Helikon. Jaargang 4(1934)– [tijdschrift] Helikon– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 76] [p. 76] 1 Sterft de oude wereld aan dees’ deur, sterft iedre schikking om ter best in mij. De muur is dicht, de boog is duister, mijn hand onrein, mijn denken zonder keur - Als iemand klopt, fluister hem toe: wanneer u niets meer rest, kom er dan in, wanneer u niets meer rest. ............. Toen ik de morgen tegentrad: - hebt gij de nacht verteerd? - van de nacht ben ik weergekeerd, reik me de zorgenriem van het rad. Berten Schepens Vorige Volgende