Hermans-Magazine. Jaargang 4

[p. 7]

Nooit meer slapen - van dag tot dag

Vrijdag 15 juni - Op advies van zijn promotor Sibbelee bezoekt Alfred Issendorf (25) om 10.30 uur professor Ørnulf Nummedal (84) in Oslo. Nummedal heeft geen luchtfoto's van het gebied dat Alfred wil onderzoeken op meteorietinslagen.

Zaterdag 16 juni - Om 8.00 uur vliegt Alfred naar Trondheim om bij de Geologische Dienst de luchtfoto's op te halen. Direktør Hvalbiff is er niet, Oftedahl kan hem niet helpen. Alfred vliegt zonder foto's door en is om 22.30 uur in Tromsø.

Zondag 17 juni - 's Ochtends vliegt Alfred met een watervliegtuig naar Alta. Ontmoet daar Arne Jordal (26). Om 15.00 uur vertrekt hun bus. Om 16.00 uur zijn ze in Skaidi. Via Russenes komen ze om 22.30 uur aan in Skoganvarre.

Maandag 18 juni - Om ± 12.00 uur ontmoeten Alfred en Arne hun reisgenoten Qvigstad en Mikkelsen. Ze slaan proviand in. Om 20.45 uur beginnen ze samen met een drager (‘sterke man’) aan hun tocht.

Dinsdag 19 juni - Om 3.30 uur zijn ze het Vaddasgaissa-gebergte over. Om 4.00 uur zijn ze bij het Lievnasjaurre-meer. Hebben dan vijfentwintig kilometer afgelegd. Om 5.30 uur gaat de drager terug. Ze slaan hun tenten op. Na een poging tot slaap doet Alfred de rest van de dag enig onderzoek.

Woensdag 20 juni - Urenlange regen, drie graden boven nul. Alfred doet toch onderzoek. 's Avonds worden de tenten weer opgebroken. Ze trekken verder, over de Lievnasjokka-rivier.

Donderdag 21 juni - De zon komt terug. Ze slaan hun tenten op tussen twee meertjes. Mikkelsen blijkt luchtfoto's te hebben, gekregen van Nummedal die ze weer heeft van Hvalbiff.

Vrijdag 22 juni - Drukkend heet. Om 8.30 uur vertrekken Qvigstad en Mikkelsen. Alfred en Arne gaan naar Ravnastua en Karasjok. Om 15.00 uur trekken ze door een kloofdal. Onenigheid over de richting: Alfred en Arne gaan uit elkaar. Alfred ontdekt zijn fout, maar is Arne kwijt. Verliest ook zijn kompas. Na ± 17.30 uur vertrekt hij naar zijn enige oriëntatiepunt, de berg Vuorje. Hemelsbreed vier kilometer.

de rugzakken van T. Fjellang en W.F. Hermans; op de achtergrond (links) de Vuorje
Foto: Torbjørn Fjellang

Hermans in de omgeving van de Vuorje
Foto: Torbjørn Fjellang

[p. 8]

Zaterdag 23 juni - Alfred beklimt de Vuorje. Wolken en mist. Twijfel: terug naar Skoganvarre? Nee. Keert via het Lievnasjaurre-meer en de Lievnasjokka terug naar het kloofdal. Hoopt er Arne te vinden. Afstand: twaalf kilometer.

Zondag 24 juni - Alfred vindt Arne in het dal, doodgevallen. ‘Maar dit is geen slapen. Dit is nooit meer slapen.’

Tot en met zondagavond 1 juli - Hoewel Skoganvarre veel dichterbij is, loopt Alfred dagen door de soms stromende regen naar Ravnastua. In het boek misschien wel honderdvijftig kilometer ver.

Maandag 2 en dinsdag 3 juli? - Alfred logeert in een speciaal Statens Fjellstue in Ravnastua. Slaapt zeker vierentwintig uur uit.

Woensdag 4 juli? - Loopt twaalf kilometer. Reist dan per motorkorjaal over de Karasjokka-rivier naar Karasjok.

Donderdag 5 juli? - 's Ochtends contact met de politie in Karasjok. Reist daarna per bus door naar Russenes. Via Skaidi terug naar Alta. Per taxi naar het watervliegtuig.

Vrijdag 6 juli? - Brengt professor Nummedal verslag uit in Hop bij Bergen. Rijdt met Amerikaanse Wilma (‘Flintstone’) mee naar het huis van componist Grieg in Troldhaugen.

Zaterdag 7 juli? - Leest in het vliegtuig over een mogelijke meteorietinslag bij Karasjok. Landt op Schiphol. Krijgt thuis van zijn moeder twee manchetknopen cadeau. De steeltjes zijn van goud, de knopen zijn een meteoriet.

Fjellang en Hermans (r) voor de Statens Fjellstue in Ravnastua
Foto: Harald Skålvoll

Hermans per motorkorjaal op weg van Assebakte naar Karasjok
Foto: Torbjørn Fjellang