Helikon. Jaargang 4(1934)– [tijdschrift] Helikon– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 128] [p. 128] Wilde loot Op het dochtertje van een vriend Zij bloeit zo kleurrijk tussen 't donk'rer hout, zo dartel tussen d'ingetog'ner ranken. Zij heft zo lief-naief het franke en schalke kopje, schuchter-half, half-stout. Wat haar van d'and'ren scheidt, een klein gebaar, een luchter gang, een oogopslag, een even en aarz'lend werelds-zijn, zijn 't kinderdrangen, of is 't het gisten van een eig'ner leven? Misschien uit van een gans geslacht in haar zich 't ongeweten, onderdrukt verlangen. Reinier P. Sterkenburg Vorige Volgende