Glitter en gruis
Dirk Baartse
Desgevraagd vertelde Thomas Rap ons dat de hele oplage van de bibliofiele editie van Ruisend Gruis al bij intekening was verkocht.
De nieuwe roman van Hermans Ruisend Gruis, die naar verluidt dit najaar bij De Bezige Bij verschijnt, beleefde in december 1994 een bijzondere voorpublikatie. Uitgeverij Thomas Rap bracht toen een bibliofiele editie uit, die inclusief BTW op ƒ 1.200, - kwam. De editie bestaat uit een kloeke cassette (31,5 × 22 × 5,9 cm), in grijs linnen uitgevoerd en met een opmerkelijke voorzijde. In een uitsparing (13 × 13 × 2,5 cm) is achter plexiglas een scène zichtbaar die verwijst naar het begin van de roman. Tegen een achtergrond van ruw behang (met boorgat) is een tot trappetje gevouwen kartonnen strook bevestigd. Daar weer tegenaan zijn drie latjes geplakt die als trapleuning dienst doen. De ruimte is gevuld met een hoeveelheid fijn zand dat, wanneer je de cassette rechtop zet en even heen en weer schudt, een laag vormt die tot net boven de tweede traptree komt. Dan wordt ook onder de trap de handgeschreven naam van de uitgever zichtbaar: Th. Rap (spreek uit: Trap). Het is een ontwerp naar een idee van Freddy de Vree.
In het onderste deel van de cassette bevindt zich een kartonnen omslag die in tien losbladige, één maal gevouwen vellen, enkele hoofdstukken van de roman bevat. Het drukwerk is zeer verzorgd. Ik heb slechts een kleine zetfout kunnen ontdekken (‘antwoorde’ in plaats van ‘antwoordde’).
In het tekstgedeelte zijn vier gereproduceerde tekeningen van Sylvia Kristel opgenomen. Zij kleurde de tekeningen met de hand bij. Zowel de schrijver als de kunstenares signeerden deze editie, waarvan de commerciële oplage vijftig exemplaren bedraagt. Daarnaast bestaan er nog vijftien Romeins genummerde hors de commerce-exemplaren ‘voor uitgever en auteurs’.
Over het illustreren van boeken, anders dan kinderboeken, zijn de meningen nogal verdeeld. In nrc Handelsblad van 11 december 1981 stond de uitslag van een kleine enquête die Jessica Voeten onder een aantal Nederlandse schrijvers had gehouden. De meesten waren fel tegenstander van illustraties bij hun werk. Zo ook Hermans: ‘Ik wil me niet vastleggen, maar: in mijn werk géén illustraties [...].’
Kunst: Sylvia Kristel
Wanneer je de tekeningen van Kristel in Ruisend Gruis bekijkt, kun je alleen maar begrip voor Hermans' standpunt hebben. Het tekentalent van de actrice is nogal klein. Een door haar getekende hand bestaat uit een handpalm met vier even lange vingers en een duim die direct aan de onderarm lijkt vast te zitten. Twee van haar tekeningen worden bovendien ontsierd doordat ze die met glittertjes heeft beplakt.
Zo gering als de kwaliteit van de tekeningen is, zo veelbelovend is de tekst. Vanaf het begin van het verhaal is er spanning: wanneer hoogleraar mineralogie Fahrenkrog in zijn nieuwe woning een gaatje in de muur boort om zijn kwikbarometer te kunnen ophangen, komt er met een krachtige straal wit poeder te voorschijn. De stroom is niet te stuiten, geleidelijk loopt het huis vol. Fahrenkrog probeert hulp te krijgen, maar al snel wordt duidelijk dat de buitenwereld hem niet goed gezind is.
Het verhaal bevat fantastische elementen die doen denken aan sommige van Hermans' vroege verhalen. Maar ook de satire zoals die in Onder professoren werd beoefend, ontbreekt niet.
Hermans moet tot het laatst bezig zijn geweest met de tekst, want van de openingszin zoals hij die op 6 oktober 1994 tijdens een optreden in Roosendaal nog voorlas is niets meer over.