| |
| |
| |
[Nummer 13]
Laplandiana
Altijd wakker
Zoals het meeste werk van wfh is Nooit meer slapen ten dele gebaseerd op de werkelijkheid. In 1961 nam hij samen met geologen van de Noorse Geologische Dienst, de Norges Geologisk Undersøkelse, deel aan enkele tochten door nog nauwelijks onderzochte gebieden in Lapland en Finnmarken. Doel was het bestuderen van ‘glaciale afzettingen (eskers, drumlins) en glaciale erosieverschijnselen (smeltwaterkanalen, canyons)’. wfh maakte de tochten met een beurs van de nato. Een wetenschappelijke publikatie kwam nooit tot stand.
| |
De blinde fotograaf
‘Vrouw, Finnmark 1961’
Foto 110 in: Koningin Eenoog
Op zijn tochten in noordelijk Noorwegen maakte wfh talrijke foto's. Vijf ervan zijn terug te vinden in Koningin Eenoog (1986), drie in Vrij Nederland van 2 maart 1991 en andere zijn gebruikt voor het omslag van Nooit meer slapen. wfh niettemin in een interview in de Haagse Post op 12 maart 1966: ‘In het boek laat ik water in Alfreds lens terecht komen, maar wat mij is gebeurd, is misschien nog wel erger: ik heb een rolletje foto's thuis per ongeluk in de vuilnisbak gegooid.’
| |
Fictie en werkelijkheid
In een interview met Frans A. Janssen en Freddy de Vree in Bzzlletin nr. 126 (mei 1985) verhaalde wfh dat degene die model stond voor Alfred Issendorfs promotor professor Sibbelee hem, wfh, een enthousiaste brief schreef na lezing van Nooit meer slapen. Daaruit bleek dat het model niet zichzelf in Sibbelee had herkend, maar een collega aan wie hij een hekel had. wfh: ‘Zo gaat dat in het wetenschappelijke wereldje en dat is de eigenlijke motor van die roman: leugens en illusie.’
| |
Oey Twen Sit
Zo'n vijf jaar vóór de roman publiceerde wfh een kort verhaal met als titel ‘Nooit meer slapen’. Het verscheen in het tweede nummer van de eerste en enige jaargang van het blad Twen (1960-1961) en had weinig te maken met de latere roman. De tekeningen waren van wfh's vriend Oey Tjeng Sit.
Tekening: Oey Tjeng Sit
Er is nog een eerdere vooraankondiging. In De donkere kamer van Damokles (1958) ligt Henri Osewoudt bij de verzetsgroep Labare in bed met Marianne Sondaar. ‘Alles [...] zou hij moeten aangrijpen met deze hartstocht, of het leven een enorme vrouw was, van wie zelfs de zweetlucht in werkelijk viriele mannen niet anders dan een onoverwinnelijke extase ontketende. Niet één enkele maal, maar altijd opnieuw, zonder te rusten. Nooit meer slapen.’
| |
Wanneer ook al weer?
In welk jaar speelt Nooit meer slapen zich af? Al op de eerste pagina geeft wfh een aanwijzing: Alfred bezoekt professor Ørnulf Nummedal op vrijdag 15 juni.
In deze eeuw valt 15 juni dertien maal op een vrijdag. De jaren 1906, 1917, 1923, 1928, 1934 en 1945 vallen af, want in het boek wordt muziek gespeeld van The Modern Jazz Quartet en dat bestond toen nog niet. Op pagina 25 wordt Nummedal de ‘Adenauer van de geologie’ genoemd. Daarmee vervallen de jaren 1973, 1979, 1984 en 1990 toen Adenauer hier alweer was vergeten. Op pagina 32 luistert Alfred naar een transistorradio: exit 1951 en 1956. Blijft over: 1962.
| |
Van de ene taal naar de andere
‘[An] interesting error at the point where the protagonist is discussing English grammar with the Dutch sea-captain (Nooit meer slapen, 1981 pp. 53-5): “Does Alfred go to the races today? No, he doesn't.” As any native English speaker will im- | |
| |
mediately see, this is not a correct English sentence, because the verb “to do” is used as an auxiliary in question-forming only where no specific time is indicated - not “Does Alfred go to the races” but “Is Alfred going to the races today?”
It is interesting that this error should occur precisely at the point where Hermans is demonstrating the conventional nature of language.’
Uit: Dutch crossing nr. 27 (London, december 1985)
| |
Een zeer stil leven
In 1981 publiceerde De Enschedese School twintig Tableaux litéraires, gemaakt op basis van scènes uit de Nederlandse literatuur. Uit Nooit meer slapen koos het kunstenaarscollectief het moment waarop Alfred ontdekt dat Arne te pletter is gevallen.
‘- Hé! Arne!
Hij ligt op de grond, vlak bij mij.
- Hé, hé, stamel ik.’
Het originele tableau is te zien in het Letterkundig Museum in Den Haag.
| |
Hoho! (4x)
Op 16 juni 1962 leest Alfred Issendorf in het vliegtuig naar Trondheim het Algemeen Handelsblad. Die krant zou van ‘eergisteren’ zijn. Toch blijkt uit de ‘Aangehaalde literatuur’ achterin de roman dat het om de krant van 3 oktober 1962 gaat.
Het boek speelt in 1962. Alfred is dan vijfentwintig jaar. Hij is dus geboren in 1937. Zijn vader stierf toen Alfred net zeven jaar was, in ieder geval in 1962 achttien jaar geleden. Stierf dus in 1944. Toch bezit Alfred (op p. 114) een gedenkboek met een foto van zijn vader uit juli 1947.
Eva is zes jaar jonger dan haar broer Alfred. Zij is dus negentien. Toch doet ze pas ‘volgend jaar’ eindexamen van de (vijfjarige) mms.
Op 18 juni begint Alfred aan zijn onderzoekstocht door Finnmarken. Toch klaagt hij al op 1 juli (p. 232) dat hij ‘een maand uit de bewoonde wereld weg’ is.
| |
Wat is oud?
wfh in Scheppend nihilisme: ‘De professor Nummedal [...] was de directeur van de Luxemburgse geologische dienst, die ik vrij goed gekend heb, zo omstreeks 1950, toen ik mijn eigen proefschrift schreef [...]. Dat was inderdaad een stokstokoude man, die daar in Luxemburg in zijn eentje de geologische dienst uitmaakte. Maar een heel knappe man eigenlijk wel.’
Zo stokoud als de romanfiguur Nummedal was M. Lucius niet. In 1951 werd hij 75 jaar. Nooit meer slapén speelt elf jaar later, maar Nummedal is niet 85 of 86, hij is 84 jaar.
| |
Druk op druk
In 1966 bracht De Bezige Bij de eerste druk uit van Nooit meer slapen. Nu, achtentwintig jaar later, zijn er drieëntwintig drukken verschenen. Het boek is vertaald in het Zweeds (in 1968), Duits (in 1982) en Noors (1992). Een vertaling in het Engels is in voorbereiding, evenals een nieuwe vertaling in het Duits.
| |
| |
1. Juli 1961: W.F. Hermans op onderzoek in Skoganvarre
Foto: Torbjørn Fjellang
2. Hier trekken Torbjørn Fjellang, Wim Hermans, Harald Skålvoll en Per Akselsen de Lievnasjokkarivier over. Op de achtergrond: het Vaddasgaissagebergte
Foto: Torbjørn Fjellang
3. Na enkele dagen splitst de expeditieploeg zich. Fjellang en Hermans (r) gaan samen verder. Geheel links kijkt Akselsen toe.
Foto: Harald Skålvoll
|
|