Helikon. Jaargang 3(1933)– [tijdschrift] Helikon– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 46] [p. 46] Het laatste glas Voor de boerenkroeg in den avondwind drink ik mijn laatste glas absinth. Het gras der weide is donkerrood, in 't groene zonlicht danst de Dood. Daar danst 'n stier met 'n lange baard, daar wentelt wulpsch 'n kreupel paard, daar roeit 'n reiger door 't roode gras, 'n kikker kwaakt 'n sombre jazz. De Dood danst in 'n blauw habijt op den scherpen rand der eeuwigheid. Boven z'n hoofd zakt de groene zon, z'n mantel is paarse schaduwbron. Het licht straalt de sombere wereld blind; ik drink m'n laatste glas absinth. De Dood danst in een blauw habijt op den scherpen rand der eeuwigheid. Vic. Reinders Vorige Volgende