Helikon. Jaargang 4(1934)– [tijdschrift] Helikon– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 159] [p. 159] Cristobal Colon Het laag vertrek vol passers, berekeningen, kaarten, gissingen, leugens; relazen van ongeloofelijke vaarten eens half gedroomd misschien en half volbracht. Op Don Jaimes voorhoofd worden de plooien strakker en witter. Geloof strijdt tegen argwaan. In 't triest geflakker der olielamp winnen de leugens zelfs aan macht. Hij, nog niet dertigjarig, en reeds zoo koud en karig in woorden en gebaren als anderen met zestig jaren, staat half in 't duister. Gebogen, de hand over een globetastend in zich gekeerd de oogen, de lippen moe en lastend. Ziet hij zichzelf reeds, over nogmaals dertig jaren, weer even ver van tochten, daden en gevaren als nu? Verarmd, terzij geschoven, in ellende; zijn leven leeg opnieuw, verbleekt tot een legende? F.C.T. Vorige Volgende