Hemelschen Parnassus-bergh, met verscheyde sang-dichten betuynt
(1676)–Anoniem Hemelschen Parnassus-bergh, met verscheyde sang-dichten betuynt– Auteursrechtvrij
[pagina 132]
| |
Bewoonen wilt, en niet afkeerig werdt.
Uw liefde Jesus is te groot,
Die ons onwaerdigh, tot uw Tafel noodt,
En doet oprechten
Voor slaef, en knechten
Soo een Godtlijck Broodt.
Wy worden hier beschaemt,
O Heer by u te komen,
Die opgenomen
Tot Gasten zijn,
En Tafel-vrienden sonder eer, of schijn.
Daer d Engels met eerbieding' gaen,
Noch derven hun gesicht niet eens opslaen,
Maer met lof-sangen,
| |
[pagina 133]
| |
En groot verlangen
U ten dienste staen.
Wat recht uw liefd' al uyt,
O Minnaer van de Menschen!
't Zijn al uw wenschen
Ons u gelijck
Te maecken, die gy treckt uyt aerd', en slijck.
Ten waer wy kenden uw gemoedt;
Die ons dit al uyt enckel gunste doet:
Wy souden schromen
By u te komen
Herder Jesu soet.
|
|