| |
| |
| |
Canadiana
Voor CBT
In mei 1992 werden bij Burgersdijk & Niermans diverse publikaties van wfh geveild uit de nalatenschap van Charles B. Timmer. Vooral de opdrachten boden aardige informatie, bij voorbeeld die in Hypnodrome: ‘Voor Charles B. Timmer, met de groeten aan het mapleleaf en een goede reis, van W.F. Hermans, de dag voor zijn vertrek 24 Ap. '48.’ Zoals bekend vertrok wfh zelf pas op 5 juli naar Canada.
Collectie Baartse
Uit de opdracht in Conserve blijkt dat de twee elkaar voor het eerst in juli 1944 hadden ontmoet, op 23 september 1947 was sprake van een ‘hernieuwde kennismaking’.
| |
Verpakte bloemen
In nummer 9 attendeerde Rob Delvigne er al op dat de uitdrukking ‘Orchidee in Duitse stafkaarten’ die de veelbelovende jongeman Sebastiaan Klok op 4 februari 1948 noteerde in zijn agenda (zie: Een landingspoging op Newfoundland, p. 71) ook te vinden is in De tranen der acacia 's. Aan het eind van die roman koopt Arthur Muttah voor zijn stervende stiefmoeder orchideeën, verpakt in een doos omwikkeld met een Duitse stafkaart.
| |
Film of tijdschrift?
Op pagina 82 van ‘Een veelbelovende jongeman’ noemt wfh een reeks tijdschriften die kort na de oorlog over de kop zijn gegaan. Een daarvan heet Praeludium. Toevallig ook de naam van de film die Henri Osewoudt en Marianne Sondaar in Tivoli (Tuschinski) gaan bekijken in De donkere kamer van Damokles. Ook Osewoudt gaat er over de kop: hij wordt er gearresteerd.
| |
On the road
Van wanneer tot wanneer wfh precies de tocht maakte naar de Niagara watervallen die hij beschreef in ‘Een veelbelovende jongeman’ is ons onbekend. Er zijn twee aanwijzingen, wfh dateerde een (de) foto die hij Morriën vanuit Québec stuurde op 1 september 1948. En in een exemplaar van Moedwil en misverstand dat hij opdroeg aan Charles B. Timmer en dat in 1992 bij Burgersdijk & Niermans werd geveild, schreef hij: ‘na diens expeditie naar Toronto, Campbellton, 24 Sept. '48.’
| |
Vrienden onder elkaar
Op 26 september 1948 vroeg Gerard Kornelis van het Reve wfh in een brief wat het werk in en om Newfoundland precies inhield. ‘Mocht er nog meer personeel gevraagd worden, dan houd ik me aanbevolen, want ik ben tegen het einde van de volgende maand vrij.’ Of wfh zich bij houtfirma Peltenburg heeft ingespannen voor Van het Reve weten wij niet. In elk geval kreeg Van het Reve niet de baan van wfh na diens ontslag.
G.K. van het Reve, omstreeks 1948
Foto: Annelies Romein
Omgekeerd spande Van het Reve zich, na Adriaan Morriën, wel in voor de uitgave van De tranen der acacia's door De Bezige Bij.
| |
Inhaalrace
De aanrijding van een motorrijder in 1948 in Toronto is niet het enige verkeersongeval van wfh. Na een interview met J. van Tijn op 24 maart 1966 wist hij in zijn witte Morgan-sportauto vlak bij het station in Groningen te slippen, om zijn as te draaien en aan de andere kant van de weg te belanden.
En Fons Rademakers op 18 september 1971 in de hp: ‘Hermans heeft zo'n passie voor racen in sportwagens. Hij had me 's morgens opgebeld uit Gro- | |
| |
ningen en gezegd dat hij om 1 uur 's middags bij me thuis zou zijn. Hij arriveerde prompt op tijd, maar lijkbleek. Ik zeg, wat heb je? Hij bleek drie keer over de kop te zijn geslagen op de Afsluitdijk. Zijn auto was total-loss. Hij liet zijn benen zien, die waren helemaal geschaafd. Maar hij was wel op tijd.’
Nog op zijn dertiende jaar had wfh geen fiets, schrijft hij in zijn Fotobiografie. Zijn ouders vonden dit ‘zeer gevaarlijke dingen’.
| |
The postman always rings twice
Uit Mandarijnen op zwavelzuur wordt duidelijk dat wfh vanuit Canada vier brieven schreef aan zijn mederedacteur van Criterium Adriaan Morriën: op 19 juli, 25 september, 12 oktober en 14 november 1948. Bij de brief van 25 september zond hij een (de) foto uit Québec mee.
Op zijn beurt schreef Morriën in ieder geval vier brieven: op 26 augustus (niet verstuurd), 19 september, 3 oktober en 17 oktober 1948. Onenigheid bestaat over het bestaan van een brief die Morriën wfh ‘omstreeks november’ zou hebben geschreven over zijn contacten met ‘de mensen’ van Libertinage. Morriën in De gruwelkamer van W.F. Hermans (1955): ‘Hermans heeft er nooit op gereageerd. Hij had in Canada vermoedelijk andere zorgen aan zijn hoofd dan het voortbestaan van Criterium.’
| |
In Amerika
In zijn ‘Canadese verhalen’ komen de hoofdpersonages nauwelijks over de grens, maar in Mandarijnen op zwavelzuur (p. 198) heeft wfh het over een reis naar de Verenigde Staten. Die moet hij dan tussen 17 oktober en 14 november 1948 hebben gemaakt. Toen bezocht hij Leo en Tineke Vroman in New Brunswick (New Jersey) waarover hij in februari 1951 schreef in Blurb. Ook Dola de Jong in Greenwich Village bracht hij een bezoek.
Dr Leo Vroman
| |
No jetlag
Op 23 december 1948 was wfh terug in Amsterdam. Al direct de volgende dag, ‘een dag vóór Kerstmis’, zocht hij Adriaan Morriën op. wfh had geen last van het tijdsverschil, want hij kwam zoals hij was gegaan: per boot en die deed zo'n veertien dagen over de overtocht.
Charles B. Timmer bleef, met een onderbreking van twee jaar in de beginjaren vijftig toen hij in Polen werkte, tot aan de liquidatie van Peltenburg in 1958 in Canada.
| |
WFH als kindervriend
Adriaan Morriën tegenover ons in nummer 3: ‘Hij kon aan de andere kant ook buitengewoon hartelijk en gul zijn. Voor mijn dochter Alies, die toen twee, drie jaar was, bracht hij in 1948 cadeaus mee uit Canada, geweldige dieren waren dat.’
Op de pagina's 266 en 267 van De laatste roker heeft wfh het over een ballon en een kaars in de vorm van het kerstmannetje. In zijn brochure De gruwelkamer van W.F. Hermans maakt Morriën ook nog melding van ‘een heel groot chocolade paasei’.
| |
Nee! (4x)
Vóór en tijdens wfh's verblijf in Canada wezen J.M. Meulenhoff, De Bezige Bij en aanvankelijk G.A. van Oorschot De tranen der acacia's af. In Leven in letters (1992) noemt Hans van Straten nog een vierde uitgever: Loek Boucher.
Juus Hartman
Tekening Theo Bitter in: Tekeningen in inkt, potlood en crayon (1981)
‘Die vertelde ons dat hij het manuscript van Hermans' roman De tranen der acacia's onder handen had. [...] [Hermans'] vriendin Juusje werkte systematisch een hele lijst uitge- | |
| |
vers af. Boucher zei ons, dat hij weinig voor het boek voelde. De hele avond hebben Jan [Vermeulen] en ik op hem zitten inpraten om hem tot andere gedachten te brengen. [...] Maar Boucher, overigens wel een man die wat van literatuur wist, heeft het boek niet geaccepteerd.’
| |
Tell me why
Over de reden van zijn vertrek naar Canada in 1948 heeft wfh zich nooit publiekelijk uitgelaten. Hij verwijt Charles B. Timmer hem voornamelijk uit eigenbelang (deviezen) een baantje in Canada te hebben aangeboden. Waarom leende wfh zich daar dan voor? Hij verwijt Adriaan Morriën door de publikatie van een foto in Vrij Nederland zijn ontslag in Canada te hebben veroorzaakt. Had wfh er dan echt nog langer willen blijven? Hoe had hij zijn redacteurschap van Criterium dan willen uitoefenen?
| |
Fictie en werkelijkheid
In 1949 ging Criterium op in Libertinage. Eerdere pogingen van Criterium om te fuseren met Podium waren mislukt.
De gang van zaken in ‘Een veelbelovende jongeman’ komt daarmee niet overeen. Daar fuseert Stellage (Podium) met Cabotinage (Libertinage).
| |
Tussen Ljoeba en Sibylle
In zijn recensie van De laatste roker veronderstelde Reinjan Mulder op 23 augustus 1991 in nrc Handelsblad dat wfh heeft gewacht met de publikatie van ‘Afscheid van Canada’ (1954 en later) omdat er fragmenten in staan die waarschijnlijk pijnlijk zouden zijn geweest voor de toen onlangs overleden Charles B. Timmer. Een vreemde veronderstelling. Timmer (Robbie) en zijn vrouw Genia Tschertkowa (Ljoeba) figureren immers ook al in De tranen der acacia's (1949). Als Oskar Ossegal en Andrea Corvàc.
| |
Op stap
‘Afscheid van Canada’ en ‘Het grote medelijden’ (voor het eerst gepubliceerd: 1962) zouden samen met een verhaal over ‘De tocht naar Canada’ een roman vormen over het ‘failliet van het reizen’. Die roman is (dus) nooit verschenen.
| |
Aan de grond
Volgens wfh (Mandarijnen, p. 198) zat hij eind 1948 zonder inkomsten, zonder tijdschrift en zonder uitgever voor zijn roman. Want hij was ontslagen in Canada. Ook zijn inkomsten als redacteur van Criterium waren gestopt wegens de fusie met Libertinage waarin hij niet meeging. Zijn roman De tranen der acacia's was afgewezen.
Ruim drie jaar na zijn vertrek ‘uit het niets van de 1ste Helmersstraat’ (Morriën) zat wfh (27) aan de grond. Pas zijn huwelijk met Emmy Meurs in 1950 bracht uitkomst.
|
|