Helikon. Jaargang 4(1934)– [tijdschrift] Helikon– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 81] [p. 81] Trouweloosheid (Konst. P. Kavafis) Toen het huwelik werd gevierd van Thetis en van Peleus verhief zich aan het schittrend bruiloftsmaal Apollo, en prees de jonggehuwden zeer gelukkig om de telg die aan hun liefde zou ontspruiten. Hij sprak toen: nooit zal hem een ziekte naderkomen, langdurig zal zijn leven zijn. Toen hij dat zeide, was Thetis zeer verheugd, immers de woorden van Apollo die veel inzicht had in profetiën, ze schenen haar een borg voor haren zoon te zijn. En toen Achilles groter werd en zijne schoonheid werd de roem van heel Thessalië, dacht Thetis aan de woorden van de god terug. Maar op een dag kwamen er ouden met berichten, en spraken van Achilles’ sneuvelen in Troja. En Thetis scheurde hare purperen gewaden, en van haar lichaam nam ze en neder wierp ze ter aarde hare braceletten en haar ringen. En in haar jammeren dacht z'aan oude tijden weder en vroeg wat dan de wijze Apollo deed nu, waar wel de dichter toefde die bij de festijnen zo heerlik spreekt, waar toefde de voorspeller, toen men haar zoon ginds doodde in zijn eerste jeugd. De grijsaards gaven haar ten antwoord dat Apollo zelf naar Troja neder was gedaald en dat hij met de Trojanen Achilles had doen sneuvelen. G.H. Blanken Vorige Volgende