§ 22) zijn niet aangeduid; daarvoor in de plaats zijn leesteekens en hoofdletters gezet in overeenstemming met het hedendaagsche gebruik. Wat de spelling betreft, de u-, v-, w- spelling, die zooals reeds is opgemerkt, sterk afwijkt van de onze, is gemoderniseerd; het teeken j kent het hs. alleen in de verbinding ij; in die gevallen, waar onze spelling j voorschrijft, is het teeken i door j vervangen. De onderscheiding, in het hs. gemaakt tusschen ij en y, is gebleven; op alle i's, j's en ij's zijn verder punten gezet. Twee letterteekens komen, gelijk wij zagen, in bepaalde positie onder verschillenden vorm voor, namelijk s en r; dit verschil is vervallen. Deelteekens, klemtoonteekens enz. zijn, waar noodig, geplaatst.
De rubriceering en onderstreeping behoefden na het daarover meegedeelde (zie § 22) niet meer afzonderlijk te worden aangeduid. Ook de plaatsing der kapittel- en paragraafteekens wordt niet aangegeven; wel is een indeeling in alinea's aangebracht.
Verder zijn tot gemak van den lezer bijna steeds de samengestelde woorden, die in het hs. gescheiden staan, en toch - ook in de 15e eeuw reeds - een geheel vormden, aaneengeschreven; daarentegen is, wat aaneen stond, niet gescheiden.
Klaarblijkelijke fouten en vergissingen zijn verbeterd; de goede lezing vindt men dan cursief in den tekst, terwijl de hs.-lezing in de aanteekeningen wordt vermeld. Eveneens zijn in de aanteekeningen alle doorhalingen en verbeteringen - enkele zeer onbeduidende of onleesbare uitgezonderd - genoteerd. De bewaard gebleven custoden vindt men in § 22 opgeteekend.
Aan de opschriften der hoofdstukken zijn tusschen ronde haakjes toegevoegd de nummering dier hoofdstukken en de sterfjaren der zusters, in die opschriften vermeld.
D. de Man.