een van de weinigen die het hele jaar door buiten wonen en geen ander huis hebben. Gray zegt dat hij hem niet een-twee-drie zou weten te lokaliseren.
Het huis aan de linkerkant op Hermans' foto was van Peter Isaacs, hoor ik, maar is inmiddels verdwenen. Het huis rechts, dat van Brisk, is verbouwd maar verder nog precies op dezelfde plaats te vinden als zevenenveertig jaar geleden. Het adres is 35 Riverside East, Restigouche, Que, Canada.
De tweede foto uit Campbellton die Hermans publiceerde levert minder informatie op: de bouwval blijkt niet te identificeren. Na aandachtige studie verklaart Gray dat de fotograaf zich moet hebben vergist. Volgens Gray heeft het huis nooit op het Mic-Macreservaat gestaan.
‘afscheid van canada’ ontstond in ‘Groningen, 1954 en later’. Hermans beschrijft er een verblijf in Newcastle aan de rivier de Miramichi (uitgesproken met het accent op de laatste i) in de provincie New Brunswick. Er is een alter ego van de schrijver in de vorm van een ik-figuur die, zo zal blijken, weinig moeite heeft gedaan om de werkelijkheid buiten het verhaal te verhullen. Volgens het verhaal verblijft de ik-figuur in de Ideal Inn aan de Pleasant Street. Zijn pensionkamer kijkt uit op een spoorwegovergang en de ‘ik’ doodt zijn tijd met het luisteren naar de bel en het tellen van de wagons. Soms raakt hij de tel kwijt.
In Newcastle was in 1948 kennelijk niets te beleven. ‘Er was twee keer in de week bioscoop in de kerk, cowboyfilms, ik wist niet eens op welke dagen, ik ging er niet naartoe’ schrijft Hermans. Op zondag blijft de ik-figuur zo lang mogelijk in z'n bed en zet daarna koers naar het Chinese restaurant Chop Suey.
‘De dochter des huizes was tweeëntwintig jaar en onderwijzeres’ schrijft Hermans over de Ideal Inn. ‘Zij vroeg of ik haar, als ik straks in Holland terug zou zijn, muziek van echte Hollandse klompendansen wilde sturen, die zij dan zou instuderen met haar schoolkinderen. Ik beloofde het met het vaste voornemen het niet te doen.’ De ‘ik’ vindt haar niet aantrekkelijk maar dat is geen bezwaar. ‘Ik stel mij niets van je voor. Maar als ik een minuut of vijf tegen je aan gelegen heb, zal het mirakel van de opstanding niet uitblijven.’
De ik-figuur brengt zijn tijd in Newcastle door in het gezelschap van zijn baas Robbie, voor wie Charles B. Timmer vrijwel zeker model stond. Robbie logeert in Hotel Miramichi, 83 Castle Street, Newcastle, nb, Canada. De ‘ik’ gaat er op bezoek en treft Robbie op zijn kamer, samen met een zekere O'Brien. De ikfiguur staat op het punt naar Nederland terug te gaan en maakt nog ruzie met Robbie. Hermans publiceerde het verhaal pas na de dood van Timmer. Tegen de onaangenaamheden die Hermans over Robbie en diens vrouw (‘zesderangs variété-artiste’) debiteert, kon Timmer zich dus niet meer verdedigen.
bij navraag in Newcastle blijkt Hermans zich hier en daar te vergissen. Of heeft de schrijver er dingen bij gefantaseerd? De filmvertoningen (‘in de kerk’) waren in werkelijkheid in het Opera House, dat weliswaar tegenover de kerk staat en zelfs wel iets weg heeft van een kerk maar desondanks geen kerk is. ‘Film in de St. Andrew's kerk?!’ zegt de zesenzeventigjarige mevrouw Jackie Creamer verschrikt. ‘Nee, dat was absoluut niet het geval.’ Jackie Creamer woont haar hele leven al in Newcastle en fungeert als vraag-