Helikon. Jaargang 4(1934)– [tijdschrift] Helikon– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 82] [p. 82] In een grote Griekse kolonie, 200 v. Chr. (Konst. P. Kavafis) Dat niet naar wens de zaken gaan in de kolonie daaraan is niet de allerminste twijfel; al gaan wij steeds nog - zij 't niet veel ook - wél vooruit, toch brak misschien, zoals niet weinigen menen, nu de tijd aan te komen met een Hervormer van het Staatsbestel. Nochtans de moeilikheid en een beletsel is dat ze maken tot een hele geschiedenis onmiddlik elke kwestie, die Hervormers. (’t Zou waarlik wel een groot geluk zijn als men hen nooit van node had.) Want over ieder ding tot over 't kleinste gaan ze vragen doen en onderzoeken en daadlik denken ze over radikale wijzigingen met nog de eis ze onverwijld verwezenlikt te zien. Dan hebben zij een neiging nog tot offers. Doet afstand, gij, van dat wat uw bezitting is: want uwe rechten daarop zijn onzeker, en derglik eigendom nu juist schaadt immers de kolonies. Doet afstand, gij, van deze bron van winsten en van de volgende - die hoort er bij! - en nog van deze derde: als een onvermijdelik gevolg; wel zijn ze van belang, maar wat wilt ge anders? ’t bezit geeft U verantwoordlikheid die schaden kan. En naar zij verder komen bij hun onderzoek vinden zij, vinden overbodigs, zoeken naar een einde; ’t zijn dingen echter die men moeilik tot een einde brengt. [pagina 83] [p. 83] En als ze dan, zo 't lot het wil, hun werkzaamheid volbrachten en, na alles nauwgezet te hebben afgebakend en beknot verdwijnen, nemende 't gerechte loon natuurlik, zien wij dan toe wat er nog overblijft, na zulk een allervreselikste operatie. - Misschien brak toch nu nog de tijd niet aan. Neen, haasten wij ons niet; er is gevaar bij zulk een overijling; berouw zal volgen op ontijdige daden. Veel dwaze dingen, zéker, en helaas ook, heeft de kolonie; maar is er iets dat menslik is en zonder onvolmaaktheid? Per slot van rekening: we gaan vooruit. G.H. Blanken Vorige Volgende