Helikon. Jaargang 4(1934)– [tijdschrift] Helikon– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 84] [p. 84] In Sparta (Konst. P. Kavafis) Hij wist het niet, Kleomenes de koning, had geen moed ook - hij wist het niet hoe zulk een woord hij zeggen zou tegen zijn moeder: dat Ptolemaeus eiste dat hij als onderpand van hun verbond ook naar Egypte zenden zou zijn moeder zelf als een gevangene; vreeslik vernederende en ongepaste zaak toch. En telkens kwam hij om er van te spreken, telkens aarzelt hij. En telkens ving hij aan te zeggen, telkens blijft hij steken. Maar de verheven vrouw had hem begrepen reeds, - ze had gehoord toch al geruchten daaromtrent, - en gaf hem moed om alles uit te spreken. En lachte dan; en zeide: ‘zeker gebeurt dit’. En was verheugd veeleer omdat zij nog van nut kon zijn aan Sparta in haar ouderdom. Wat de vernedering betreft - het laat haar onverschillig. De geest immers van Sparta te verstaan, daartoe was niet capabel zo een Lagide, van een gistren opgekomen adel; daarom dus kon een eis van hem onmogelik ook metterdaad vernederen een Heerseres van hogen stam als zij: van een Spartaanse koning de moeder. G.H. Blanken Vorige Volgende