Helikon. Jaargang 4(1934)– [tijdschrift] Helikon– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 127] [p. 127] Het leven van den kloosterling (Rainer Maria Rilke) Zoo eindde slechts als kind de nacht, in zulk een vast vertrouwen, na elke angst opnieuw bedacht u weder te aanschouwen. Ik weet, zoovaak mijn denken splijt, zoo diep, zoo sloopend ver -: gij enkel zijt en zijt en zijt, ons trillend als een ster. Mij is 't, als waar’ ik tegelijk kind, knaap en man en meer. Ik voel alleen, de ring is rijk door zijnen wederkeer. Ik fluister dank, gij diepe kracht, die met mij arbeidt, zachter, zacht, als achter vele wanden; nu wordt mij eerst de dag gewijd, heilige aandacht, die zich spreidt over mijn donk're handen. Reinold Kuipers Uit Das Stundenbuch Vorige Volgende