van St. Aldegonde, De bijenkorf der heilige Roomse kerk. Een duidelijke en grondige uitlegging van de zendbrief van M. Gentianus Hervet uitgegeven voor de van het christelijk geloof afgedwaalden. Goudriaan 1973. |
MNW: E. Verwijs en J. Verdam, Middelnederlandsch woordenboek. 's-Gravenhage 1885-1952. 11 dln. |
Montagne, VA. Dela, ‘Schoolboeken te Antwerpen in de 17e eeuw’, in: Tijdschrift voor boek- en bibliotheekwezen 5 (1907), p. 1-35. |
Muusses, M.A. (ed.), ‘Een in Zweden ontdekt fragment van Reinout van Montalbaen’, in: Bundel opstellen van oud-leerlingen aangeboden aan Prof. Dr. C.G.N. de Vooys ter gelegenheid van zijn vijfentwintigjarig hoogleraarschap aan de Rijksuniversiteit te Utrecht 1915 - 16 october -
|
| |
| |
1940. Groningen/Batavia 1940, p. 258-262. |
Nijhoff, W. en M.E. Kronenberg, Nederlandsche bibliographie van 1500 tot 1540. 's-Gravenhage 1923-1971. 3 dln. |
Overdiep, G.S. (ed.), De Historie van den vier Heemskinderen. Uitgegeven naar den druk van 1508, berustende op de Universiteitsbibliotheek te München. Groningen/Den Haag 1931. (Groninger bijdragen voor taal- en letterkunde, 1) |
Owen, D.D.R., Ridder Roeland. Paladijn van Karel de Grote. Bussum 1973. |
Pfaff, F. (ed.), Reinolt von Montelban oder Die Heimonskinder. Tübingen 1885. (Bibliothek des litterarischen Vereins in Stuttgart, 174). - [Foto-mechanische nadruk 1969] |
Pleij, H., ‘Is de laat-middeleeuwse literatuur in de volkstaal vulgair?’, in: J.H.A. Fontijn (red.), Populaire literatuur. Amsterdam 1974. (Amsterdamse smaldelen, 1), p. 34-106. |
Pleij, H., Het literaire leven in de middeleeuwen. 2e, geheel herz. dr. Leiden 1988. |
Pleij, H., Nederlandse literatuur van de late middeleeuwen. Utrecht 1990. |
Pleij, H. e.a., Geschreven en gedrukt. Boekproductie van handschrift naar druk in de overgang van Middeleeuwen naar moderne tijd. Gent 2004. |
Posthuma, A. (ed./vert.), Het lied van Roland. La chanson de Roland. Groningen 1990. |
Quéruel, D. (red.), Entre épopée et légende: Les Quatre Fils Aymon ou Renaut de Montauban. Langres/Saints-Geosmes 2000. 2 dln. (Collection Hommes et Textes en Champagne) |
Resoort, R., ‘Over de betekenis van gebruikssporen in prozaromans en volksboeken’, in: Spektator 6 (1976-1977), p. 311-327. |
Resoort, R.J., ‘Over de achtergrond van de kritiek en censuur op prozaromans en volksboeken in de zestiende en het begin van de zeventiende eeuw’, in: J.J.Th.M. Tersteeg en P.E.L. Verkuyl (red.), Ic ga daer ic hebbe te doene. Opstellen aangeboden aan prof. dr. F. Lulofs ter gelegenheid van zijn afscheid als hoogleraar in de Nederlandse Taal- en Letterkunde aan de Rijksuniversiteit te Groningen. Groningen 1984, p. 205-222. |
Resoort, R.J., Een schoone historie vander borchgravinne van Vergi. Onderzoek naar de intentie en gebruikssfeer van een zestiende-eeuwse prozaroman. Hilversum 1988. (Middeleeuwse studies en bronnen, 9). - [Proefschrift Utrecht] |
Resoort, R.J., ‘Een proper profitelijc boec. Eind vijftiende en zestiende eeuw’, in: H. Bekkering e.a. (red.), De hele Bibelebontse berg. De geschiedenis van het kinderboek in Nederland & Vlaanderen van de Middeleeuwen tot heden. Amsterdam 1989, p. 41-103. - [1989a] |
| |
| |
Resoort, R.J., ‘Prozaromans in druk van 1500-1800’, in: Leidschrift 5 (1989) 3, p. 69-86. - [1989b] |
Riquer, M. de, Les chansons de geste françaises. 2e éd. entièrement refondue. Traduction française par I. Cluzel. Paris 1968. |
Rychner, J., La chanson de geste. Essai sur l'art épique des jongleurs. Genève/Lille 1955. (Société de publications romanes et françaises, 53) |
Schutter, G. de en J. Goossens (red.), Van Madelgijs tot Malagis. Een bundel opstellen verzameld n.a.v. de tachtigste verjaardag van Gilbert de Smet. Gent 2002. (Studies op het gebied van de oudere Nederlandse letterkunde, 1) |
Spijker, I., ‘“Hoe Roelant quam Reinout te velde”’, in: N. Pak e.a. (red.), Liber amicorum Jules van Oostrom. Squibs over neerlandistiek. Extra nummer van Vooys. Instituutsblad van het Instituut De Vooys voor Nederlandse taal- en letterkunde 4 (1985), p. 61-63. |
Spijker, I., ‘L'attitude à l'égard de Charlemagne dans le Renout van Montalbaen’, in: Au carrefour des routes d'Europe: la chanson de geste. [Actes du] Xe Congrès International de la Société Rencesvals pour l'étude des épopées romanes. Strasbourg 1985. Aix-en-Provence 1987. (Senefiance, 21), tome 2, p. 999-1016. |
Spijker, I., ‘Vier broers in een hagedocht. Het raadselachtige slot van de Renout’, in: F. de Bree en R. Zemel (red.), ‘In onse scole’. Opstellen over Middeleeuwse letterkunde voor Prof. Dr. Margaretha H. Schenkeveld. Amsterdam 1989, p. 5-24. |
Spijker, I., Aymijns kinderen hoog te paard. Een studie over Renout van Montalbaen en de Franse Renaut-traditie. Hilversum 1990. (Middeleeuwse studies en bronnen, 22). - [Proefschrift Utrecht] [1990a] |
Spijker, I., ‘Le roi Yon: homme pitoyable ou traître félon? (À propos d'un personnage du “Renaut de Montauban” et de son pendant néerlandais)’, in: Actes du XIe Congrès International de la Société Rencesvals (Barcelone, 22-27 août 1988). Barcelona 1990. (Memorias de la Real Academia de Buenas Letras de Barcelona, 21-22), tomo 2, p. 231-240. - [1990b] |
Spijker, I., ‘Source écrite ou source orale? Le cas du Renout van Montalbaen’, in: Ph.E. Bennett, A.E. Cobby en G.A. Runnalls (red.), Charlemagne in the North. Proceedings of the Twelfth International Conference of the Société Rencesvals. Edinburgh 4th to 11th August 1991. Edinburgh 1993, p. 95-102. |
Spijker, I., ‘Begin dertiende eeuw: Renout van Montalbaen naar het Frans bewerkt. De Karelepiek en de invloed van de mondelinge traditie’, in: M.A. Schenkeveld-van der Dussen (hoofdred.), Nederlandse literatuur, een geschiedenis. 2e dr. Amsterdam/Antwerpen 1998, p. 12-16. |
| |
| |
Spijker, I., ‘“Ich bin alt von tagen”. L'âge et l'écoulement du temps dans le Reinolt von Montelban’, in: D. Buschinger (red.), Littérature épique au moyen âge. Hommage à Jean Fourquet pour son 100ème anniversaire. Greifswald 1999. (wodan, 77. Greifswalder Beiträge zum Mittelalter, 64. Reihe 3: Tagungsbände und Sammelschriften, 44), p. 381-388. |
Spijker, I., ‘Erinnerungen an die Haimonskinder. Versuch eines Inventars der Erinnerungen in den Niederlanden’, in: Th. Schilp en B. Weifenbach (red.), Reinoldus und die Dortmunder Bürgergemeinde. Die mittelalterliche Stadt und ihr heiliger Patron. Essen 2000. (Veröffentlichungen des Stadtarchivs Dortmund, 15), p. 110-119, 188-189. - [2000a] |
Spijker, I., ‘Die Haimonskinder in den Niederlanden. Literatur und bildliche Darstellung’, in: Heimat Dortmund (2000) 1, p. 21-25. - [2000b] |
Spijker, I., ‘Een klap voor Claradijs’, in: B. Besamusca, F. Brandsma en D. van der Poel (red.), Hoort wonder! Opstellen voor W.P. Gerritsen bij zijn emeritaat. Hilversum 2000. (Middeleeuwse studies en bronnen, 70), p. 149-154. - [2000c] |
Spijker, I., ‘Dutch Charlemagne epics’, in: J.M. Jeep (red.), Medieval Germany. An encyclopedia. New York/London 2001, p. 102-103. |
Spijker, I., ‘Beyaert, onse goede ors’, in: B. Besamusca en J. Tigelaar (red.), Karolus Rex. Studies over de middeleeuwse verhaaltraditie rond Karel de Grote. Hilversum 2005. (Middeleeuwse studies en bronnen, 83), p. 125-138. |
Stroobants, A. en I. Spijker, ‘Een paard uit de duizend’. Het Ros Beiaard in woord en beeld. Dendermonde 2000. |
Stuip, R.E.V., ‘Rondom Karel de Grote’, in: R.E.V. Stuip (red.), Franse literatuur van de Middeleeuwen. Muiderberg 1988, p. 39-55. |
Suard, F., La chanson de geste. Paris 1993. (Que sais-je?, 2808) |
Thomas, J. (ed.), Renaut de Montauban. Édition critique du manuscrit Douce. Genève 1989. (Textes littéraires français, 371) |
Thomas, J., Ph. Verelst en M. Piron, Études sur ‘Renaut de Montauban’. Gent 1981. (Romanica Gandensia, 18) |
Togeby, K., Ogier le Danois dans les littératures européennes. København 1969. |
Varvaro, A., ‘I Fiz Aymon sepolti a Napoli?’, in: Medioevo romanzo 24 (2000), p. 82-91. |
Verelst, Ph. (ed.), ‘Renaut de Montauban’. Édition critique du ms. de Paris, B.N., fr. 764 (R). Gent 1988. (Rijksuniversiteit te Gent. Werken uitgegeven door de Faculteit van de Letteren en Wijsbegeerte, 175) |
Verelst, Ph., ‘L'art de Tolède ou le huitième des arts libéraux: une approche du merveilleux épique’, in: H. van Dijk en W. Noomen (red.), Aspects de l'épopée romane. Mentalités, idéologies, intertextualités. Groningen 1995, p. 3-41. |
| |
| |
Vervliet, H.D.L., Post-incunabula en hun uitgevers in de Lage Landen. Een bloemlezing gebaseerd op Wouter Nijhoff's L'Art typographique. Post-incunabula and their publishers in the Low Countries. A selection based on Wouter Nijhoff's L'Art typographique. Den Haag/Boston/London 1979. |
Wackers, P., ‘De dood van Beyaert’, in: K. Porteman, W. Verbeke en F. Willaert (red.), Tegendraads genot. Opstellen over de kwaliteit van middeleeuwse teksten. Leuven 1996, p. 161-171. |
Wackers, P., ‘De ideale man: het verschil zit in de details’, in: B. Besamusca en J. Tigelaar (red.), Karolus Rex. Studies over de middeleeuwse verhaaltraditie rond Karel de Grote. Hilversum 2005. (Middeleeuwse studies en bronnen, 83), p. 51-62. |
Weifenbach, B., Die Haimonskinder in der Fassung der Aarauer Handschrift von 1531 und des Simmerner Drucks von 1535. Ein Beitrag zur Überlieferung französischer Erzählstoffe in der deutschen Literatur des Mittelalters und der frühen Neuzeit. Frankfurt am Main [etc.] 1999. 2 dln. (Germanistische Arbeiten zu Sprache und Kulturgeschichte, 39). - [Diss. Berlin, Freie Univ.] [1999a] |
Weifenbach, B., ‘Johann Koelhoff der Jüngere: ‘Die vier Heymschen Kinderen’. Zur Bedeutung der Kölner Inkunabel aus dem Jahre 1493 für die Drucktradition von Haimonskindertexten in Deutschland’, in: Amsterdamer Beiträge zur älteren Germanistik 51 (1999), p. 169-193. - [1999b] |
Weifenbach, B. m.m.v. W. Kettemann, ‘Die Historie van sent Reynolt’, in: Th. Schilp en B. Weifenbach (red.), Reinoldus und die Dortmunder Bürgergemeinde. Die mittelalterliche Stadt und ihr heiliger Patron. Essen 2000. (Veröffentlichungen des Stadtarchivs Dortmund, 15), p. 122-156. |
Wüstefeld, W.C.M., Middeleeuwse boeken van het Catharijneconvent. Zwolle/Utrecht 1993. |
|
|