Hemelschen Parnassus-bergh, met verscheyde sang-dichten betuynt(1676)–Anoniem Hemelschen Parnassus-bergh, met verscheyde sang-dichten betuynt– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 85] [p. 85] IV. Brand-offer der Goddelijcke Liefde. Stem: Enfermes moy dans vostre coeur. BEsluyt u Jesu midden in mijn hert, Dat door u levend werd. Ah soo wensch ick te leven. O wat een leven Sult gy aen mijn ziel dan geven? Jesu woont doch in my, Waer ick gaen blijft my by, Ick met u Jesu soet, Die besit mijn gemoedt, O salig leven! [pagina 86] [p. 86] Waerachtig Manna uyt den Throon gedaelt, Daer 't eeuwig Son-licht straelt, Besloten in 't fornays der liefde. Op d'Aerd' vertreden, En van haet en nijd doorkneden; Maer nu weer in ons leeft, En mijn ziel voedsel geeft, Om uyt dit tranen-dal, Daer s'u by woonen sal In vreugd te treden. Geen Cherubins dees liefd' en eer bewijst, Noch Seraphins dus spijst Den grooten Godt sijn Hemels geesten. Noyt sy genoten, [pagina 87] [p. 87] Dat in dees spijs is besloten. Nu is 't wel openbaer, En sijn Woord al te waer, Dat Godts wensch, ende sin Tot ons vol is van min Sijn huys-genooten. Vorige Volgende