De historie vanden vier heemskinderen
(2005)–Anoniem Vier Heemskinderen, Vanden– Auteursrechtelijk beschermd
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 281]
| |
Dat XXX capittel. Hoe die bisscop van Coelen coninc Karel ontboet dat Reinouts lichaem ghevonden was binnen Coelen inden Rijn, ende coninc Karel quam te Colen mit een arren moede met groot volc om te wreeken den doot van sinen neve Reynout.Ga naar voetnoot+1Die bisscop van Colen sende mitter haest een bode in Vrancrijc 2ende ontboet coninc Karel dat Reinout, sinen neve, verslegen 3waer ende was inden Rijn gevonden. Als coninc Karel dese nye-4mare hoerde vanden bisscop, was hi uutermaten droevich ende 5misliet hem seer ende swoer bi zijnre cronen dat hi den doot vanGa naar voetnoot5 6sinen neve wreeken soude, ende hij soude hebben den selven man 7diet gedaen hadde, of si soudent al becopen die in Colen waren. 8Coninc Karel vergaderde een groot heer van volc ende toech 9met een arren moede na Colen ende beleyde die stat ende dede 10sijn tenten slaen op tvelt. Als dit de van Colen vernamen, sloten si 11mit haesten haer poerten. Dit was den bisscop te weten gedaen 12ende hi liet den coninc in ende seide hem: ‘Heer coninc, wi doen 13maken een kerc ende u neve Reinout quam hier dienen den met-14selaers so datten niemant en kende, ende doe wi sijn lichaem von-15den ende men den lichaem ontclede, vonden wij aen hem een cos-16telijc gordel ende daer aen was een signet, daer ic an las sinen 17naem ende titel.’ Als die coninc hoerde dat Reinout so jammerlic 18vermoert was, geboet hi den bisscop dat hi soude doen vangen 19alle die metselaers ende wercluyden de daer waren, twelc van 20stonden aen gedaen was, ende den coninc gebracht. Doe deedse 21coninc Karel pinigen soe lange dat hi vandt alle die gene die scul-22dich waren an den ridder Reinouts doot, ende lietse terstont ne-23men ende versincken met sacken inden Rijn. Als de coninc ge-24doot had alle die an Reynouts doot sculdich waren, vertelde de 25bisscop coninc Karel hoe Reynouts lichaem voir te Dormonde 26met een karre sonder paert ende sonder menschen hulp dan al-27leen bider gracie van God. Als die coninc dit hoerde, hadde hijs | |
[pagina 282]
| |
28groot verwonderen ende voir te Dormonde om tlichaem van si-29nen neve te sien. 30Als coninc Karel binnen Dormonde quam, wast volc seer 31droevich, want si waenden dat Karel Reinouts lichaem wech 32nemen soude ende dat hij daer om gecomen waer. Coninc Karel 33seide totten heren: ‘Ic bid u, ghy heren, laet mi sien tlichaem van 34minen neve Reynout.’ Doe seiden de heren vander stat: ‘Edel heer 35coninc, sidi hier gecomen om ons te nemen den lichaem vanden 36vrient Gods Reynout, die hier alleen quam bij miraculen sonder 37menschen hulpe, dat soude God op u swaerliken wreeken.’ Doe 38seide coninc Karel: ‘Neen ic, en hebt des geen sorghe.’ Als die 39heren ende borgers dit hoerden, waren si blide ende deden die 40tomme open om coninc Karel dat lichaem te laten sien. Ende met 41dien trat coninc Karel tot die tombe ende sacher in. Doen was 42Reinouts lichaem wech, ende was gevaren tot sijn broeders, ende 43so wij bescreven vinden so leggense te Napels. Als die coninc datGa naar voetnoot43aant. 44lichaem van sinen neve daer niet en sach, verwonderdes hem. 45Ende als dit die heren vander stat ende gemeenten vernamen, datGa naar voetnoot45 46si den lichaem van Reynout, des vrient Gods, quijt waren, bedre-47ven si groten rouwe ende mislieten hem seer. Als dit die coninc 48sach, reysde hi weder met zijn volc na Parijs. Aldus nam Reinout, 49die vrome ridder, sijn eynde ende starf salichlic ende regneert metGa naar voetnoot49 50Gode. Amen. | |
[pagina 284]
| |
Hier eyndet die hystorie van die vier Heemskinderen ende principalic vanden vromen ridder Reynout, here van Montalbaen, ende coninc Karel van Vrancrijc. Ende is geprent tot Leyden in Hollant bi mi, Jan Seversoen op die Hoygraft, inden jare duysent vijfhonder ende acht.Ga naar voetnoot+ | |
[pagina 285]
| |
|