Helikon. Jaargang 4(1934)– [tijdschrift] Helikon– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 43] [p. 43] Voor den spiegel Naakt en mager staat hij daar, staart zichzelven hulploos aan, voelt de aanvaarding van den waan, als een schand; - en spreekt zich aan: wend je af van waan en wolken, die bevolken wentelkolken, zwerf weg van tovervolken, derf hun dromerige tolken! Maar een ander spreekt hem aan: Kunt ge leven zonder waan, derve’ en enkel verder gaan? Ge zult stérven zonder waan. Naakt en mager staat hij daar, staart zichzelven hulploos aan, weet niet waarheen verder gaan, en zal sterven aan zijn waan. Jan Gin Vorige Volgende