Hemelschen Parnassus-bergh, met verscheyde sang-dichten betuynt(1676)–Anoniem Hemelschen Parnassus-bergh, met verscheyde sang-dichten betuynt– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 202] [p. 202] Lof, ende Feest der Heyligen in den Hemel. I. Stem: Den nieuwen. Most. O Hemels Vaderlandt In glorie triumphant, Hoe schoon en vreughdigh is dat Koninghs Hof, Daer altijdt wordt gesongen Godes lof? Uw voor-zaal is van goudt Vol fijn gesteenten, rijckelijck bebouwt, Met twaellef Poorten hoogh verheven; [pagina 203] [p. 203] Elck is een diamant, Die als de Sonne brandt. Geluckigh, ende bly Is uwen Borgery, O Sion rijcke Stadt, en huys des Heer: Uw hovelingen sijn vol vreught, en eer. Daer by Godts Hooghsten Throon De Seraphins verheught met blijden toon Hem Sanctus, Sanctus, Sanctus singen, En buygen neer voor hem Met volle vreughde stem. Noch hert en heeft bedacht, Noch 's menschen sin betracht, Noch oir gehoort, noch oogh en heeft beschouwt [pagina 204] [p. 204] Wat Godt bereydt heeft, die op hem betrouwt. Ons hert, en geest versucht, Hier op dit tranen-dal vol ongenucht. O Heer laet ons tot u genaecken, En stelt ons by't getal Van uwe Vrienden al. Vorige Volgende