| |
| |
| |
Verantwoording
Deze editie van De historie vanden vier Heemskinderen is gebaseerd op de tekst die in 1508 te Leiden gedrukt werd door Jan Seversoen. De druk van 1508 is de oudste Nederlandse Heemskinderen-druk waarvan de tekst in zijn geheel bewaard is gebleven. Er is slechts één exemplaar van bekend. Dit bevindt zich in de Universitätsbibliothek te München en heeft de signatuur Cim. 77 (olim 4o p. germ. 164). De tekst van deze druk is in de onderhavige editie kritisch uitgegeven. Dit betekent dat de leestekst een aantal aanpassingen bevat ten opzichte van de door Seversoen gedrukte tekst. Deze aanpassingen worden hieronder verantwoord.
1. | De afkortingen die de druk bevat, zijn in de leestekst stilzwijgend opgelost. |
2. | De interpunctie in de druk (uitsluitend punten) is genegeerd. In de leestekst is een nieuwe, moderne interpunctie aangebracht. |
3. | De tekst van de druk is onderverdeeld in hoofdstukken (capittels). Elk hoofdstuk (behalve, ten gevolge van een vergissing, hfdst. 20) heeft een opschrift, bestaande uit een nummer en een aanduiding van de inhoud. Soms opent het opschrift met een paragraafteken. In de leestekst zijn de paragraaftekens genegeerd. Het eerste hoofdstuk begint in de druk op een rechter pagina, op de bladzijde ertegenover prijkt een houtsnede. Op de overgang tussen twee hoofdstukken figureert meestal een houtsnede. Soms gaat het hoofdstukopschrift aan de houtsnede vooraf (hfdst. 2, 9, 11, 19, 24-28), soms gaat de houtsnede aan het opschrift vooraf (hfdst. 3, 5-8, 10, 12, 13, 16, 18), het opschrift van hfdst. 4 is rechts naast de houtsnede gedrukt. Zowel het opschrift als de eerste zin van een hoofdstuk begint steeds op een nieuwe regel. De enige uitzondering vormt het opschrift boven hfdst. 14, dat direct op het slot van hfdst. 13 volgt; hier vormt een paragraafteken de enige markering van de overgang tussen hoofdtekst en opschrift. In de editie begint elk hoofdstuk op een nieuwe pagina. De houtsneden zijn gereproduceerd op de tegenoverliggende bladzijden.
De eerste zin van hfdst. 1 opent in de druk met een initiaal van zeven regels hoog, die gevolgd wordt door een hoofdletter. De eerste zin van alle
|
| |
| |
| volgende hoofdstukken opent met een lombarde van twee regels hoog, die eveneens gevolgd wordt door een hoofdletter. Lombarden komen tot en met hfdst. 18 ook binnen de hoofdstukken voor; het zijn er maximaal twee per hoofdstuk. Ze staan altijd aan het begin van de regel. Kleinere inhoudelijke eenheden, met een omvang van enkele zinnen volgens hedendaagse begrippen, vangen in de druk aan met een hoofdletter. In de editie zijn de initiaal en de lombarden als hoofdletters weergegeven, de hoofdletters na initiaal en lombarden zijn vervangen door onderkastletters. In de leestekst is een indeling in alinea's aangebracht. Een lombarde in de druk correspondeert soms met een nieuwe alinea in de editie.
Zinnen, eigennamen en namen van als heilig beschouwde personen en zaken vangen in de editie met een hoofdletter aan. Meestal zijn deze hoofdletters het resultaat van een editoriale ingreep. |
4. | Romeinse cijfers zijn weergegeven in kleinkapitaal, zonder de punten die in de druk vaak voor, na of om de cijfers heen staan. |
5. | De spelling van u/v/w en i/j is aangepast aan het hedendaagse gebruik. Tussen de verschillende vormen van de r en de s is geen onderscheid gemaakt. |
6. | Ten behoeve van het leesgemak zijn in de leestekst woorden die in de druk aaneenstaan, soms losgekoppeld. Omgekeerd zijn woorden of woorddelen die in de druk van elkaar gescheiden zijn, in de leestekst vaak samengevoegd. Sommige woorden en woorddelen treffen we in de druk zowel gescheiden aan als met elkaar verbonden. Op veel plaatsen is overigens lastig vast te stellen of woorden al dan niet aan elkaar vast staan.
Loskoppeling heeft plaatsgevonden wanneer in de druk, zonder dat daar een taalkundige reden voor lijkt te zijn geweest, woorden samengevoegd zijn die normaliter zelfstandig figureren (reinoutstillekens > Reinout stillekens; hairoem > hair oem) en/of wanneer de samenvoeging voor iemand die weinig of geen ervaring heeft met het lezen van Middelnederlands, moeilijk te doorzien is (sienige > si enige). Het als een eigennaam ogende veraye (‘vrouwe Aye’) is ontkoppeld tot ver Aye. (Volbeiert, ‘de hengst Beyaert’, daarentegen is als één woord weergegeven, omdat dit inderdaad als eigennaam functioneert.) Op een aantal plaatsen was ontkoppeling gewenst met het oog op de interpunctie (mochthi > mocht, hi). Verder heeft ontkoppeling plaatsgevonden wanneer een persoonlijk voornaamwoord in de druk samengevoegd is met een erop volgende werkwoordsvorm (ustaen > u staen) of met een erop volgend lidwoord of voorzetsel.
Samenvoeging heeft plaatsgevonden bij samengestelde werkwoorden waarvan het eerste deel een voorzetsel is (op wegen > opwegen; an deden >
|
| |
| |
| andeden), indien het voorzetsel ook volgens de huidige spellingregels met het werkwoord verbonden zou worden; in bijvoorbeeld dat hi daer meer of valt zijn of en valt dus twee woorden gebleven, zoals ook an en las twee woorden zijn gebleven in daer ic an las. Samenvoeging heeft eveneens plaatsgevonden bij samengestelde werkwoorden waarvan het eerste deel een van de volgende bijwoorden is: mede in de betekenis ‘mee’, neder, of, toe, voert, weder in de betekenis ‘tegen’ of ‘terug’, wederom in de betekenis ‘terug’ (of werpen > ofwerpen; weder keert > wederkeert). Tegen/yegen is niet met het volgende werkwoord samengevoegd wanneer het de betekenis ‘tegemoet’ heeft zonder de notie ‘vijandig’. Verder heeft samenvoeging plaatsgevonden bij samengestelde zelfstandig naamwoorden (scaec spel > scaecspel), waartoe ook Heemskinderen (< heems kinderen) gerekend kan worden. Weder om is samengevoegd tot wederom, om hoge tot omhoge. Ten slotte heeft samenvoeging plaatsgevonden wanneer in de druk ten onrechte een scheiding is aangebracht (mi nen > minen) en wanneer er betekenisverschil is tussen wel en niet aaneengeschreven vormen (wel eer > weleer).
Waar in de druk aan het eind van de regel een woord afgebroken is, staan soms afbreekstreepjes, soms niet; op eenzelfde pagina (mir) komt bijvoorbeeld zowel mo=//gen (met afbreekstreepjes) voor als lo//pen (zonder). In beide gevallen zijn deze woorden in de leestekst zonder afbreekstreepje en aaneengeschreven weergegeven. |
7. | De tekst zoals die in 1508 bij Seversoen van de pers kwam, hierna ook aangeduid als Se, is verre van vlekkeloos. Hij bevat veel slordigheden. Zo zien we vaak een n in plaats van een u of een u in plaats van een n, zijn meer dan eens twee opeenvolgende letters in de verkeerde volgorde gezet, en is menigmaal een letter of een afkortingsteken vergeten. Naast dergelijke kleine onvolkomenheden bevat Se ook grotere fouten: soms zijn hele woorden vergeten of is een woord verhaspeld.
Bij het vaststellen van de leestekst is de door Seversoen gedrukte tekst zoveel mogelijk gerespecteerd. Er is niet gestreefd naar een reconstructie van de oorspronkelijke Historie vanden vier Heemskinderen, gesteld al dat reconstructie daarvan te verwezenlijken zou zijn. Waar één of meer andere bronnen een oudere of aannemelijker lezing bieden zonder dat Se onbegrijpelijk, onlogisch of grammaticaal evident onjuist is, is niet ingegrepen. Een voorbeeld van zo'n plaats is ontset hi ons onse scat (hfdst. 9, r. 117). Vermoedelijk is ontset ontstaan uit ontseit; dat suggereert zowel prozatekst K (zie hieronder) als Se, r. 155. Aangezien ontset echter een zinvolle lezing is, is dit woord ongewijzigd in de leestekst opgenomen. Om dezelfde reden is in hfdst. 11, r. 35 de lezing poertiers, ‘poortwachters’ (die ook in K voorkomt)
|
| |
| |
| gehandhaafd, hoewel een lezing poorters, ‘de inwoners van de stad’, meer voor de hand ligt. In hfdst. 28, r. 27 is ansegger gehandhaafd, ofschoon dit een corruptie zou kunnen zijn van anlegger, ‘uitdager tot een tweekamp’.
Waar Se echter onbegrijpelijk of zinloos is, in tegenspraak met andere verhaalgegevens of grammaticaal evident onjuist, zijn in de leestekst waar mogelijk verbeteringen aangebracht. Hierbij is gebruikgemaakt van de volgende bronnen: |
K: een prozatekst die in 1493 bij Johann Koelhoff jr. in Keulen gedrukt werd. Er is één exemplaar van bewaard gebleven, dat zich in San Marino in Californië bevindt (Huntington Library, Mead 897). Aan dit exemplaar ontbreken vijf bladen, waaronder de eerste twee. In het colofon wordt de tekst aangeduid als die hystorie van den vier heimschen kynderen. Deze druk uit 1493 is de belangrijkste hulpbron. K en Se moeten onafhankelijk van elkaar teruggaan op een oudere Nederlandse druk: soms bevatten beide eenzelfde fout, nu eens biedt K een betere, oudere lezing, dan weer Se. Globaal gesproken komt K woordelijk met Se overeen. De taal van K is een mengsel van Nederlands en Ripuarisch. Van K bestaat geen uitgave; Diermanse (1939) heeft er één hoofdstuk van uitgegeven.
G: een fragment van de prozatekst die omstreeks 1490 te Gouda gedrukt is. Dit fragment, één blad, waarvan één zijde tekst bevat, wordt bewaard in de Koninklijke Bibliotheek te 's-Gravenhage (151 d 12). Een foto ervan is opgenomen in Ten Brink 1897, tussen p. 58 en 59.
R/RD: de Middelnederlandse verstekst Renout van Montalbaen, waarop de oorspronkelijke Historie vanden vier Heemskinderen teruggaat. De verstekst is slechts fragmentarisch bewaard gebleven. De fragmenten waarvan bij het aanbrengen van tekstverbeteringen gebruik is gemaakt (Ar, Ma en H) hebben behoord tot twee verschillende handschriften. Het oudste van de twee, waaruit de fragmenten Ar (Riga, Latvijas Akademiska Biblioteka, r 6656) afkomstig zijn, wordt gedateerd in het laatste kwart van de dertiende eeuw. Het jongste dateert waarschijnlijk uit het midden van de veertiende eeuw. Van dit handschrift resteren ons de fragmenten H ('s-Gravenhage, Koninklijke Bibliotheek, 133 l 11) en Ma (Berlijn, Staatsbibliothek zu Berlin - Preussischer Kulturbesitz, Ms. germ. fol. 751/1). De fragmenten Ar en Ma zijn uitgegeven door Diermanse. Met R wordt in de lijst van tekstverbeteringen naar de doorlopende versnummering in zijn editie verwezen. De fragmenten H zijn uitgegeven door Duinhoven (1973b). Naar deze editie wordt in het overzicht van tekstverbeteringen verwezen met RD.
Ro: een fragment van een getrouwe Middelnederduitse vertaling in verzen van Renout van Montalbaen. Het fragment is afkomstig uit een veertiende-eeuws handschrift en wordt bewaard in Boedapest (Nationale
| |
| |
Széchényi Bibliotheek, Cod. Germ. 50). Evenals de fragmenten Ar en Ma werd het uitgegeven door Diermanse. Met Ro wordt in het overzicht van tekstverbeteringen verwezen naar de doorlopende versnummering in Diermanse 1939.
P: Reinolt von Montelban, een Rijnfrankische Umschreibung in verzen, die de Middelnederlandse Renout van Montalbaen op de voet volgt. De Reinolt is in twee vijftiende-eeuwse handschriften bewaard gebleven, die zich beide in de Universitätsbibliothek te Heidelberg bevinden: Cod. Pal. Germ. 340 en Cod. Pal. Germ. 399. De tekst van het oudste handschrift (Cod. 340) werd uitgegeven door Pfaff. In het overzicht van tekstverbeteringen wordt met P verwezen naar de versnummers in zijn editie.
B: Een schoone historie van de vier Heemskinderen, in 1638 gedrukt door Broer Jansz. te Amsterdam. Het is de oudste druk na die van Seversoen waarvan een exemplaar bewaard is gebleven. Dit ligt in de Koninklijke Bibliotheek van Brussel (iii 92962 a).
H: de Historie van sent Reynolt, een Ripuarische prozatekst waarin het ‘wereldlijke’ deel van Reinouts leven kort wordt beschreven en het ‘geestelijke’ slot ervan uitvoeriger. De auteur van deze Historie zal zich onder andere op de Middelnederlandse Renout van Montalbaen gebaseerd hebben. De tekst is overgeleverd in een handschrift uit de vijftiende eeuw (Keulen, Historisches Archiv der Stadt Köln, Best. 7020, Nr. 40) en werd uitgegeven door Weifenbach (2000). Met H wordt in het overzicht van tekstverbeteringen verwezen naar de pagina's in haar editie.
Ov: De Historie van den Vier Heemskinderen, de door Overdiep bezorgde editie van Se. Ook Overdiep heeft de tekst op diverse plaatsen verbeterd - soms stilzwijgend, soms in een noot of met een verantwoording in een noot. Met Ov wordt in het overzicht van tekstverbeteringen verwezen naar de pagina's van zijn editie.
In het overzicht van tekstverbeteringen zijn alle woorden uit de leestekst opgenomen die verbeterd zijn. Na het teken < wordt de lezing van Se vermeld. Daarna volgt de lezing van bronnen die steun bieden voor de aangebrachte verbetering. K, G, R/RD, Ro en P worden (met uitzondering van de in de volgende alinea genoemde situaties) altijd geciteerd wanneer ze een relevante lezing bevatten. Bieden deze bronnen geen of niet voldoende steun, dan wordt indien mogelijk de lezing van B vermeld. Naar H en Ov wordt slechts incidenteel verwezen, en op één plaats wordt het Middelnederlandsch woordenboek (MNW) aangehaald.
In de volgende gevallen wordt alleen de lezing van Se vermeld: waar twee letters in de verkeerde volgorde gezet zijn zonder dat dit tot betekenisverandering leidt; waar een u, n, m of w evident op zijn kop staat (doordat
| |
| |
de zetter een verkeerde letter heeft gepakt of doordat hij de letter ondersteboven in de zethaak geplaatst heeft); waar een veelvoorkomende eigennaam een evidente fout bevat (bijvoorbeeld adelaict in plaats van adelairt); waar het woord coninc foutief gespeld is. Ontbreekt in een woord alleen een afkortingsteken, dan wordt uitsluitend K geciteerd; ontbreekt het afkortingsteken in een veelvoorkomende naam, dan blijft ook verwijzing naar K achterwege.
Boektitel: gesciede < gsciede - Hfdst. 1: titel groeter < gsoeter (?). Ov7, Ov9: groeter - 10 houdende < houden=. B,a2r: houdende - 40 man mit < mit man. B,a2r: Man met - 42 coninc Karels < conincs. K,a3r: konynk (s kar)els. B,a2r: Coninck Karels - 44 gevallen over sijn knyen < ouer sijn knyen. K,a3r: gevallen vur sine kneen. B,a2r: gevallen op sijn knien - 50 Die een is geheten Aymijn... Amerijn van Nerboen < Die een is geheten aymijn van nerboen. K,a3r: Der eyn is geheisschen heym vnd ritter goit vnd koen. Der ander is genaemt amerin van nerboen. P67-68: der eyn heitßt Heyme, der kone, der ander Eymerich von Narbone. B,a2r: de eene is Aymijn / een Ridder goet ende coen / de ander is genaemt Aymerijn van Nerboen - 51 trouwelicken < truowelicken - Hfdst. 2: 13 ghestelt < ghestel. K,a4r: gestelt - 57 van zijn volcke verloren < van zijn volcke. K,a5r: van syn(e)n volck verloren. P147-148: verlorn von richen luten wol geborn - Hfdst. 3: 13 verdroech hijt < verdroech hij. K,a6r: verdroyss he idt. G: verdroe[..] hijt - 17 scriven < scriue. K,a6r: schryuen. G: scriuen - 22 dat hi hem < dat hem. K,a6r: dat hey ym. P219: daz er - 51 Ende als < Ende. K,a6v: Vnde als -
Hfdst. 4: titel wan < wan=. K,biv: wan - 73 gesent < gsent. K,b3r: gesant - 78 rouwe < ruowe - Hfdst. 5: 37 Lieve < liene - 38 voeten < voecen. K,b4v: voesse. P460: füß - 72 ridders < riddets. P526: ritter - 77 vrouwe < vrouwen. K,b5v: vrouwe. P531: frauwe - 79 sise < si. K,b5v: sise - 93 desen < deseu - 94 bliaut < bliant. R46: bliaut -103 worden < wroden - 108 woirden < voirden. K,b6r: worden - 151 macht < mach. K,c1r: macht - 156 willen si ende begeren < willen si begeren. K,c1r: willen si vnd begeren - 157 meer < mer. R176: meer - 180 soude < sonde - 202 Aymijns < aymijs - 221 grisaert < girsaert - 231 Adelairt < adelaict - 233 Reinout < reinut - Hfdst. 6: 1 spreiden een < spreide ee. K,c3r: spreden eyn - 2 voer hem < voer he. K,c3r: bi hem - 7 hebbe < hebe. B,b3r: hebbe - 16 Doe liet < Doet lief. K,c3v: doe liess - 26 Dat gedaen wesende < dat gedaen was. K,c3v: Dat gedaen wesende - 31 espentijn < espentijns. B,b3r: Espetin - 54 cracht < craht. K,c4r: cracht. P788: krafft - 61 dat ors dus hoirde prisen
< dus hoirde prisen. K,c4v: dat ros dus hoerde priesen - 85 Aymyn < amyn - 106 Reinout < reiuout - 118 ghenoechlijc < ghenoecvlijc. K,c5v: genoichlich - Hfdst. 7: 15 gewapent < gewapekc. K,c6r: gewapent - 21 u
| |
| |
dootviant < doot viant - 30 costelic < constelic. K,c6v: costlich. P934: kostlich - 32 (die) coninc < conic - 35 en < ende. K,c6v: en - 45 manliker < mnaliker - 61 seide < de. K,d1r: sachte - 77 patriarch < patriach. K,d1v: patriarch - 90 int vier < vier. K,d1v: int vur - 123 dat doot < doot. K,d2v: dat doit - 137 daer si < daer. K,d2v: Daer sy - 206 Reinout < reiuout - 249 veel < vel. K,d5r: vil - 261 pellen < plein. K,d5v: peller. Vgl. eerder in dit hoofdstuk, pellen, en K,d3v: pellen - 315 nut < mit. B,c2r: nut - 337 oude < node. K,e1r: alde - 348 heen te < heen. K,e1r: hein tzo - 350 van < dan. K,e1r: van - 374 joncheit < ionchet. B,c2v: jonckheyt - 384 met < met, met apostrof boven de m. K,e2r: mit - 408 Reinout < reinont - 412 Reinout < reinont - 436 Gwelloen, Heredreyt ende Macharijs < gwelloen here derode ende macharijs. P (1503 e.v.) voert in deze passage Gavelone, Hardrich en Macharius ten tonele. Verderop in Se, hfdst. 7, waar Adelaert aan Reinout vertelt wat er gebeurd is, is tweemaal sprake van Gwelloen, Macharijs en Heredreyt. - 437 alle <
twe. K,e3r: alle - verraders < verradirs. B,c3r: verraders - 441 Reinout < reinont - 449 Dan < den. K,e3v: dan - 513 tegen tmine < tegen timne. K,e4v: tegen mine. P1627: gegen daz myn. B,c3v: tegent mijne - 524 drie < dire. K,e5r: .iij. P1650: dru - 542 gewonnen < gewonen. K,e5v: gewonnen - 545 gaf < grf. K,e5v: gaf. P1687: gab - 549 hadde < haode. K,e5v: had - 554 was hi < was. K,e5v: was hi - 565 broeders < boeders. K,e5v: broder - 567 wert hi < wert. K,e6r: wirt he - 578 woude < wopde. K,e6r: woulde - teghen < tehgen - 588 hoeft < hoef. K,e6r: hoeft. P1826: heupt - 592 ic < hi. K,e6v: ich. P1839: ich - 594 en < ende. K,e6v: en - Hfdst. 8: titel capittel < capit. B,c4r: Capittel - 34 afgeslaghen < as geslaghen. K,f1r-v: aff doen slaen. B,c4v: afgeslagen - 56 int here < int hem. B,d1r: int heyr - 57 omridense < om ridendense. K,f1v: omreden sy. P2002: sie umb rite - 67 voirvlogen < voir volgen. K,f2r: vur
vlogen - 79 conincx < conincxc - 88 coninc < coninic - Hfdst. 9: titel onthilt < onthit. K,f3r: vnthyel(t) - 11 een < eeen. K,f3v: eyn. P2159: ein - 12 broeders < broeaers. K,f3v: broders - 18 om < oem. K,f3v: vmb. P2174: umb - 31 berieden hem de heren < bereiden de heren. P2195: da gingen sie sich beraden. B,d1v: berieden hen de Heeren - 52 Reynout < Reynont - 83 dat hi ons cleede < dat ons cleede. K,f5r: dat he ons cleyde. RD307: of hi ons cleder wille geuen an. P2286: ob er uns wol cleyder geben ane - 95 knape < knake. K,f5r: knauen. B,d2r: knape - 99 Reinout < reinont - 101 (Segt mi,) knape < kape. K,f5v: knape - 102 coninc < coninic - 112 broeder < broever. K,f5v: broeder - 124 coninc < coninic - 126 knien < kinen. K,f6r: kneen. P2381: knye - 127 Reynout < reynot - 213 Yewijn < yemijn - Hfdst. 10: 51 Yewijn < yemijn - 60 Yewijn < yemijn - 79 verslegen < verslegn. K,g3v: verslaghen. R551: versle(g)en - 115 Lambert, 11 < lamberti. K,g4v: lambert ij.. R632: lambert die .ij.. P2770: Lambert, die
| |
| |
zwen - 162 Reinout < reinont - 201 marbrijn < morben. K,g6v: morbren. R873: mar(b)erijn. B,d4v: Marmoren - Hfdst. 11: titel Yewijns < yewijs - beleide < be. K,g6v: beleide - 31 ghesticht < ghestich. K,h1r: gesticht. P2981: gestifft - 50 gave < gane - 77 quamen < quaman. K,h2r: quamen - 78 Reinouts < reinonts - 83 gaf hi < gaf sijn hi. K,h2v: gaff he. P3014: gab er - Hfdst. 12: 17 pelgrims < pelgris. K,h3r: pelgrims - 53 Wridsaert < wridsaeit - 58 coninc < coinnc - 122 ende u vrouwe, ende doen u < ende v vrouwe doen v. K,h5v: vnd v vrouwe vnde doen v. P3287-8: und frauwe Ayen, uwer wip, und sollent werden gebunden styff - 132 Adelaert < adelaect - 138 opt < op. K,h5v: opt - 148 bevochten < beuothten. K,h6r: beuochten - 158 gemoet < goemoet. K,h6r: gemoet. P3367: gemut - 159 vreselic < verselic. K,h6r: vreselic - 162 bliven < blinen - 169 doerbrac < doebrac. K,h6r: doerbrack. P3390: durch brach - 174 mochten < mochtent. K,h6v: moechten - 197 herde < her. K,i1r: harde - 231 en < ende. K,i1v: en. P3469: Frau muter, nu gebt uns guten rat -
265 volc < volen. K,i2v: volck - Hfdst. 13: 60 nemen < nemmen. K,i4r: nemen - 74 hangen wil < hangen. Ki4r: hanghen wil - 91 louch < louich. K,i4v: loech - 97 minen < minnen. K,i4v: mine. P3745: mynem - 136 veroetmoedighen < veroetmoedihgen - 141 geven < geuen hem. K,i5v: gheuen. P3833: und wil uch die schonsten sone geben - 147 getiden < geden. K,i5v: getziden - 155 Aldus < Adus. K,i6r: dus. Ov81: Aldus - 204 Merewout < mercwout. Verbeterd naar hfdst. 22. Zie Aantekeningen. - 206 tot Roelant < totoelant. K,k1r: tzo roelant - 221 de u < de. K,k1v: die vch - 230 om u < v. K,k1v: om vr - 231 spreken < speken. K,k1v: spreken - Hfdst. 14: 3 en < ende. K,k1v: en - 17 xii < x.. K,k2r: xij. - 25 ten lesten < ten besten. K,k2r: ten lestten - 29 onedel < onnedel. K,k2v: onedel - 59 bevele < benele - 107 Aldus < Adus. K,k4r: Aldus - 112 vermaken < vmaken. K,k4r: vermaken -
134 horende < hode. K,k4v: horende - 147 wair < waier. K,k5r: waer - 173 here < hre. K,k5v: here - 176 u verbliden < verbliden. K,k5v: vch verbliden - 178 moechter < moechtet. K,k5v: moechter - 181 voerden < voeroen. K,k5v: voer den - 188 Gode < goude. K,k5v: gode. P4410: got - 194 meer < mer. K,k6r: mere. P4419-20: en slacht mich nit mere. Slugent ir mich mer, ich wolt mich weren - 224 heb ic < heb. K,k6v: heb ich. P4482: han ich - 248 maercten < maecten. P4537: vernamen. B,f2v: mercten - 249 hagedorn < hage docht. P4538: doren - 250 hagedorn < hagedocht. P4553: doren - 261 lange < lage. K,l1v: langhe - 268 dattet < datter. K,l1v: dattet - 280 Laet < lat. K,l1v: laet - 309 hoerden < horende. K,l2v: hoerden - 353 vreemde < vreemdi. K,l3r: vreemde - 369 getiden < getideu - 373 Aldus < Adus. K,l3v: Aldus - 406 tusscen hem ende Reinout < tusscen reinout. P4829: zwischen sich und Reinolt. B,f3v: tusschen hem ende Reynout - 416 die sporen < sporen. K,l4v: die sporen - 464 hondert <
hodert. K,l5v: hon- | |
| |
dert - 502 dede de coninc < dede coninc. P5092: hieß der konig. B,f4r: dede de Coninc - 503 afterwaerts < aftewaerts. K,l6v: after waerts - 539 hier < hiec (?). K,m1r: hier - 544 dan < dat. K,m1v: dan - 550 knechten < kuechten - 558 wisten < wissen. K,m1v: wisten. P5220: wisten - 582 alleen < allen. K,m2r: alleyn. P5302: allein - 583 Doe < Doo (?). K,m2r: Doe - 587 vanen < va. K,m2v: vanen - 588 ende mercken < mercken. K,m2v: vnde mercken - mirakel < miraker. K,m2v en P5319: mirakel - 594 knechten < knethten. K,m2v: knechten. P5349: knecht - 597 gins ende weder < gins weder. K,m2v: ghins vnde weder. P5362: vort und wider - 611 Reynout < Reynont - 644 sulcken < suclken - Hfdst. 15: 27 Beiert < beiett - 36 hanghen < hanhen. K,m4v: hanghen. P5547: hangen - 41 onderwints < onderwijs. K,m5r: onder wins. MNW 5, 468, i.v. onderwint: ‘Van veel onderwints (van overal met zijn neus bij zijn) komt groote onruste ende achterdeel’ - 51 zijns < zijn.
K,m5r: sijns - 78 datmense < datmeuse - 86 coninc < coninin - 93 hangen < hagen. K,m6r: hangen - selven < selnen - 109 een stout < ende en stout. K,m6v: eyn stolt - 123 opgevoet < op genoet - 124 mijn betrouwe op u < mijn betrouwe ic op v. K,m6v: myn betrouwen op vch - 153 wat is < wats is. K,n1v: wat is - 154 liefst < lieft. K,n1v: liefste - 157 vander < vader. K,n1v: vander - 159 Doe < Doc. K,n1v: Doe - 172 vorderde < voroerde. K,n1v: vorderde - 173 docht < docht. K,n1v: dochte. P5858: dacht - 189 gegeven < gegeueu - 196 leiden < reiden. K,n2r: leyden - 213 trat < trac. K,n2v: trat - 234 serteyn < sertey. K,n3r: serteyn - Hfdst. 16: 2 hadden < ha d en. K,n4r: hadden - 11 geen < geeen. K,n4v: gheyn - 30 wouden < wuoden - 42 Gode < goede. K,n5r: god. P6179: got -
Hfdst. 17: 6 neve < ueue - 12 minnen < winnen. K,o1r: minnen. P6285: mynnen - 28 viseren < visiteren. K,o1r: visieren. P6340: vysieren - 86 Reynout < reyuout - 88 Reinout < reinvut - 89 groter < geoter. K,o2v: groter - 96 daer < daec. K,o2v: daer - verspiere < derspiere. K,o2v: verspiere - 100 Morlione < morliene. K,o2v (blad onvolledig): lione. P6539: Morlyon - 104 brengen < brenget. K,o3r: brenghen - 125 Morlioen < morlien. K,o3r: morlioen. P6598: Morlion - 153 Berwijc < beuerwijc. K,o4r: berwijc - 171 croen < coen. K,o4r: croen. P6745: krone - 176 coenen < ceonen - 189 Orliens < orilens. K,o4v: orliens - 190 magen < ma=. K,o4v: maghen. P6812: magen - 217 had < gad. K,o5r: had - 262 pleyn < plyen. K,o6r: pleyn - 285 trat < trac. K,o6v: trat - 307 loept < loep. K,p1r: loept - 313 mede dwingen < dair mede dwingen. K,p1r: mede dwinghen - 329 Reynout < reynont - 340 Reynout < Reynot - 345 u < .v. (romeins cijfer vijf). K,p2r: vch - 356 raet uwen neve < raet ende uwen neue.
K,p2r: raet uwen neue. P7323: radent Reinolt, uwerm nefen - 378 daer < aer. K,p2v: daer -
Hfdst. 18: 3 droevich < doreuich. K,p3r: droeuich. P7368: in grotßer betrupniße - 45 broeders < beoeders. K,p3v. broeders. P7468: bruder - 51
| |
| |
des conincx < tconincx. B,h3r: des Conincx - 61 als si < als. K,p4r: als si - 64 Adelaert < adelaet - 83 Reinout < Aeinout. K,p4v: Reynolt. R989: [Reinout]. P7597: Reinolt - 90 verhoechde < verhoehde. K,p4v: verhoechde. R1004: verhoghet. P7612: erhubt - 166 Ridtsaert < ridtsaeit - 206 ons < ous - 217 Vrancrijc < vranrijc - 220 met toerne < toerne. K,q1v: mit tzorne - 261 gecrijsch < gecrijch. K,q2r-v: gecrijsch - 278 en sal < een sal. K,q2v: en sal - 287 ende Wridsaert seer gewont ende Ridsaert gevangen < ende wridsaert seer gewont ende geuangen. P8150-2: und Fryzhart waren tieff wonden gegeben, auch was es also ergangen, das Ryzhart wart gefangen. H142: ever Wrijtsart wart sere gewont, also dat hei yn niet me gehelpen en kunde. Ind Rijtsart wart gevangen - 288 Ridsaert < wridsaert. B,h4v: Ridsaert - 294 gewapent < gawapent. K,q3r: ghewapent. P8163: gewappent - 354 broeders < broedes. K,q4r: broeders - 375 Writsaert < ritsaert. P8392: Fryzhart. B,j1r: Wridsaert - 391 Ridsaert ende Adelaert < ridsaert ende wridsaert. P8442-3: Adelhart und Ryzhart - 537 pleyn < plyn. K,r2r: pleyn - 543 uuter < weter. K,r2r: wter - 544
Wridsairt < ridsairt. P8889: Fryzhart - 561 En siedi < en sidi. K,r2v: en siedi. P8936: Ensehent ir - 577 Reinout < reinont - 626 tvelt < teuelt. K,r4r: tvelt - 630 waren ende vlogen < waren, vlogen. K,r4r: waren vnde vloghen - 631 genoemt < genoeemt. K,r4r: genoemt - 667 Gode < goede. K,r5r: god - Hfdst. 19: 9 helpe < hepe. K,r6r: helpe - 32 Ogier < v. K,r6v: ogier. P9522: Ogier - 68 als ic sach < als si sach. P9612: als ich sach. B,j3v: als ick sach - 71 gheschiet < gheschier. B,j3v: geschiet - 79 wildi < widi. R1020: wildi. P9650: wollent irs - 101 sijn < ijn. K,s2r: syn - Hfdst. 20: titel Dat xx capittel < ø. De aanduiding dat er een nieuw hoofdstuk begint, ontbreekt. Dat het hier een omissie in Se betreft, valt op te maken uit vier feiten: 1. Tussen de woorden dat suldi warachtich vinden ende anders niet en Als roelant is een houtsnede afgedrukt; 2. De A van Als is een lombarde, de l een hoofdletter; 3. Het volgende hoofdstuk is genummerd Dat xxi capittel; 4. In K begint hier wél een nieuw hoofdstuk: K,s2r: Dat xx capittel Hoe roelant toech mit die ghenoten in gascoengen om den coninck yewijn te vanghen vnde wolde hem hanghen an eyn boem daer vrouwe clarisse
seer drouich om was vnde hoe ym reynolt daer aff verloste - 30 haer < haee. K,s2v: haer. P9765: ir - 42 valschten < valschen - 68 verwiten < verwijen. K,s3v: verwiten - 71 hiete < hiete te. K,s3v: hiet - Hfdst. 21: titel Roelant (quam) < roalant - 3 seide Ogier < seide hi ogier. K,s4v: sachte ogier. R1388: sprac ogier. P9918: sprach zu hant Ogier - 20 was ic < was hi. K,s4v: was ich. R1428: wasic. P9951: was ich - 65 En < ende. K,s5v: en - 125 in < in in. K,t1r: in. R1625: in. P10248: in - Hfdst. 22: 31 Vrancrijc < vranrijc - 49 mijn < mijm. K,t2r: myn - 68 nopti < nopte hi. P10473: nopte ir - 70 Wridsairt < ridsairt. K,t2v: wridsaert - 80 Ende als Maeldegijs < ende maeldegijs. K,t3r: vnde als maelde- | |
| |
ghijs - 86 pelgrims < pelgris. K,t3r: pelgrims - 124 brochte < brochtse. K,t4r: brochte. R01852: brachte. P10587: bracht - 190 verloren < vloren. K,t5r: verloren - 193 ende (Ridsaert) < nde. K,t5r: vnde. R02134: Vnde - 194 misschien < misschen. K,t5v: misschien. R02136: misscheen. P10838: geschehen - 205 hanct < hant. K,t5v:
hanct - 241 Reinout < ryinout - 268 pijn. Ende als < pijn= ende als. K,v1r: pine vnde als. P11057-8: pyn. Als - 291 so doe mi < so mi. K,v1r: so doe mir - 318 reet na Parijs < reet parijs. K,v2r: reet na parijs. P11186: reyt zu Parys wart - 334 mochten < mochen. K,v2r: mochten - 392 sijn < shn. K,v3v: syn - Hfdst. 23: titel xxiii < xiij.. K,v3v: xxiij. - 78 borchtocht < borchtoch. B,k4v: borchtocht - 84 soudi < soude. B,k4v: soudy - Hfdst. 24: titel xxiiii < xiiij.. K,x3r: xxiiij. - 44 Montalbaen < motalbaen - 47 (uwe) broeders < broeder - 77 Dunay van Bavier < dunay. ende bauier - 118 coninck < connick - 138 dat hij Reinout met sijn broeders hangen < dat hij met sijn broeders hangen. K,x4r: dat hey reynolt mit syn broeders hanghen - 185 riergaerde < rigaerde. B,l2r: arriergarde - 222 Reinout < reiuout - 292 bewaren < bewaren bewaren. K,y1r: bewaren. P12704: bewarn - 309 Vrancrijc < vranrijc - 360 staet < stat. K,y2v: staet - 408 lieten < lteten. K,y3v: lieten - 432 woerden (van Reinout) <
moerden. K,y4r: woerden. P13025: worten - 441 Wilt mi Reynout leveren Beyert < wildi mi reynout leueren ende beyert. B,l3v: wilt my Reynout dan Beyaert leveren - 458 goetduncken < goetducken. K,y4v: goetduncken - Hfdst. 25: 11 ende leiden op die brugge < ende op die brugge. K,y5r: vnde leyden op die brugghe. P13140: und leyt ine uff den berg - 41 omsien < oem sien. K,y6r: om sien - 56 soude < sonde - 85 snijer < sijner. K,y6v: scroeder. P13352: schnyder - 151 fonteyn < fontey. K,z2r: fonteyn - Hfdst. 26: titel op die Turcken vacht ende hoe Maeldegijs bi hem quam ende hoe < op turcken vacht ende hoe maeldegijs bi hem quam ende die hoe. K,z2v: op die turken vacht vnde hoe maeldeghijs bi hem quam vnde hoe - 2 Tabarie < tambarie. K,z2v: tabarie. P13622: Taberyen - 12 Triple < tripe. K,z2v: triple - 17 blijven < blijmen. K,z2v: bliuen. P13662: bliben - 42 int < in. K,z3r: int - 65 van < vna - 101 Aldus < Adus. K,z4v: Aldus - 136 tegen < tgen. K,z5r: tzegen - Hfdst. 27: titel xxvii < vij.. K,z5r: xxvij. - 4 Doe swoer < swoer. K,z5v: doe swoer. R2206: Doe swoeren. P14113: Da swuren -
55 setten < seten. K,z6v: setten - 62 alleen < allen. K,z6v: alleyn. P14323: allein - 63 een < eeen. K,z6v: eyn. P14331: ein - 116 voir winde < voir wide. K,&1v: voerwinde - 153 ghehadt < ghegehadt. K,&2v: ghehadt - Hfdst. 29: 12 antwoerde < antwoetde. R2462: antworde - 44 als si opten Rijn was < als opten rijn was. B,m3v: Als sy op den Rhijn was - Hfdst. 30: 13 kerc < kerc=. B,m4r: Kerc - 30 binnen < binen - 46 Reynout < reynont
| |
| |
8. Om het lezen van de tekst te vergemakkelijken worden aan de voet van elke bladzijde moeilijke of mogelijk misleidende Middelnederlandse woorden en zinsconstructies vertaald. Een aantal tekstplaatsen wordt in een aantekening nader toegelicht. Naar deze aantekeningen wordt eveneens aan de voet van de bladzijde verwezen.
|
|