Hemelschen Parnassus-bergh, met verscheyde sang-dichten betuynt
(1676)–Anoniem Hemelschen Parnassus-bergh, met verscheyde sang-dichten betuynt– Auteursrechtvrij
[pagina 238]
| |
Doen suchten vol van smert
En sterven in de pijn?
Sy jagen, en dragen
Haer scha achter na
Die u behagen. ://:
De mugge swiert en vlieght
Het keers licht om, en door,
Tot dattet haer bedrieght,
En valt'er eyndigh voor.
Soo loopen met hoopen
Domme jeught, die haer vreught.
Wel dier bekoopen. ://:
'k Heb u te langh gedient,
En was vry wat te mal.
| |
[pagina 239]
| |
Maer nu kies' ick een vriendt,
Die my trouw wesen sal,
En mijn sinnen kan winnen
Om alleen, anders geen,
Als hem te minnen.
Ick kom tot u, ô Heer,
En laete 's wereldts lust.
Mijn hert ick tot u keer,
En soeck in u mijn rust.
Alle pijnen verdwijnen,
Als u licht, en gesicht
Op ons komt schijnen.
|
|