Helikon. Jaargang 4(1934)– [tijdschrift] Helikon– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 97] [p. 97] [Twee gedichten] Avond Met de’ avond worden de duinen eenzamer, Luider aanhoudend wordt het zeegeruisch, Een schip de van 't omheen vervreemde kamer, Een alleen eiland het geluidloos huis. Eenzamer dan de duisterende paden, Die van het huis naar 't eeuwig ruischen gaan, Is 't hart dat, onherroepelijk verraden, Eiken dag weer van niets moet voortbestaan. J.C. Bloem De duindoorn De duindoorn bloeit. De duindoorn bloeide ook daar. Dat is al lang geleden. Al vijf jaar. Vijf jaar. En al hun strijden ging te loor Om tot dit niets te komen. En waarvoor? De duindoorn bloeit. De strijd heeft afgedaan. De wereld zal ook eens verloren gaan. J.C. Bloem Vorige Volgende