Het Hernhutsche nachtegaaltje in eene vrolyke luim
(1757)–Anoniem Hernhutsche nachtegaaltje in eene vrolyke luim, Het– Auteursrechtvrij
[pagina 55]
| |
'k Wil wel gaarne by jouw komen,
Wyl ik 's nachts van jouw moet dromen:
Joris, kom reis by me,
Och Huipje! dat wil ik wel doen. ://:
2.
Joris, geef me je handje,
Och Huipje! dat wil ik wel doen; ://:
'k Voel, nouw jy myn hand wilt voelen,
In men lyf zoo'n raar krieoelen;
Joris, geef me je handje,
Och Huipje! dat wil ik wel doen. ://:
3.
Joris, geef men een zoentje,
Och Huipje! dat wil ik wel doen; ://:
'k Wil jouw wel een zoentje geven;
Maar dan raak ik heel aan 't beven;
Joris, geef men een zoentje,
Och Huipje! dat wil ik wel doen.
4.
Joris, praat wat met me,
Och Huipje! dat wil ik wel doen; ://:
'k Wouw je graag wel wat vertellen;
Maar 'k voel dan men lyf puur zwellen,
Joris, praat wat met me,
Och Huipje! dat wil ik wel doen. ://:
| |
[pagina 56]
| |
5.
Joris, willen we trouwen?
Och Huipje! dat wil ik wel doen; ://:
'k Wil zoo gaarne met je trouwen;
Want ik kan 't niet langer houwen;
Joris, willen we trouwen?
Och Huipje! kom laten we 't doen. ://:
6.
Joris, gaa je dan met me?
Och Huipje! dat wil ik wel doen; ://:
Laten wy voor alle zaken,
Bruid en Bruîgom ons doen maken;
Joris, gaa je dan met me?
Och Huipje! dat wil ik wel doen. ://:
|
|